Het is hier toch mooi, hé, op de Grevelingen. Zie die bosjes daar op Stampersplaat, het spierwitte schelpenzand aan de Archipel, de lichtgroene kleur van het ondiepe water. Euh...maar pelikanen?? En die donderende branding? Komaan, Jaklien, wake up! Het slaaptekort speelt je parten! Hou op met dagdromen. Venezuela, Los Roques, daar zijn we.

De zon brandt op onze kop. Ginds op het rif biedt een wrak al jarenlang weerstand tegen de allesvernietigende brekers. Fluo-groen schittert het water boven het rif.

 

Zoals afgesproken vertrekken we op de middag, de zon hoog boven ons. We varen noord, het Middle Dividing Reef dicht aan bakboord houdend, een aantal riffen stuurboord mijdend. Eigenlijk niet eens zo moeilijk dat "rifvaren" als je de kleuren kan "lezen". Dik probleem als je kleurenblind bent?

 

Prachtige mangrove eilandjes schuiven aan ons voorbij. Daar voor ons is Gran Roque al, het hoofdeiland. Op anker een klein cruiseschip : de kloek met vele kuikens-bootjes, met toeristen op uitstap, rond haar zwermend. Die varen naar Cayo Madrisqui waar het strand bomvol ligt met zonaanbidders.

Dus varen wij nog wat verder. Eilandjes om uit te kiezen, à volonté!

 

Islas Francisquis : een hoefijzer van eilandjes en rif omringt de goed beschutte baai.  Mens, wat een kleuren! Al deze schakeringen groen of is het blauw, kan je niet beschrijven.

Ook hier zoemen bootjes met frigoboxtoeristen af en aan. Geen lapje strand is veilig voor deze mensensoort verder nog uitgerust met parasol en strandzeteltje. Hier regeert burgemeester Lippens niet, da's duidelijk.

Stomverbaasd kijken we onze ogen uit. Voor ons zijn Los Roaues die haast onbereikbare droomeilandjes in het midden van de Caraïbische Zee...dat is hier precies het Klein Strand in Oostende op 15 augustus. Allemaal volk van het cruiseschip?!

 Maar we hebben geduld, rond 17 u verdwijnt al dat lawaai en...nemen de muggen de zaak over.

Voorlopig hebben ze Jakker nog niet ontdekt. Dat was gisteren wel anders. Toen zijn we op Godot moeten binnenvluchten mét onze Mexicaanse tortilla's.

 

 

Zondagmiddag : we lichten ons anker, wuiven naar Godot en vatten de tocht naar Los Roques aan. Het waait heel wat minder dan de vorige dagen. Het eerste stuk kunnen we nog goed zeilen. Enkel op genua want pal voor de wind. Maar dan begint het enerverende geklapper van het zeil en starten we de motor. Afwisselend zeilen en motoren. We weten wel wat doen vannacht.

 

Als het donker wordt, vertrekt ook Godot uit La Blanquilla. We houden contact met VHF. Beiden krijgen we ons deel van de squallls. Maar we kunnen ze goed uitzeilen.

 

Onze nieuwe AIS werkt fantastisch. Hij vertelt ons gewoon wanneer de twee cargo's die ons passeren het dichtst bij ons zullen zijn.  Je moet je dat voorstellen als een mini-uitgave van het scherm van een verkeerscontroleur. Vliegtuigen zijn bij ons bootjes met een streepje voor de koers die ze varen.

 

Slapen lukt niet goed. De eerste nacht op zee, altijd hetzelfde liedje.

 

Plots het geluid van een binnenkomend smsje??!! Over roaming op Venezuela! Op La Orchilla, een militair eiland waar we 5 mijl vandaan moeten blijven, staat blijkbaar een GSM antenne.

Vlug wat smsjes versturen naar de kinderen. Prompt krijg ik, van het andere eind van de oceaan, antwoord. Hartverwarmend, dat kan ik je verzekeren.

