Positie : Fish Farm in Ambon, Indonesië,  03°42,102 Z, 128°10,028 O . 


We zeggen vulkaan Gunung Api bye bye.  De lavaflow is boven water nog kaal, onder water prachtig begroeid.




Een nautische almanak uit 1878 adviseert : “Er is een goeie ankerplek, tijdens de west moesson, dichtbij Fort Duurstede in Saparua in 12 vadem water. “ Ook de VOC schepen gingen hier ten anker in de 17de eeuw.
Veel veranderde er blijkbaar niet over al die jaren. Ook wij droppen ons anker hier, weliswaar op 5 vadem, 9 meter. Wij zijn dan ook geen “spiegelretourschip” van de VOC dat wel 5 m diep stak.
Vanmorgen zijn we, na een nacht op zee, hier aangekomen vanuit Banda.
Het fort ligt spierwit in de zon te blinken en meteen de volgende dag brengen we een bezoek aan dit Benteng Duurstede. Oorspronkelijk Portugees is het de VOC die het fort uitbreidde en bevolkte.


De aanbevolen ankerplek.


Gezien van de overkant, vanuit het fort.



Sinds lange tijd landen we onze Jak nog eens op een strand. In een oogwenk zijn we omringd door kinderen. De mama's willen ons allen op de foto.
Dat ze hier weinig witte mensen zien, blijkt ook op onze wandeling door de stad Saparua. Ik krijg pijn aan mijn kaken van het vriendelijk lachen naar iedereen. Jong en oud roepen Halo en “Hey Mister “. Ook naar mij. What is your name? en soms I love you, meer Engels komt er niet uit. Tony verbaast er zich steeds over dat meisjes, ook gesluierde moslimmeisjes, recht in zijn, voor hen, exotisch grijs blauwe ogen kijken. Ongewoon, thuis gebeurt dat niet.


Op de foto met twee witte mensen ! 


Op de markt van Saparua.

Saparua is ook het eiland van Pattimura (Thomas Matulessy) de protestantse vrijheidsstrijder en nationale held, meer nog de held van de Molukken. Het vliegveld en de unief in Ambon zijn naar hem genoemd.
Opgeleid in het Engelse leger werd hij aanvoerder van de opstand tegen de Nederlandse resident, aan wie intussen het bestuur was overgedragen. De opstandelingen bezetten het fort, doodden de Nederlandse familie en hun soldaten en konden pas na zes maanden worden verdreven door twee militaire expedities. Pattimura werd opgehangen in Ambon en wordt sindsdien elk jaar herdacht.

Ook hier krijgen we met pech af te rekenen. Onze Jak is lek. Zeker gebeurd in Banda door het schuren tegen de met oesters begroeide kaai. Het wordt weer vroeg opstaan, bootje aan dek hijsen. Dan schuren, ontvetten, lijmen, allemaal vóór de zon alles, ons incluis, verschroeit.
De lijm kan verder uitharden op onze tocht naar Ambon want het wordt tijd om daarheen te varen.

De tocht verloopt vlot totdat we Ambon baai binnenlopen. Er drijft enorm veel plastiek op het water (zoals op vele plekken in Indonesië) en vooral, veel erger, een halve meter ónder water. Je voelt hem al komen. Een dikke zak voor cement of bloem raakt in onze gevoelige propeller want prop met beweeglijke bladen. Onze reactie : motor onmiddellijk in vrijloop, zoals afgesproken
Als geroepen komt er een onweer opzetten, wind is er genoeg nu, dus zeilen we verder de baai binnen.
Nadien starten we de motor opnieuw en na een paar keer voor-en achteruit schakelen, schudt de prop zijn belager af. Oef.


Pattimura zoals hij altijd wordt voorgesteld.


In Ambon heb je ook de gong voor Vrede.


Maar ook dit en .....


....dit is Ambon.


We willen nog even rustig ankeren bij de unief voorbij de brug alvorens Jakker te gaan afmeren aan de fish farm, bij nogal wat zeilers bekend. Hierover lees je later meer.
We laten Jakker alleen achter. Waarom? Zij mag wél in het land blijven, wij moeten weg. Naar Kuala Lumpur, kozen we. Terwijl we daar wat vakantie houden, kunnen immigratie ambtenaren werken aan een nieuw visum voor ons. Tien werkdagen zou dat duren. Benieuwd.



Jakker vastgemaakt aan de fish farm anex restaurant. 





Additional information