Positie : 01°40,30 Z 145°29,51 O

Voorlopig zijn we “afgestapt”  van de reuzenschommel uit mijn jeugd. Reddende engel is het eiland Manus, in wiens schaduw we nu varen. Manus, waar Australië zijn asielzoekers tot voor kort heenbracht.
Langgerekt en vrij hoog, zorgt dat eiland voor een dam die de venijnige golven tempert. De sfeer aan boord stijgt razend snel.
Er is weinig wind, maar de zeilen blijven vol dankzij die vlakke zee. We genieten van uren champagne zeilen, al mocht het iets sneller. Zien de volle maan opkomen en die grote lamp aan de hemel maakt het (nacht)leven zoveel aangenamer. Gewoon even rondkijken en je hebt alles gezien, geen getuur in de zwarte duisternis.

Maar ons geluk is van korte duur. In de tweede helft van de nacht breekt de hel los. Tijdens Tony's wacht pakken pikzwarte wolken samen. Op de radar kan je volgen hoe ze groeien. Er is nog net tijd om de zeilen naar beneden te halen. Een zware windbui met veel regen doet Jakker vervaarlijk overhellen. De rest van de tijd, het blijft regenen, sturen we binnen, zittend  aan de kaartentafel. Lekker droog.
Het ochtendlicht is Belgisch grijs en bijna zwart is de zee. Dit doet sterk aan de Noordzee denken. Hadden we die niet lang geleden achter ons gelaten?
Enkel de temperatuur is nog steeds tropisch. Kleren hebben we hier niet nodig.

Nu eens zeilend, dan weer op motor (als er absoluut geen wind is), zo varen we nu verder in die grijze wereld. Geen spatje blauw te bespeuren.
We willen diesel sparen want de weg naar Sorong, Indonesië (daar kunnen we weer tanken) is nog lang (850 zeemijlen).
De Hermits eilanden (Admiralty Islands), ons doel vandaag, zijn nog minstens 35 mijl of 7 u varen ver. Dat halen we niet voor het donker wordt om 18u30.
Zouden we de brede, diepe West pas durven binnen varen rond middernacht (helemaal onze gewoonte niet) en ergens een ankerplek zoeken ?  Duimen maar dat de, nog steeds grijze, lucht uitklaart en de volle maan ons de weg kan wijzen.

Positie  :  01°52,76 Z  147°33,52 O

Inklaren in Kavieng was zo relaxed en gemakkelijk en op een paar minuten gefikst, uitklaren zal dat dan ook wel zijn. Inderdaad, als Richard (chief customs) tenminste was komen opdagen op onze afspraak bij de Fisherie Wharf op zaterdag 10 u. Maar helaas, Murphy sloeg toe. Richard was zijn smartphone even kwijt, moest met iemand naar het hospitaal, had andere dingen aan zijn hoofd. Wij konden hem niet bellen, hij contacteerde ons niet.
Verwarring troef. Twee uur hebben we , samen met Simone en Agustin van Huiaqui, gewacht. Aangenaam gebabbeld met de mannen die altijd rondhangen bij het dok, dat wel. De oude man die tegenover het dok woont, probeerde Richard zelfs op de vaste lijn te bellen. Nog zo een voorbeeld van hoe behulpzaam de mensen hier zijn.
No worries , alles raakte opgelost. Een nieuwe afspraak op zondag (elders moet je zwaar betalen voor zondagsdienst) en de papieren zijn in een oogwenk ingevuld. Omdat hij zijn stempel in het kantoor vergat, maken we als toemaatje een ritje in zijn auto om die stempel op te halen.
Afscheid van goedlachse Richard, afscheid van de staff van Nusa Island Retreat en weg zijn we.

We zeilen de ganse nacht op een vreemd rustige zee. 's Ochtends valt de wind weg, we moeten toch motoren om de batterijen op peil te houden, dat komt goed uit.
Maar de zee wordt woeliger, de wind draait pal naar achter, en dan klapperen de zeilen vreselijk. Geen zin om de genua met de boom vast te zetten. Te hobbelig op het voordek.
We proberen enkel met genua, daarna enkel met grootzeil te zeilen. Tony zorgt ervoor dat Pierke (onze Windpilot) kan sturen, die verbruikt nl. geen kostbare elektriciteit waarvan we toch al te kort hebben door te veel wolken voor de zon.
Maar het hobbelen wordt erger, we kunnen de slaap maar moeilijk vatten. Pierke helpt ook niet echt, als een zatlap slingert Jakkers koers van bakboord naar stuurboord.
Ik zie steeds de reuzenschommel in Bokrijk voor mij. Zorgde lang geleden voor heel veel plezier. Probeer echter in zo een schommel maar eens koffie te zetten, je tanden te poetsen, naar toilet te gaan, gewoon te zitten.
We zullen het ermee moeten doen. Schommelend doorheen de Bismarck Sea.

