Onze positie : de baai van St. Anne, een soort inham in de grote baai Cul-de-Sac de Marin in het zuiden van Martinique.
Hier liggen we op anker tussen de zovelen. Scherpe jachten (zoals het onze) maar ook ontelbare (huur)catamarans. De ankerplek is als een dorp. De jachten zijn de huisjes. Nee, geen auto voor de deur, maar een dinghy of rubberen bijboot achteraan drijvend.
Vanaf 7 u begint het dorp te leven. Bootjes vangen hun tochtjes naar het dinghy dock aan, een betonnen pier midden in het stadje, vóór de kerk en het gemeentehuis. Mensen staan vroeg op in de tropen. Er moet brood gehaald en allerlei andere boodschappen.
Het af en aan varen gaat de ganse dag door. Aan het dock liggen constant een 20-tal bootjes. Het is kunst onze eigen Jak een beetje ruw tussen twee andere rubberboten te duwen om zo bij de ijzeren ring te komen waaraan we hem vastmaken met een staalkabel en hangslot.
Iedereen doet dat hier zo. Wee degene die zijn dinghy gewoon met een touw vastmaakt, groot is de kans dat hij de pineut is en straks helemaal niks meer terugvindt. Je boot en motor zien er ook best niet té nieuw uit. Veel van onze collega’s spuiten hun motortje met felle kleuren en maken hem zo, zelfs van ver al, erg herkenbaar en minder aantrekkelijk om te stelen.
‘s Nachts hijsen de meesten hun bijboot in davits ook veel minder makkelijk te pikken op die manier. Net zoals thuis moet je hier ook je spullen bewaken als een goede huisvader.
Veel leuker nog om met je dinghy te doen : naar het rif tuffen om daar te gaan snorkelen. We zien veel mooie visjes, die we herkennen, maar waarvan we de naam (nog) niet weten. Het rif zelf herstelt zich van schade opgelopen bij een storm van jaren geleden.
We keren terug langs het strand van Club Med. Ze hebben het meest pittoreske stuk van de baai inge’palmd’. Ja, echt, hier staan de mooiste palmen.
Het stadje St. Anne met typisch Antilliaanse houten huisjes, balkon en terras incluis, is helemaal omgetoverd ten behoeve van de toerist. Restaurantjes, bars, boutiques. Zelfs in de overdekte markt vind je nog maar één groentekraam, naast de vele kraampjes met armbandjes, oorbellen en jurkjes.
Na alweer een prachtige zonsondergang, raak je daar ooit op uitgekeken, gaan we morgen op pad naar Fort de France, een 20 zeemijl naar het noorden, waar zaterdag Karen arriveert. Haar kooi is klaar. Een nieuwe ventilator geïnstalleerd, hopelijk kan die de hitteschok van de aankomst wat verkoelen.