Positie : Banda Neira, Molukken, 04°31,040 Z, 129°53,473 O. 


Op Banda Besar in Fort Holandia heb je een mooi uitzicht op Gunung Api. 


Na een heerlijke zeildag maar, nooit is het perfect, een breed uitgemeten onweer met veel wind en regen 's avonds en 's nachts, ziet Tony in de donkere ochtend al een hele tijd de lichtjes van een schip (?), nee, een eiland : Pulau Run !
Nooit gehoord van dit piepkleine eilandje in de Banda zee? Maar we kennen wel allemaal het moeras waar de Nederlanders dit eilandje tegen ruilden : Manhattan, dat ze op hun beurt “kochten” van de Indianen. Destijds was Run het toneel van de strijd tussen Engelsen en Nederlanders om het monopolie op de muskaatnoot. In 1667, met het Verdrag van Breda, werd die ruil met de Engelsen, beklonken. Het kleine eilandje, Manhattan, groeide uit tot het kloppende hart van New York City. In Run heeft de tijd 350 jaar stilgestaan. Geen dokter, geen infrastructuur, amper elektriciteit en dat door privé initiatief.


In alle vroegte ziet de vulkaan er zo uit.


En als we eindelijk zijn afgemeerd, liggen we er zo bij. 

Banda Neira en Banda Besar.
Wij varen verder en zien nu ook de imposante, actieve vulkaan, Gunung Api (Vuurberg) tegenover Banda Neira. Vol spanning ronden we de groene marker, zien de baai voor ons. We weten dat het hier niet makkelijk ankeren, aanleggen is. Dit blijkt een understatement.
Er liggen twee jachten bij het Maulana hotel. Ze gebaren dat we daar ons anker moeten droppen en achteruit twee touwen moeten vastmaken aan de eeuwenoude bomen van het hotel.
Niet van harte, maar we doen het toch maar. Hebben geen keuze.
De gids van het hotel, Mr. Mann, maakt meteen reclame voor zijn spice tour, zo tussen het helpen met onze touwen door. Ons hoofd staat er nog niet naar.
Later besluiten we toch maar met hem mee te gaan voor een interessante wandeling door Banda Besar (Lonthoir). Het grote derde eiland dat de Zonnegatbaai beschermend omringt.
We laten ons betoveren door de sfeer van het eiland met de mooie huizen (rijkdom te danken aan de muskaatnoot), de kora kora kano's (traditionele o.a. oorlogskano's waarmee in oktober geracet wordt). De plantage met 400 jaar oude kenari (Javaanse amandel) amandelbomen, die de onontbeerlijke schaduw verlenen aan de muskaatnootbomen. Kaneel, muskaatnoot, kruidnagel, amandelnoten, kruidige geuren te over. De kaneelthee smaakt ons koffiedrinkers verbazend goed.
Na het uitzicht vanop Fort Holandia nemen we de trap terug naar beneden. Ook hier heeft Mr. Mann weer een fascinerend verhaal. Nona Lansius, een vrouw van het eiland uit een “perkeniers” (plantage familie), stierf na een operatie in 's Gravenhage en werd er begraven. Na drie maanden ontgroef men haar en bracht men het lijk per brik hierheen terug, om bij haar geliefden definitief begraven te worden. Volgens de legende bleef ze, dank zij de gebruikte muskaatnoot erg goed bewaard !


Stel je in deze kora kora een dertigtal roeiers voor. 


Je wandelt door de geschiedenis. 


Vol bewondering voor de indrukwekkende kenari amandelboom. (Canarium ovatum). 


Ik krijg hem niet op de foto.


Mr. Mann, onze gids.


Zo pel je de amandelnoot.


En zo haal je een stukje bast van de kaneelboom. De schors groeit gewoon terug aan. 


Een zwaar met vruchten beladen muskaatnoot boom. 


"Ter nagedachtenis van Margretha Martina Johanna Adriana Amalia Kruijt...
door haren diepbedroefden echtgenoot...
Zij zijn niet waarlijk dood die in ons harte leven."

Slecht weer.
Wisten wij toen veel dat ons de volgende drie dagen een lange nachtmerrie wachtte? Onophoudelijke regen en felle rukwinden jagen ons weg van de ankerplek bij het hotel. Volgt een lange zoektocht met vele ankerpogingen op zoek naar een goeie, lees niet te diepe plek (minder dan 30 m diep), die helemaal niet blijkt te bestaan! Wat komen we hier doen, als we niet van boord kunnen? Van een serieuze dip in onze moraal, gesproken.
Uiteindelijk eindigen we aan een dikke boei, bedoeld voor vissers. Daar liggen we nog steeds aan vast, samen met de Zuid-Afrikaanse boot, Sheer Tenacity.

Maar alles wordt toch weer beter. We maken snorkel uitstapjes naar het lava veld, ontstaan in 1988 bij de laatste uitbarsting van de vulkaan. Het contrast met boven water, waar alles nog pikzwarte lava is, kan niet groter zijn. Het prachtige koraal is de laatste 35 jaar verrassend snel aangegroeid. Wetenschappers staan voor een raadsel.

Fort Belgica.
Nu kunnen we ook in Banda Neira rondwandelen, al is dat een erg zweterige bedoening. Vooral de klim naar Fort Belgica, het door de Nederlanders op het Portugese fort gebouwde bolwerk. Een paar keer gerestaureerd maar alle historische voorwerpen zijn weggehaald.
In Banda Neira adem je geschiedenis. VOC symbolen, kanonnen gewoon langs de straat liggend, (vooral vervallen) koloniale huizen, het paleis van de gouverneur (een grotere versie staat in Jakarta, als woning van de president), afgebrokkelde zwart uitgeslagen muren, rommelige straatjes en steegjes.


Op zeeniveau Fort Nasau, hoog op de heuvel, het gerestaureerde Fort Belgica.



Hier stond je letterlijk "terecht". 


Kanonnen zomaar langs de kant van de weg.

Steevast eindigen we uitgeput en dorstig bij Abba, de eigenaar van het Cilu Bintang Hotel, voor een biertje en een diner. Je raakt niet uitgekeken in dit prachtig opgeknapte museum-achtige “landgoed”. Abba noemde het hotel naar “Stralende ster”, een betoverend mooie prinses, die echt bestaan zou hebben. Je kan de legende van haar tragische leven lezen in één van de vele boeken die op het landgoed bewaard blijven.
Na zovele afgewezen huwelijkskandidaten verliest ze haar teerbeminde bruidegom uiteindelijk aan de zee terwijl hij voor hun huwelijk op weg is naar Banda.

^--=


Het prachtige Cilu Bintang Estate.

Tragisch verhaal als de bloedige geschiedenis van de Banda eilanden zelf. Waar in 1621 Jan Pieterszoon Coen veertig Banda chiefs liet onthoofden en vierendelen als straf voor hun opstand tegen de eerste gouverneur. Gelijk roeide hij quasi de hele populatie van Banda uit of verdreef hen van de eilanden omdat de inwoners hun muskaatnoot aan iedere bieder wilden verkopen en het monopsonie aan de Nederlanders weigerden.
Intussen is er een veel bescheidener rol aan de muskaatnoot toebedeeld. Maar nog steeds een bron van inkomsten voor veel Bandanezen.


Als van oudsher liggen muskaatnoot en foelie overal te drogen. 


Maar ook hier...smartphones !


Additional information