Positie : Kavieng, Nusa Island Retreat, PNG.


12 June '23, 13 years under way now ! !

Afscheid van de Salomons eilanden.
Pikzwart is de lucht rondom ons. We vrezen een erg zware bui, beginnen spullen die rondslingeren in de kuip op te ruimen, bereiden ons helemaal voor en...natuurlijk of liever gelukkig, de bui drijft over. We zijn er niet rouwig om. We hebben al genoeg te stellen met de meedogenloze stroming van wel 2,5 knopen tegen ! Te zeilen valt er niks. Op motor slalommen we rondom de vele eilandjes aan een snelheid van 7 kn door het water. Over de grond is dat rond 4 kn. We bewonderen die vele eilanden. Zoveel amper bewoonde ruimte. Het hoge eiland Bougainville (dit is reeds Papoea-Nieuw-Guinea) torent overal bovenuit.
Geen wonder dat dit hier sinds mensenheugenis smokkelgebied is. Tijdens de covid pandemie ontplooide de Solomon regering stevige politie controles hier. Getuige de grote politie grenspost (Kulitamai) waar we een week “te gast” waren.

De regen komt er later toch nog. Een halve nacht navigeren we binnen, zittend aan de kaartentafel vanwaar we alles kunnen zien, op GPS, en regelen, met de afstandsbediening van de stuurautomaat. Om het kwartier je kop eens buiten steken voor een 360° scan van de omgeving. Een gemiste cargoboot aan de horizon is binnen de 12 tot 15 minuten bij je, luidt de theorie. Daarom.
Dit is routine, maar hier op deze totaal lege zee eigenlijk overbodig.


PNG flag.

Pinipel eiland.
We zeilen 20 uur lang en als we, in de vroege ochtend, Pinipel island (Green Islands, NW van Bougainville) ontwaren, besluiten we binnen te varen. In de lagune een vijftal outriggers die gaan vissen, zo delen ze ons mee en dat we welcome zijn ! Papoea Nieuw Guinea : men waarschuwde er ons genoeg voor. Gevaarlijk. Maar de mensen, hun voorvaderen nog koppensnellers, groeten ons uiterst vriendelijk.

We vinden geen plekje dat minder diep dan 25 m diep is. We houden daar niet zo van, het is een zware belasting voor de ankerwinch om al dat gewicht, van veel ketting in combinatie met ons zwaar anker, nadien weer op te halen. 

We willen hier rusten, hebben het even gehad. Ondraaglijke jeuk aan de, in Balalae opgelopen, beten doet Tony naar pijnstillers grijpen. Hij neemt al anti-histamine pillen en smeert zijn speciale anti-allergische zalf, toch houdt de jeuk hem wakker 's nachts en kan hij geen kleren verdragen. Buiten de kleine vlekjes op zijn geteisterde enkels, verschijnen er nu rode , gezwollen cirkelvormige vlekken op zijn bovenbenen tot zelfs bij zijn navel. Rust zal misschien helpen.
En dat hebben we hier wel. Af en toe komt een “tini" (outrigger kano) langszij. De eilandbewoners zijn nieuwsgierig, zien bijna geen jachten en willen ons verhaal horen.
De ene brengt een vis, de andere een zak “sweet moli” (mandarijntjes) waarvan we eerst dachten dat het limoenen waren. Rijst of suiker is het gangbare betaalmiddel.
We laten een kleine jongen de boot even zien en voor we het weten zitten we de volgende dag met 5 volwassen mannen aan boord. Joe, Carlos, Alex, John, Jack allen willen ze een glimp opvangen van het interieur van Jakker. Het moet wel zijn dat we deze mensen vertrouwen, normaal doen we dit soort rondleidingen niet .
Ze vertellen van hun dorp, van hun tochten naar Nissan Island over de vaak ruwe zee, van de twee gemeenschappen die op het eiland wonen, van de moeilijke zoektocht naar een geschikte vrouw die geen familie van hen is. Ze willen meer weten over België, luisteren graag naar ons verhaal.


Ismaël, who wants to see our boat, and his dad do surprise us with a fish. 


The big guys also want to see the boat. 


Jack shows us his self-made speargun. 


Tony taking care of Labakions  wounded leg.


