Positie : Ambon, Molukken, Indonesië. 03°38,76 Z, 128°11,84 O
Eerste avond, de Petronas Towers vanop het dak van ons hotel.
Probleem : je visum voor Indonesië kan niet meer verlengd worden. Oplossing : je reist naar het buitenland, Maleisië bijv., niet zo ver weg, en je vraagt een nieuw visum aan. Omdat er intussen nieuwe wetten en visa zijn, kunnen we er eentje aanvragen voor 2 x 180 dagen, zonder dat het om de twee maanden verlengd moet worden. Je dient alle papieren en foto's in o.a. rekeningafschriften van de laatste drie maanden als bewijs dat er minimaal 5.000 € op je rekening staat.
Je betaalt. Je wacht minstens tien werkdagen.
Zo gezegd, zo gedaan.
En inderdaad, na iets meer dan twee weken bekomen we het multiple entry D12 visum en raken we zonder problemen door de elektronische, volledig automatische, paspoortcontrole in Jakarta.
Na die verplichte, maar niettemin verkwikkende vakantie in Maleisië, arriveren we terug thuis.
Zo rustig ligt Jakker er (soms) bij.
Jakker verbleef intussen op een goed beveiligde plek, vastgemaakt bij de visfarm annex drijvend visrestaurant, vlakbij het centrum van Ambon. Haar meest vreemde accommodatie tot nu. Maar de beste oplossing, gezien er hier geen marina of dergelijke voorhanden is.
Eigenaar Jefry, militair, die ook nog eens elke nacht in het vlottend restaurant slaapt, zorgde goed voor onze boot, stuurde geregeld fotootjes. Toch is het in NW moesson conditie, die trouwens nog steeds voortduurt, niet de meest ideale verblijfplek omwille van de constante deining die er staat en de, bij harde wind, bepaald hoge golven. Jakker kan dit wel aan. Eventueel aan boord verblijvende mensen hebben het tijdens dit seizoen niet zo leuk. Je wordt immers gek van het snokken van touwen, het piepen en kraken, het heen en weer rollen en deinen.
Omdat er onweer en buien op komst zijn, gooien we, bijna meteen na onze terugkomst, de trossen los en varen naar “ons” plekje in de “binnenhaven”, voorbij de Rood-Witte brug, naar Poka.
We willen de boot klaarmaken om onze tocht naar het westen verder te zetten. Eerst klaart Tony een lang uitgestelde klus. Hij vervangt de waterpomp van de motor en meteen ook de distributie- en V-riem.
Een werkje dat weer om creatieve oplossingen vraagt
Een werkje waarvoor hij zware fysieke inspanningen moet leveren met handen, armen, schouders, dit alles gezeten op zijn niet-meer-zo-jonge knieën en bij een temperatuur van boven 30°. Nadien is wat rust om te recupereren broodnodig.
Nu nog grote inkopen doen en onder water de oesters, zeepokken, mossels afkrabben dan kunnen we vertrekken, tenminste als het weer meewil. Lees als de “winter” ZO wind (we zitten in het zuidelijk halfrond) weer zal beginnen waaien.
Ik wil nog wel wat foto's van West-Maleisië tonen en erbij vertellen dat het bezoek een cultuurschok betekende. We troffen een haast Westers aandoend land aan, veel hoger op de “ontwikkelingsladder” dan het Oost-Indonesië dat wij kennen.
Kuala Lumpur : iedereen ziet wel de skyline van ontelbare gigantisch hoge gebouwen en de Petronas Twin Towers voor zich. Het verkeer is ongelooflijk druk op wegen onder en boven elkaar, een metro, een skytrain.
Eten en hotels zijn goedkoop en de meeste mensen spreken naast Maleisisch, Engels en Chinees (!).
Gekleurde toegangstrappen tot Batu cave.
Hindoetempel in de grot.
We beklimmen de 272 trappen naar de indrukwekkende Batu grot (100m hoog en 400 m lang) met binnenin een hindoe tempel. Onder aan de trap het beeld van Murugan, de oorlogsgod.
We gaan naar het koloniale Merdeka plein met het paleis van de sultan in de steigers. Een bezoek aan Chinatown mag ook niet ontbreken.
Merdekaplein.
Daarna op naar de bergen, naar Tanah Rata.
