Positie : Pulau Saparua, Kota Saparua,  03°34,68 Z , 128°39,57 O.


De cakalele oorlogsdans.

Onder een zwaar met regenwolken beladen lucht doemt een smalle, enorm lange kano, met tweeëndertig roeiers, twee “waterhozers” en een stuurman, op.Hij komt van Banda Besar en vaart onze richting uit voor een demonstratie. We hadden de hoop al opgegeven de kora kora, want die is het, te zien, zo slecht is het weer. Maar de Molukkers willen graag hun kunnen aan de mensen van het kleine cruiseschip tonen. En wij genieten mee.
Op commando trekken ze T-shirts en regenjasjes over hun hoofd, in hun blote bast gaan ze er nu tegenaan. Drijven het tempo op. Schreeuwen aanmoedigingen. Zo gaat het er bij de races in oktober aan toe en vroeger toen ze de vijand aanvielen. Heftig.


Slecht weer maar de kora kora vaart uit.



Ontvangst van Le Lapérouse.
De passagiers van Le Lapérouse keren terug naar hun schip nu. Hun bezoek zit er alweer op. Zij is klein (147 passagiers) in de wereld van de mastodonten. Wij kennen haar maar al te goed van onze lange covid-maanden in Nieuw- Caledonië, ook zij kon toen nergens heen.

We zaten vanmorgen in onze kuip aan de koffie toen ze plots imponerend stoer de kleine doorgang tot de baai, en ons zicht op de Papenberg, blokkeerde. Grotere schepen kunnen er helemaal niet in.
Het programma ter verwelkoming van de gasten begon al erg vroeg. Muziek, dansen, speeches volgden elkaar op, onder een open hemel. De dans die de oogst van de muskaatnoot en de amandelen voorstelt, begrepen we. De oorlogsdans, de cakalele, is mysterieuzer. Twee partijen tegenover elkaar, zoiets.
Alsof ze daarboven alles in de gaten hielden, stortten plots tonnen water op ons neer, de dans net ten einde en de gidsen bezig met het vormen van groepjes voor een bezoek aan het stadje. Wij vluchtten het hotel in voor een koffie en wat leuke gesprekken met opvarenden, veelal Europeanen.


De gasten van Le Lapérouse komen aan.


Worden begroet met muziek en dans.

Meisjes "oogsten" muskaatnoot. 


Later profiteerden we mee van het feit dat musea, het huis van Hatta en de kerk open zijn.
We nemen ook een kijkje in het huis van de gouverneur. Enkel het borstbeeld van Willem III haalt de reisgidsen en staat bijna achteloos in een zijtuin. Het gebouw zelf is helemaal leeggehaald.


De vloer van de oudste kerk van Banda is betegeld met oude grafstenen.


Je kan het Nederlands van toen nog goed lezen.

Het huis van banneling Hatta.  Linksboven zie je schoolbanken, hij gaf les om zich nuttig te maken. 


Het gouvernementshuis ...

.. . en het borstbeeld van de koning met het onuitstaanbare karakter (!) Willem III ergens in een zijtuin. 


In het museum, vaten als uit Ali Baba en de veertig rovers. 


Alles brachten de Nederlanders hierheen. 


Het gerenoveerde plein met "nootmuskaat lampen".

We zitten vast.
Dit bezoek, een extra verzetje, noteren we even. Goed, want we zitten vast in Banda. De voortdurende westen en noordwesten winden van de NW moesson beletten ons de tocht in die richting en daar willen we nu net heen. Klinkt bekend?
Bovendien regent het ontzettend veel de laatste dagen en liggen we onder vuur van valwinden die Jakker op één zij dwingen en het zwarte gruis van de vulkaan om onze oren jaagt. Om bang van te worden.
De wind zal pas draaien in maart, april. We moeten geduld hebben!

Maar tegen die tijd, of nog iets vroeger moeten we het land uit en met een nieuw visa er eventueel terug in, terwijl Jakker rustig op ons mag wachten. Zullen we haar dan maar in Ambon laten? Dat kan blijkbaar. We winnen inlichtingen in en inderdaad het visrestaurant annex visbekken (iets als de oesterput in Blankenberge, stel ik me voor) wil Jakker wel opvangen voor een aantal weken.

Als het even wat zonniger en vooral rustiger wordt, varen we met de duikers van Bluemotion naar een mooie duikstek bij Hatta eiland, eiland vernoemd naar de beroemde mede-stichter van de republiek. Allereerste vice-president, die tussen 1934 en 1942, door de Nederlanders als revolutionair gezien, naar Banda verbannen werd.
De drop-off valt meteen bij het strand naar beneden, met vooral prachtige waaiers. Napoleonvissen, haaien, schildpadden laten zich ook even bewonderen.


Enorme waaierkoralen en tonsponsen bij Hatta eiland. 




Mooi gekleurde zakpijpen.


Bij valavond, aan land bij de duikers, kunnen we grote vliegende honden waarnemen. Je kan ze niet negeren. Hoog in de bomen boven de terrastafeltjes “hangen “ze van de amandelnoten te smikkelen. Tot zo een noot keihard naar beneden valt. Je schrikt je rot van de oorverdovende knallen op het zinken dak. Levensgevaarlijk daar te blijven zitten.

Eveneens bij valavond verschijnen de erg schuwe, prachtig gekleurde, legendarische mandarijnvisjes tussen de stenen van de kaaimuur. Maar wij hebben ze nog niet gezien. Zijn ze er nog wel ? Duikinstructeur Indra kijkt heel bedenkelijk als we het hem vragen. Boodschap begrepen. Het mandarijnvisje zetten we in het rijtje met walvishaai, pygmee zeepaardje, mola mola...onze bucketlist van nog te spotten vissen.


Kinderen gaan naar huis na school.


De drukke "taxiboten" kaai in Banda Neira.




Overal wordt vis gedroogd.


De kleine moskee van Gunung Api, de oproep tot gebed is helemaal niet klein. 




 

Additional information