 

Rond 10 uur heeft Godot ons ingehaald en zijn we er klaar voor, voor het binnenvaren van de Sebastopol doorgang in het Zuid-Oosten van Los Roques. Eyeball your way in, staat in de pilot. Je kan de riffen heel goed zien als je er vanboven opkijkt. Tony heeft dus een soort touwladder gemaakt tussen de wanten. Van daarboven geeft hij mij instructies ...beetje stuurboord, wat naar bakboord.

Nu er maar even niet aan denken dat Tony op het land links en rechts wel eens door elkaar haalt.

Maar zelfs van mijn plek aan het roer kan ik de ondiepe gedeelten turquoise zien schitteren en zo bereiken we een toffe ankerplek bij het eilandje Buchiyaco.

Als Tony opmerkt dat het zoute dek best eens zou mogen afgespoeld worden, krijgen we een fameuze bui over ons heen.

 En dan zorgt die andere Tony (ON6TM) van de NOL voor een verrassing. Hij klinkt aan de radio alsof hij langs ons staat. Even vertoeven we in een andere wereld van herfstkleuren en rijp op het gras.

 

Zeven uur. Gewekt door het gebalk van de ezels, lopen we over het maagdelijke strand van La Blanquilla. Hier geen dames die hun huid met zand scrubben. Enkel de pelikanen kijken ons verveeld aan.

Een ezelpaadje ligt er uitnodigend bij. Ezeltjes zijn echter nergens te bekennen. Goed dat we schoenen aantrokken, de stekels van de cactussen zien er vervaarlijk uit.

Hagedissen en krabben schieten weg voor onze voeten. Daar...een kapelletje of grafsteen? Hoe eenzaam...een paar vissers en soldaten dat zijn de enige eilandbewoners.

Rond La Blanquilla krioelt het wél...van vis. Het snorkelen is zalig. Prachtig koraal en als ik een Queen Angelfish zie, ben ik helemaal in de wolken. Een echte "postzegelvis" dat hebben ze in the Grenadines goed begrepen.20 Het water is kouder dan in het Oosten. Maar het verfrist tenminste.

Waar hebben we dit allemaal verdiend? Dobberen in het azuurblauwe water, een visser van Pampatar langs ons. Pelikanen scheren in bommenwerperstijl over ons heen en sinds gisteren : Spaanse salsa op de radio. Radio Rumba de Margarita, alsjeblief!

Geloof het of niet, sinds lang zijn we weer echt met vakantie.

We wuiven Zeevonk uit. Ze zeilen verder, hun chartergasten hangen immers vast aan het strakke schema van de luchtvaartmaatschappij.

Het bezoek van de "Vikingen", zo noemen we onze Noors - Zweedse vrienden van de Godot,  sluit deze perfecte dag af. De lach van Paul klinkt nog lang na in de maanverlichte nacht.

Morgen zeilen we verder naar Los Roques. Dan zijn we klaar voor weer een nachtje op zee.

 

 

 

Twee palmbomen : check. Hagelwit papegaaivissenstront-strand : check. Ezeltjes : check. Cactussen : check. Papegaaien : check.
We zijn op La Blanquilla. Cactus-eiland op 57 NM ten noorden van Margarita. Als je het van ver nadert, heeft het iets van de Vlaamse kust met blonde duinen. Van dichtbij is het een stuk exotischer.

Na onze voorzeil-perikelen, waarbij we zo een rotvaart liepen dat we de anderen echt op de hielen zaten, is captain als eerste te kooi gegaan. Dat heeft hij wel verdiend. Maar die eerste nacht op zee moet je weer wennen en dus hebben we wachten van telkens twee uur gelopen. We waren toch steeds te vroeg wakker.
De wind ging niet slapen, o nee. Hij bleef maar 6-7 bf blazen, onze gemiddelde snelheid meenemend naar bijna 6 kn. ( Bij de planning rekenen we meestal met 5 kn, een groot verschil).
Een regenbui, af en toe, zorgde voor de nodige afkoeling, zodat we onze regenbroeken en -jassen bovenhaalden. Hoe lang was dat geleden? Over de verlichting geen klagen, na een paar uurtjes zeilen in het donker, kwam de volle maan schijnen door de wolken.
Zo zou nachtelijk zeilen altijd moeten zijn.