Yachties , dat weten ze, hebben wel wat medicijnen aan boord. Ze komen daarom om panadol of een anti-diarree middel vragen in ruil voor kokosnoten. Een cousin komt het hele stuk geroeid met zijn kleine neefje, Labakion, diens bovenbeen is flink verbrand door een ongelukje met kokend water.
We ontsmetten de wonde en verbinden ze. Geven nog een restje flammazine zalf mee.
We betwijfelen of ze onze raad, de wonde droog en zuiver te houden, zelfs als ze het zouden willen, kunnen opvolgen. Zo een kleintje speelt voortdurend in en rond het water en zelfs in huis kan je niet aan de zandbodem ontkomen. De kano's, waarmee alle transport gebeurt, staan altijd vol water, er moet constant gehoosd en dat is vaak de taak van de kleintjes.
We duimen voor de kleine Labakion.

Vandaag is het is tijd om verder te zeilen. Dat is wat we invulden op de brief van de chief die Elizabeth, Maikeline, Jessica en vrienden kwamen brengen. Hij had onze gegevens nodig voor zijn boeken, die hij als baas van Pinipel bijhoudt.
Onze dinghy ligt nog steeds aan dek, lekker makkelijk. We waren hier niet aan land, het dorp kwam voor een keertje naar ons.


They brought us the letter with a message of the chief. 




More visitors ! 

Naar Kavieng.

In een maanloze, pikdonkere nacht schitteren de sterrenbeelden net als in een les voorbeeld. Het Zuiderkruis, met links daarvan de prachtige S-vorm van de Schorpioen, mijn (favoriete )sterrenbeeld, daar tegenover de Grote Beer want we zitten maar 2 ° zuid van de evenaar en dan kan je ook dit sterrenbeeld van het noordelijk halfrond zien, de Melkweg en nog zoveel meer.
In de verte de felle lichten van de goudmijn bij de Lihir eilanden .
Er is geen wind, we motoren heel langzaam verder, willen niet te vroeg in Kavieng toekomen. Voor de rest niks speciaal te melden enkel dat slapen geen enkel probleem vormt op deze rustige zee.
Kavieng, je moet maar eens op de kaart kijken, ligt te midden van talloze eilandjes. We zoeken onze weg en droppen, begeleid door een groepje dolfijnen, tegenover het Nusa Island Retreat, het anker, het is zondagochtend 9 u.


Entering Kavieng lagoon. 


Our anchorspot near Nusa Island Retreat.

Al meer dan een week genieten we nu het leven op de ankerplek. Het inklaren (de emergency procedure zonder dat we op voorhand een visa aanvroegen) gebeurt erg gemoedelijk. De officials vragen aan óns hoe lang we willen blijven, we krijgen meteen een stempel in ons paspoort, moeten helemaal geen papieren invullen. Dromen we?
De boot van het resort verzorgt een ferrydienst naar Kavieng. Eerst maar eens onze Solomon dollars omruilen voor PNG Kina. De wachttijd van een uur doden we met een leuke conversatie met Mike een jonge politieman die achter ons in de “queue” staat. Twee, honderd Solomon dollar biljetten (elk 10 € waard ) worden geweigerd, een vlekje aan de rand kan niet door de beugel.
Nieuwe sim kaart kopen en beltegoed, op ontdekking in supermarkten, het zijn zo de rituelen van aankomen in een nieuw land.
We kunnen zelfs koffie scoren,(we zitten al 4 maanden zonder), de beroemde koffie van de hoogste berg van PNG, Mount Wilhelm (4.499 m).


First thing to do in a new country is to buy a simcard. 




In the streets of Kavieng.

Cooking gas is er echter in gans Kavieng niet te vinden.
In de stad lopen is best vermoeiend. Iedereen zegt goeiedag en How are you? Ze zien ons witte mensen al van mijlenver aankomen.
Ik zie een opa, kleinkind bij de hand, naar ons wijzen van de overkant van de straat.
Over het main land doen verhalen van “raskol gangs” de ronde.
Maar hier geen spoor van de gevaarlijke toestanden waarvoor PNG berucht is. Klopt het echt dat Kavieng de veiligste stad is van het land ?
Gevaarlijk zijn enkel de trottoirs. Terwijl de straat weinig gaten vertoont, breek je bijna je benen op de vreselijk ongelijke stoep.


Boats from the surrounding islands come to the market. 


Pouring rain while we are at the market. 



On our way back to the boat with the Nusa ferry. 

