Positie : Wangi Wangi, Wakatobi, Zuid-Oost Sulawesi, 05°19,47 Z, 123° 31,91 O.
Links een nieuw zonnepaneel, rechts het oude exemplaar.
Gloednieuwe zonnepanelen.
Ja, we zijn erin geslaagd! We zijn onderweg met gloednieuwe zonnepanelen. Mijn “cliffhanger vraag” beantwoord!
Na de eindeloos vele verlofdagen aan het einde van de ramadan, kunnen we twee zonnepanelen van elk 200 W afhalen bij Toko Happy. Een erg lang weekend, waarin we helaas niet verder konden werken.
De oude zonnepanelen naar beneden halen, de nieuwe erop, ging vrij makkelijk, al zijn het onhandige, grote dingen. Ze aansluiten verliep ook zonder problemen. De panelen goed vastzetten, een ander paar mouwen. Roestvrij stalen beugels vind je hier niet. We moeten het doen met beugels om knalpotten te bevestigen. Te lange schroeven afzagen en vijlen, verbindingsplaatjes aanpassen. Onvermijdelijke prullenwerkjes waar je tijd mee verliest. Maar resultaat: panelen die een storm kunnen trotseren en stroom leveren dat ze doen! (Als de zon schijnt, tenminste). Pas nu beseffen we: de oude waren serieus “ziek”.
De koelkast 's nachts uitzetten om te verhinderen dat de spanning te laag wordt en de batterijen de geest zouden geven, niet meer nodig.
Met de versleten panelen maken we de volgende ochtend twee mannen die dagelijks met hun bootje passeren, gelukkig. Zij kunnen ze wellicht nog aanwenden in hun kampung (dorp) voor de buitenverlichting.
We varen verder westwaarts.
Met een lading vers fruit en groenten, kip en gehakt in de koelkast voelen we ons klaar om Ambon te verlaten voor Zuid-Oost Sulawesi, ongeveer 300 NM west. We leggen die afstand af in twee dagen en twee nachten. Een paar uur daarvan kunnen we zeilen, de rest van de afstand ronkt de motor ons gestaag west. Het goeie nieuws : de ganse tijd duwt de west gaande stroom ons aan meer dan een mijl per uur in de rug. Uitzonderlijk!
Ons gemiddelde overstijgt de 6 knopen.
Vermeldenswaard: er passeren een flink aantal tankers, cargo's en ferry's ons pad. Geen probleem, het alarm waarschuwt ons op tijd en we zien ze in de vorm van een dikke oranje streep op ons plotter scherm verschijnen
Helaas spotten we geregeld grote waterstroken met afval: plastic zakken, boomstronken, flessen.
Fish Attracting Devices (FAD's) zijn in deze wateren gelukkig goed verlicht.
En dan heb je nog de squalls. We zitten tenslotte op de evenaar.
Vooral de tweede nacht is weer zo een nachtmerrie. Erg veel regen.
Wind rond 30 kn (7bf) gedurende een half uur. Bliksem en donder.
Akelig op zee. We vangen wel bijna 100 liter water op, al kunnen we niet alle opvangslangen benutten tijdens de vaart.
De volgende ochtend begroet ons met stralende zonneschijn, alsof er niks gebeurde vannacht. Typisch.
Pulau Wangi Wangi – Wakatobi.
Rond 10 uur lopen we door de smalle, ondiepe doorgang in het rif, de grote lagune van Wangi-Wangi eiland (de Wa uit Wakatobi, een uit 4 eilanden samengestelde naam) binnen en maken vast aan een steiger van de verlaten marina.
Onbegrijpelijk. Indonesië bezit amper marina's die naam waardig. Je kan ze op één hand tellen. En dan ligt er hier eentje, volledig verlaten, zonder toezicht, zonder faciliteiten behalve de steigers, een niet gesloten poort en een restaurant op het terrein.
Dankbaar maken we hier gebruik van, maar de regen en het slechte weer dat maar blijft aanhouden (invloed van een naburige cycloon) gooien roet in het eten.
De verlaten haven van Wangi Wangi.
De avond markt vlakbij.
Eveneens op loopafstand: de grotten met zoet water.
Pulau Kaledupa.
Van een weersverbetering maken we gebruik om naar Pulau Kaledupa (de Ka uit Wakatobi) te tuffen, wind is er immers niet. 's Middags laten we het anker vallen bij het rif van het tegenover liggende kleinere Pulau Hoga. In het dorp heeft men ons al opgemerkt en Don komt met zijn boot langs om lobsters te verkopen. Het is echt al lang geleden, dus gaan we door de knieën.