Rond 10u30 zien we eerst Los Hermanos, een aantal hoge (200 m) rotsen in zee. Daarachter zie je pas twee uur later de pannenkoek, Blanquillla, verschijnen. Hoogste punt : 15 m.

Zeevonk laat als eerste het anker vallen bij Playa Yaque. Godot en Jakker volgen hun voorbeeld algauw.
Buiten waait het loeihard en gaan de golven tekeer, hier lig je rustig. Het paradijs?

Voor Godot een paradijs met problemen want de generator doet het niet. Terwijl we in hun lounge-kuip chillen na onze gezamenlijke, geslaagde tocht, verdwijnen Paul en Tony in de superhete machinekamer.  Working at your boat in exotic places.

 

 

 

Tony ligt plat op zijn buik op het voordek. Aangelijnd, één hand voor zichzelf, één voor het schip. Af en toe slaat een erg zoute golf over hem heen als Jakker naar beneden duikt.
Hij probeert het touw om de genua op te rollen terug op zijn trommel te krijgen. Onderaan in de ankerbak, op de tast.
Na een half uur, lukt het eindelijk en kan ik, eerst voorzichtig, het touw er terug op rollen. Eindelijk kunnen we nu de genua reven.  De zon gaat in wolkenpartijen onder. Oef!

Wat is er gebeurd?
Ik was net een verslagje aan het tikken op de laptop als Tony roept: "Kom je...er is opnieuw slecht weer daar." Donkere regenwolken verzamelen zich voor de aanval. Eerst maar eens de genua inrollen maar... dat wil niet lukken. Geen beweging in het touw te krijgen. "Niets forceren," zegt Tony nog en dan is de bui er. Met volle genua twee de situatie het hoofd bieden dan maar. Die situatie : een storm met pieken tot 46 knopen (9 bf!!!!) . Jefke (ken je hem nog?) kan het niet meer aan dus de schipper staat in ware Whitbread Rond the World stijl in spagaat achter het stuur. Wat een gevecht. Het blijft maar waaien, 35 kn. (8bf) Onheilspellend dreunen de golven onder ons door. Witte kammen overal en ook nog regen, natuurlijk.
We moeten dit oplossen,  moeten de oorzaak van dit euvel zien te vinden. Maar hoe kan dat in zo een storm. Het moet even wat minder te keer gaan. Vloeken, schietgebedjes.
Na meer dan een uur waait het iets minder, toch nog 6 bf. En dan ontdekt Tony dat touw nààst de trommel.

Opgelucht puffen we uit. We zagen het even niet zitten daarnet, vooral omdat het snel donker zou worden. Met zoveel zeil de nacht in, horror.
Via de VHF radio horen we Joke zeggen dat ze voor top en takel de bui hebben uitgezeild en Godot voert zijn kleinst mogelijke zeil.

Nu komt de euforie, immers probleem opgelost. Zag je dat? 9,8 knopen liepen we daarnet....waw, nooit meegemaakt. Dus Jakker kan dat aan?!
Wat een goed bootje hebben we. En ik, wat een handige captain.
Om te bekomen eten we een potje noodles, voor iets anders is de zee te ruw.

Waar komt al die wind vandaan? Toen we vanmorgen vertrokken liet niets dit vermoeden.
Maar je kan zeggen wat je wil, zo schieten we wel goed op.

Een uurtje later dan afgesproken zijn we weggezeild, na letterlijk een scène uit "Waiting" for Godot.
Maar geen kwaad woord over Paul die alle moeite doet om zijn snelheid te minderen zodat we bij elkaar kunnen blijven zoals afgesproken.
We doen dat omdat we door een Zona de Alerta moeten. De Venezolaanse Overheid waarschuwt in dit gebied voor vissermannen die zich tot occasionele rovers omschoolden.

Maar met dit weer zullen ze wel niet uitvaren met hun pirogues. Ook een truukje om hen te slim af te zijn.