Nusa Island Retreat.
Het resort is een verhaal apart. Samen met Simone en Agustin van sv Huaiqui brengen we er vele gezellige uren door. Ontbijt, lunch en diner buffet , het is er allemaal even lekker.
We laten ons eens goed gaan.
Veel regen en wind houdt ons langer hier dan verwacht. Toch vinden we ook tijd om te snorkelen op, geloof het of niet, weer een Japans vliegtuig en een scheepswrak.
Kavieng was immers ook weer een grote Japanse luchtmachtbasis. Amerikaanse bommen- eskaders bombardeerden de kwetsbare, op het water geankerde vliegboten die prompt ter plekke zonken. De bodem is ermee bezaaid.
Een oude goedlachse man, John,komt een praatje maken, vertelt over het vroegere Kavieng en hoe zijn vader onder de Japanners vocht.
We wandelen rond Big Nusa eiland op zoek naar de grote kanonnen bedoeld om schepen onder vuur te nemen. 

Met vele goeie herinneringen aan Kavieng trekken we weer verder.


One of the bungalows in the resort.




Meet the pets of the resort, the Blyth's hornbill . (Paoea Jaarvogel - een neushoornvogel). 


Our walk to the Japanese cannons with our guide Marala, definitely addicted to betelnut. 










Positie : Kavieng, Nusa Island Retreat, PNG.

Kijk ook nog eens naar het vorige artikel nu de foto's erbij staan. 

 


As brothers next to one another. 

Kulitamai grenspost. (Shortland Islands).
De boot vaart recht naar ons toe. Acht officials aan boord. Sommigen in gele hesjes anderen in politie uniform, rechtopstaand, ernstig kijkend. Dit is een serieuze zaak. Ze willen ons meteen uitklaren. Het is zondagochtend en wij dropten, na een nacht op zee, net het anker in de lagune van Kulitamai, Shortland Islands.
Benzily, de immigratie man in Gizo, communiceerde blijkbaar toch nog helemaal verkeerd. Wij maakten hem via email en, ten overvloede ook telefonisch, duidelijk dat we pas vrijdag 9 juni willen uitklaren uit de Shortlands. Pas binnen een week dus. Vliegtuigwrakken, of wat er nog van overblijft, spotten, dat is waarom we naar deze uithoek zeilden.
Euh, zeilden...nee, dat niet. Een compleet windloze nacht dwong ons het ganse traject te motoren. Maar een prachtige volle maan, die het rustige water helder deed oplichten, vergezelde ons tot 's ochtends.
Enkel in de buurt van Vella Lavella joegen hoge, bruisende stromings-brekers ons de stuipen op het lijf.

We proberen ons niet te laten intimideren door al dat officieel geweld, leggen onze bedoelingen uit en : “Sorry, dat we jullie zondagsrust verstoord hebben!” Brisbane, de douane man, zijn naam kennen we van Martha in Noro, stelt zich voor. Hij begrijpt de situatie en nodigt ons, nu vriendelijk, uit morgen langs te komen op de grenspost waar we zelfs van hun internet mogen profiteren. Het is weer eens wat anders. Geen Starlink antenne die voor de verbinding zorgt dit keer, maar een, door de regering geplaatste, satelliet schotel.

Brisbane klust blijkbaar bij als “toeristen bureau ” want als we vragen wie ons kan inlichten over het eiland Balalae en de Japanse vliegtuigwrakken, doet hij ons meteen een voorstel om het morgen te bezoeken. Het kostenplaatje ? Een boot huren, een gids die de wrakken weet te vinden onder de arm nemen, fuel kopen. Samen zo een 200 €. Vooruit maar, je komt hier tenslotte één keer in je leven.


Brisbane and Marcus are going to guide us. 

Balalae.
Zo zijn we al vroeg met de boot op pad richting Balalae waar eens een grote Japanse vliegtuigbasis was. Dat deze erg belangrijk was, bewijst het feit dat  dé admiraal Yamamoto (berucht om de aanval op Pearl Harbor) naar Balalae op weg was toen hij boven Bougainville werd neergeschoten. Lees hier meer. 

De airstrip werd in recordtempo gebouwd door 517 Engelse POW (krijgsgevangenen). Begin er maar aan, op een dichtbebost jungle eiland een groot terrein vrijmaken voor een landingsbaan. Terwijl de honger steeds knaagt, het bloedheet is en vele tropische ziektes jouw uitgeputte witte lichaam eronder proberen te krijgen.
Toen alles klaar was, werden ze allen zonder genade geëxecuteerd. Terwijl de Japanners achteraf beweerden dat ze op zee omgekomen waren.