Wat een verschil met de Molukken. In een luxe autobus over een heuse snelweg, niet erg verschillend van de Belgische; komen we na 2 uur bij de bergweg die verder naar boven leidt. Wel één verschil, die snelweg loopt door enorm uitgestrekte, oersaaie palmolie plantages. Ik besef dat Maleisië één van de grote producenten is van palmolie. Daarvoor kapten ze de oerbossen die gans Maleisië bedekten. Erg.
Kleine authentieke dorpjes, zo gewoon voor ons, zijn haast onvindbaar.
Wel tref je verpauperde kampungs met migranten arbeiders van Myanmar, Bangladesh, Pakistan die op de plantages zwoegen.
Regenwoud....
...en theevelden.
Met opzet kozen we voor deze reis voor het koeler klimaat van de Cameron Highlands. Op de boot droomden we ervan, maar na een aantal dagen koude voeten is de lol eraf. Mooie wandelingen deden we er, in de voormiddag, want namiddag regende het meestal. De prachtige theehellingen zijn erg fotogeniek. Mossy Forest zal wel magisch en sprookjesachtig zijn, maar er liep te veel volk op een rijtje doorheen.
Hun beroemde aardbeien zijn absoluut niet lekkerder dan de onze, maar het was ook niet het juiste seizoen. Met zelf plukken, overal gepropageerd, kreeg je je mandje niet vol.
We koesteren mooie herinneringen aan Tony's verjaardag, gevierd in het Traveller's Café samen met een toevallige groep feestende Maleisiërs, met eveneens twee jarigen in hun midden.
Naar Mossy Forest.
Zoek Tony tussen de vierende Chinese Maleisiërs.
De luxe bus brengt ons vervolgens helemaal naar het legendarische Melaka (Malacca). De stad kent een enorm rijke geschiedenis. Maleiers, Arabieren, Portugezen, Chinezen, Nederlanders, Engelsen zwaaiden er om beurt de plak en drukten er elk hun stempel op.
Toeristen, vooral grote groepen Chinezen, lopen de stad plat.
Stadthuys, kerken, forten, omwallingen en talrijke huizen getuigen van de aanwezigheid van de Nederlanders en de VOC. Maar we bezoeken ook het Portugees schip en een overblijfsel van het Portugees fort.
Talrijk zijn de Hindoe en Chinese tempels en de moskeeën.
Het "Rode Plein" van de Nederlanders in Melaka.
Wat de Engelsen overlieten van het Portugees fort.
De "drijvende" moskee.
Museumbezoek : De slaapkamer van de sultan.
Melaka kent prachtige murals.
En grote Indische varanen (ze worden wel 3 m lang).
Wandelen langs de rivier bij zonsondergang zou super aangenaam zijn, ware het niet dat een rioolgeur veel van de sfeer verpest.
We waren begrijpelijk blij toen ons visum op Whats App verscheen. Zo gaat dat tegenwoordig. Gelukt. We kunnen naar huis.
Eerst terug naar Kuala Lumpur waar we nog een VIP bezoek aan de Petronas Twin Towers op het programma hadden. Voor zo een bezoek moet je piekfijn uitgedost zijn. Mannen met hemd en schoenen, geen sandalen.. Vrouwen met bedekte schouders en verhullende kledij. Wisten wij veel dat deze regel er was omdat de grootste gebruiker van het gebouw, de petroleumfirma Petronas, erg veel moslims te werk stelt. De lange rok, die ik voor speciale gelegenheden bewaar, heeft een te hoge split, (tot net boven de knie). Met mijn haarclips en een Ikea zakklem sluiten we de split. Klaar.
Drie kwartier liepen we rond op de brug tussen de torens, 170 m hoog en op het observatiedek, 370 m, de 86ste verdieping! Indrukwekkend! Het tijdstip, zonsondergang, uitstekend gekozen
Onvergetelijk moment voor Tony's 75ste verjaardag.
Uitzicht op de brug, op 170m.
Op 370 m ziet het er zo uit.
Maar nu terug naar de orde van de dag. De voorbereidingen voor onze verdere reis. We willen zelfs proberen hier nieuwe zonnepanelen op de kop te tikken. Geen makkelijke opgave. Bovendien is het Idul Fitri, Suikerfeest, eind van de Ramadan. Nationale feestdagen. Sommige winkels sluiten zomaar een week. Zullen we erin slagen onze oude zonnepanelen te vervangen en eindelijk onze batterijen weer zonder problemen volledig op te laden?