Ook de parkrangers weten ons te vinden en als we betaald hebben voor het nationaal park en onze tickets mooi uitgeschreven zijn, kunnen we legaal gaan snorkelen. Prachtig koraal, slechts minieme tekenen van bleaching, veel kleine visjes en een mooie dropoff in kristal helder water maken ons gelukkige zeilers.
De parkrangers op bezoek.
Dorp op palen, Sampela.
Nogal wat mensen noemen ons zee zwervers, zee nomaden maar de echte sea gypsies van de unieke Bajo stam ontmoeten we vandaag. Ze leven al eeuwen op en van de zee. Weg van het land, op een uitgestrekte zandvlakte in zee letterlijk op een wereld gebouwd op palen.
Don, ook een Bajo, wil ons in zijn palen dorp rondleiden en meert af aan zijn huis. Zo starten we onze rondwandeling over de wankele planken paadjes, bruggetjes eigenlijk, van het dorp Sampela. Af en toe ontbreken er planken. Je moet je aandacht erbij houden. Kinderen vallen geregeld in het ondiepe water, verzekert Don mij en bij feestjes, als er gedronken wordt, belanden ook volwassenen in de zee. Hoe de oude, kromgebogen vrouwtjes hun evenwicht kunnen bewaren op de krakkemikkige paadjes is me een raadsel.
Onder de huizen zijn schaduwrijke opslagplaatsen en zelfs een heuse wasserij. We passeren de school, het ziekenhuis, de moskee...alles op palen gebouwd.
Mannen werken aan hun boot, verbouwen wat aan hun huis. Vrouwen zitten samen te babbelen.
Maar ook hier stijgt het water gestaag. Ook de Bajo zijn slachtoffer van de klimaatopwarming. We zien huizen die verlaten werden, want constant onder water, onbewoonbaar. Ze zullen op hogere palen moeten bouwen om het zeeniveau voor te blijven.
Na een lunch van rijst, mie en ikan bakar (gebakken vis) door Ruisa, Dons vrouw, toebereid, varen we nog een keer rond het ganse dorp en zien de recent geïnstalleerde elektriciteitsdraden van het vasteland naar het dorp. Een paar lampen verlichten 's nachts de paadjes. De vooruitgang, ook deze stam kan het niet tegenhouden.
Don haalt ons af met zijn "Zonen Dochters" boot.
De Chinese motor .
Het kleine huisje is echt wat je denkt.
De moskee.
Man werkt aan zijn boot.
Het wassalon.
Meisjes beïnvloed door TikTok all over the world.
Iedereen wil op de foto, liefst met een "wit" gezicht.
Don en Ruisa serveren ons lunch.
Met hun dochtertje.
Sinds onlangs elektriciteit.
De enige palmboom van Sampela.
Zeilen.
Eindelijk is de wind gedraaid en terug naar Wangi Wangi kunnen we heerlijk zeilen. Wat is dat lang geleden. We zijn het nog niet verleerd.
Inderdaad terug naar Wangi want je gelooft het niet, er komt nog meer slecht weer aan. Het Indonesisch KMI publiceerde een uitleg waarom het nog zwaar regent in het droge seizoen! Het heeft alles met uitzonderlijk warm water en vochtigheid te maken.
Je probeert er dan het beste van te maken en tussen de buien door werken we verder aan ons to-do lijstje. Tony wil het anker behandelen en verven maar een nieuwe bimini lees “kuipafdak” staat bovenaan. Hier kan je de steiger perfect als werkvloer gebruiken. Meten, rekenen, uittekenen, knippen, stikken en weer aanpassen. We zijn er bijna drie dagen zoet mee.
Tevreden met het resultaat plaatst Tony de gootjes onderaan de zijkanten. Een nieuwe regenzone dient zich aan en er moet water opgevangen worden. Zelfs midden in de nacht zitten we water van de bomvolle jerrycans over te gieten in de tank. Je wil toch al dat heerlijke hemelwater niet verknoeien.
Volle emmers en kommen zorgen ervoor dat ik een uitgebreide was kan doen. Met de hand, jawel. Als ik die was nu nog maar droog krijg !
Het canvas kochten we in Nouméa.
Resultaat.
Maar hiervoor kom je naar Wakatobi ! Als het weer meezit, tenminste.