Minstens elf van de vliegtuigen, die na de oorlog nog op en rond het vliegveld stonden, werden door de regering verkocht aan een internationale groep die toelating kreeg ze te komen ophalen. De lokale mensen, het hier duidelijk niet mee eens, slaagden erin één vliegtuig, dat ook voor transport klaarstond op het strand, daar te houden.
Dat gaan we eerst bekijken. Men heeft er zelfs een afdak overheen geplaatst. De romp is bijna in zijn geheel bewaard gebleven, 80 jaar lang.
Tony vindt het geweldig en kan meer over deze Bettybomber (elke Japanse bommenwerper kreeg van de geallieerden als code een meisjes naam ) vertellen dan onze gids. Hij is volledig ontmanteld, vleugels afgeschroefd, hij moest immers op transport.
Jammer ook hier heeft graffiti zijn bekladdend werk gedaan.


Fuselage of a Bettybomber. 


A motor .


The wings have been removed for transport. 




The young mother with her child trying to make a living out here. 

Maar onze aandacht en medelijden gaan vooral naar de jonge vrouw, een meisje nog, die met haar baby blijkbaar (tijdelijk) bij dit vliegtuig woont. Haar man een visser op de riffen rondom het eiland?
Achter de vleugels van de Bettybomber zoekt ze in haar hangmat wat beschutting tegen wind, regen en zon. Een paar zwartgeblakerde potten, een emmertje waar ooit de bekende Fiji crackers inzaten . Wat een triest leven.

Verder gaat de tocht, nu echt door de woeste jungle. Marcus kapt met zijn machete de ergste obstakels weg. De braam-achtige, laag over de grond slingerende ranken trachten onze voeten te strikken en ons pootje te lappen. Vermoeiend stappen dit.
Na een half uur beginnen we ons af te vragen of dit wel de juiste richting is. Tony haalt de GSM boven, Marcus duidt aan waar hij denkt dat de wrakken liggen. Oei, we lopen verkeerd. Blijkt we moeten veel meer richting de zon stappen. Hoewel we Marcus dat duidelijk maken, wijkt hij nog steeds af. Uiteindelijk bereiken we de eerste, erg beschadigde wrakken, te midden van diepe bommengaten.
Het, voor ons, mooiste exemplaar bevindt zich dichtbij de startbaan. Pas nadat Tony dit uitgebreid geïnspecteerd heeft, vertelt Brisbane ons dat er een bom onder zou zitten en dat men er daarom van afzag dit eveneens te mee te pikken. Oeps, waagden we ons leven?


Into the jungle.


This is what remains of a truck.


Another dismantled fuselage...


...Tony inside.





Only after inspection we found out that there still is a bomb under this Bettybomber. 

Een verrassing vormt de ontmoeting met een kokosnootkrab-vanger. Hij heeft drie exemplaren verschalkt vannacht. Tony koopt ze alledrie en we regelen een heuse kokosnootkrab party bij het cafeetje vanavond. Kokosnootkrabben zijn beschermd, dat weten we wel. Toch worden ze hier nog overal gevangen. Sorry, maar ze blijken een echte lekkernij.

Onze meegebrachte lunch verorberen we op het strand en hier ging het duidelijk mis. Alhoewel wij dat toen helemaal niet doorhadden.
Onze lange broek en sokken (mijn broek ín mijn sokken gestopt) hingen vol met “klitten zaadjes “ (of hoe noem je dat? ) die doorheen de stof prikten. Voelden we daardoor de beten van één of ander gemeen beestje niet?
We zullen het nooit weten, feit is : de volgende dag vertonen onze enkels tientallen, bij Tony honderden (hij is bij 300 gestopt met tellen) beten. Mieren beweert Brisbane, die er ook last van heeft.
Het jeuken wordt snel onuitstaanbaar en op, alweer vooral Tony's bovenbenen, verschijnen grote ronde vuurrode vlekken. Zelfs bij zijn navel duikt er eentje op.
Kan het dat deze vlekken nog meer jeuken?
Een lang verhaal kort. Nu, 21 dagen later, heeft Tony nog steeds last lees jeuk en slaapt hij slecht daardoor. Later suggereert een inlander dat het hier wellicht om beten van zandvliegen gaat. Wie zal het zeggen?
Balalae zullen we niet licht vergeten en dat niet enkel om de wrakken.


Our meeting with a coconutcrab catcher .


Brisbane, me, the coconutcrab catcher and Marcus on the once famous airfield. 


Paradise does not exist. Lots of very fierce bugs here.

Nila village, onder water.
Toch hebben we nog niet genoeg gezien. Ook onder water ligt heel wat archeologisch materiaal in de vorm van Zero gevechtsvliegtuigen, Jakes en Petes (ook codenamen voor vijandelijke vliegtuigen van de geallieerden) maar vooral de meest indrukwekkende Mavis H6K.
Deze enorme viermotorige vliegboot (al gebouwd in de dertiger jaren !) maakt veel indruk, ook al zijn bij de tsunami in 2007 de vleugels in twee geknakt en de motoren afgebroken.


Big Kawanishi  Mavis H6K. (Click the link to find out more)


Lots of these struds.


The steering wheel.


I'm holding on to the motor in a lot of current. 


Nice coral on the wreck too.

Vertelde ik dat we eerst snorkel- en duiktoestemming zijn gaan vragen aan Father Stalislas ( origineel afkomstig uit Myanmar) van de Katholieke missie ? We wilden immers in het water voor zijn deur exploreren. Op het terrein voor de kerk vind je ook weer vleugels en cockpit van een Zero, gewoon ingegraven om de vaak modderige grond te verharden.


A Zero and floaters of a seaplane in front of the church.


A Zero integrated in a sometims muddy footpath.


Her last name is Eresi ( her first cousin is Joseph) she feels connected with us as ours is Erens. 

Het is de jonge politieman Joseph Eresi, gisteren kwam hij zich voorstellen bij onze boot, die ons de mooiste vliegtuigwrakken aanwijst. Hij droomt ervan ook ooit een boot te bezitten.


Police officer Joseph.


Seaplane  Jake. 

Ook Brisbane en immigratie officier Solomon brengen bezoekjes aan boord en zeggen geen nee tegen de aangeboden biertjes. Nu het zo nodige bevoorradingsschip nog steeds op zich laat wachten en het caféetje zonder bier zit, zijn wij de ideale tussenoplossing.
We verwonderen ons over de metamorfose van de wat formele mannen van overdag naar interessante en plezant uitbundige babbelaars.
De laatste avond, het bevoorradingsschip heeft intussen het café van nieuw bier voorzien, trakteren zij ons naar hartenlust.


The place to be.


Me, Tony, Brisbane (customs) and Solomon (immigrations).

Het officiële uitklaren van Jakker op vrijdag gebeurt in gemoedelijke sfeer onder de enorme mango boom. “Neem vooral jullie tijd om te vertrekken,” drukken ze nog op ons hart. No stress here in the Shortlands !
Met spijt in het hart nemen we afscheid, we hadden beslist langer willen blijven.


Clearing out under the mango tree.


In the meantime  the supply ship beached at the station and unloaded....


barrels of fuel into the water. They had to be swam ashore. The easiest way to unload them ! 




Positie : Pinipel, Green Islands, PNG – 04°22,86 Z  154°07,27 O

Dit bericht stuurde ik via Winlink en onze SSB radio door naar Karen, die het vervolgens publiceerde. Voor foto's zal je moeten wachten tot we weer internet hebben, die kan ik nl. niet verzenden. 


"C'est la vie" maakte ons bootleven een stuk makkelijker. Dank je, Sammy, voor het gebruik van jouw Starlink ! 

Nadat we nog de romp met zoutwater poetsten, de pijn in armen en schouders moet je er maar bij nemen, ziet Jakker er weer bijzonder verleidelijk uit.
Andere problemen dienen zich nu aan.
Het zonder internet verbinding moeten stellen, je weet wel, door die kapotte kabel, normaal vinden we dat niet zo een ramp, soms ondervinden we dit zelfs als een verademing. Maar dit keer is de timing wel erg slecht.
We varen nog maar eens naar Gizo en ontdekken dat ze de ATM – het geld kastje in de muur - al terug aan de praat hebben. Diesel kopen, no problem.
Het tanken heeft wel wat voeten in de, door de felle regen zompige, aarde. Eerst in de rij staan om te betalen. 1,8 € /l. Vervolgens pompen 2 jongens de 280 l diesel die we willen kopen eerst in maatbekers van 5 l, gieten die dan in onze 20 l jerrycans (waarvan de afsluitdoppen al meermaals hersteld zijn). Drie keer varen we met Jak heen en weer. Jerrycans in onze tank leeggieten en weer terug voor meer diesel. De laatste lading volle jerrycans binden we vast aan dek.
We verwachten weinig wind, dat is duidelijk.


Diesel tanken ! 

Een pizza hebben we wel verdiend na al dat werk. In het Gizo hotel hangen niet alleen nog steeds de Australische soldaten rond, die de lokale politie trainen, we ontmoeten er ook onze nieuwe buren op de ankerplek. C'est la vie is een Australisch superjacht met 3 jonge mensen (crew) aan boord én de eigenaar, Sammy, een uitbundige, sympathieke Australiër met Griekse roots met zijn Japanse vriendin. Tussen pot en pint nodigt hij ons meteen uit van zijn Starlink internet verbinding gebruik te komen maken. En zo raakt onze visa aanvraag en Vessel Declaration System (VDS) voor de boot, om Indonesië aan te doen, toch nog in orde.
Niet zo vlotjes zoals ik dat hier nu schrijf. Maar ik bespaar je de uitleg over heel veel Whatsapp communicatie heen en weer met verschillende agenten, de uiteindelijke keuze voor één iemand, het frustrerende interactief invullen van een uitgebreid formulier, de lange lijsten van medicijnen, route die we willen varen in Indonesië met ETA en ETD , bewijs verzekering, kopies van vele documenten enz enz.
Tenslotte de betaling via een Wise account, die we ook nog snel snel even hebben aangemaakt en gespekt met geld.
Alles geregeld via de Starlink modem, waarvan we het signaal, als we evenwijdig liggen met onze buur, gewoon aan boord van Jakker ontvangen. Dank Sammy, maar vooral dank Elon Musk. De aankoop van dit revolutionaire systeem lijkt onvermijdelijk. Overal ter wereld internet ontvangst zelfs op de meest afgelegen plekken. Een droom. Verbruikte het maar eens wat minder stroom !

Je voelt het al, het hele Indonesië verhaal neemt dagen in beslag. Dagen steeds afgesloten met biertjes met Sammy, vriendin Nao en de crew. Uiteindelijk is alles goed bevonden en na een laatste afscheidsavond zijn we er klaar voor.


PT 109 (genoemd naar JFK's torpedoboot) , the place to be in Gizo . 


Etentje met de ganse crew van C'est la vie. (De twee captains zitten naast elkaar). 



Gezellige avonden aan boord van C'est la vie. 

Helaas. Ons vertrek uit Gizo, 's namiddags, eindigt al meteen, vlak voor het donker, in de buurt van Liapari in een enorme, langdurige plensbui. Heerlijk dat we daar op onze vertrouwde, veilige ankerplek kunnen schuilen. Minder heerlijk, om 2 u op om onze reis naar de Shortland eilanden verder te zetten.
Als we rond 5 u in de buurt van de Baga antenne even 2G hebben, slaat een Whatsapp bericht van onze agent in als de bliksem. De scan van onze paspoorten is geweigerd door de Indonesische autoriteiten en of we die even opnieuw kunnen maken?
Ongeloof, boosheid...daar doe je niks mee, een oplossing moet er komen. We zien er slechts één : terug naar Gizo naar Sammy, onze Starlink vriend. Nieuwe scans maken (wij vonden de vorige absoluut goed leesbaar in 4 talen ) en versturen. Wachten op goedkeuring. Go.

En zo komt het dat we met anderhalve dag vertraging nogmaals de lagune bij Gizo uitvaren in een tweede poging de Shortland eilanden, met de vele oorlogsrelikwieën, te bereiken.

 

Jak  (onzen auto) aan de steiger van PT109.


Positie : Gizo.



Wat een mooie spot om uit het water te gaan ! 


Het leven hangt aan elkaar van verrassingen. Plots verschijnt, als een geschenk uit de hemel het Australisch superjacht C'est la vie, naast ons op de ankerplek. Blijkt dat ze over een Starlink connectie beschikken voor internet en wij er gebruik van mogen maken. Zo kan ik je toch nog één en ander vertellen.

Het volgende gebeurde allemaal gelijktijdig met het uitvallen van het internet en onze tijdelijke terugkeer naar het Stenen Tijdperk. Maar ik vond dat ik je van onze totale afzondering eerst op de hoogte moest stellen. Daarom nu pas het relaas van onze haul out.

“Hij houdt van mij, hij houdt niet van mij, hij houdt van mij, hij....”. Ken je dat spelletje nog? Je zegt het rijmpje op terwijl je bloemblaadjes uittrekt.
Geloof het of niet, maar wij doen de laatste weken net zo een spelletje. Wij reciteren echter : “We gaan uit het water. We gaan niet uit het water. We gaan....”.
Schreef ik in een vorig tekstje nog dat we absoluut NIET uit het water zouden gaan hier in Liapari (nadat we het eerst wel van plan waren ) immers de installatie te krakkemikkig, het verblijf op de “kar” te duur, het werken op een ondergrond van balken met grote openingen ertussen te gevaarlijk en...en...en.
Toch liggen we op dit moment, het is 6u, ochtendschemering en hoog water, (enkel bij hoog water is het er diep genoeg) vóór de helling te wachten om op de kar te varen, de kar die ons vervolgens op rails en door middel van een zware kabel en winch “omhoog” zal trekken uit het water.


6u30 's ochtends ... we zijn er klaar voor. 

Het is vooral Jérôme die ons over de streep heeft getrokken. Hij beweert dat het in Indonesië veel duurder is. Bovendien kost het ons steeds meer moeite om Jakkers baard af te doen, ook al geven we dat aan onszelf niet graag toe . Vooruit, we gaan ervoor. Rij Jakker maar uit het water !
Acht mannen assisteren bij de job, twee zitten constant in het water en controleren hoe de kiel van Jakker op de kar zakt, eerst een beetje scheef, maar dat wordt met houten spieën snel gecorrigeerd.
Twee uur duurt heel de procedure want we gaan echt centimeter voor centimeter vooruit en omhoog.
De splinternieuwe hogedrukspuit kan niet gebruikt worden, de lans is niet meegeleverd. Pech. “Dat lossen we op volgens Solomon style” : geeft Levin, de ploegbaas, meteen de oplossing. Een aantal werkers borstelt en schuurt de romp schoon, zo gauw Jakker uit het water is.


Daar moeten we naar boven.


Twee werkers aan elke kant. 


Strenge kapitein - toezichter .

 


Langzaam , langzaam.


Aan dit oog hangt het leven van Jakker.

 


Het machine hok.


Brrr, zo hoog !?

En dan is het aan ons. Men zet een ladder tegen de romp, hup, naar boven. Slik. De oude ladder kraakt, steunt en wiebelt. Durf ik die 6 m omhoog? Met het water in de handen kom ik boven. Maar hoe vaker ik omhoog en omlaag klim, hoe beter het gaat.
Jakker staat echt wel flink wat hoger dan we gewoon zijn. Een groot verschil. Met de verfroller op een steel (van zeiler Iggy geleend) kan Tony tot bovenaan geraken. Normaal heeft hij hiervoor een klein opstapje nodig.
Maar zo ver zijn we nog niet. Eerst moet het roest op de kiel behandeld. Na grondig schuren breng ik een anti-roestlaag aan en later een primer zodat de antifouling kan hechten. Tony schuurt de schroef tot die glanst.


Bungalow with ...


a view. 

Genoeg gewerkt voor vandaag. We stappen naar de luxe van onze bungalow. Genieten van een lekkere douche, een boterhammetje eten, een kingsize zacht bed, een toilet (het onze aan boord is onbruikbaar nu) en snel internet aan deze kant van het eiland. NIET dus want uitgerekend vanmiddag viel het internet leven in de helft van de Salomonseilanden volledig stil. De gebroken glasvezelkabel zorgde daarvoor. Maar daar kwamen we pas veel later achter.

Die eerst nacht trekt er een heuse storm over Liapari met bakken regen die oorverdovend ratelen op ons zinken bungalow dak. De volgende dag schilderen we het onderwaterschip tussen buien door. Zoals we verwachtten, duurt het werk hier langer. Dat komt door het extra klimwerk, dat uiterste voorzichtigheid vraagt. Het is niet gewoon vorderen en telkens de verfpot een beetje vooruit schuiven.


Wankele stellingen.


Ik doe zo ver en hoog als mijn arm wil.


De oude installatie houdt Jakker goed recht. Voor ons is het moeilijk werken al kruipend over balken.

We geraken er door die regen niet in één dag , werken de volgende dag de tweede laag af. Een druppel antifouling, bijna in Tony's oog, zorgt voor vertraging. Door zijn snelle reactie kwam het giftige spul niet ín zijn oog maar op zijn wimpers terecht. Met het uitspoelen en schoonmaken verliezen we kostbare tijd. Stressen. Maar met zijn oog blijkt alles, ook nadien, ok.
Uiteindelijk ziet Jakker er weer pico bello uit en kan zij om 7u30 zaterdagochtend, nadat Tony Levin en de mannen, met kater na een feestje, uit bed is gaan halen, terug in het water.
Oef. Weer een moeilijk werkje opgeknapt.


Omgekeerde actie.






Laatste fotootje met vrienden, Ignazio en Jérôme, in het Round House (destijds fungerend als atelier om dinghy cover te maken).





 

Positie : Liapari – Vella Lavella – Salomonseilanden.

Ken je dat? Bovenaan je smartphone verschijnt een symbooltje als een “verboden te parkeren” bord, zo een rond bord met een streep er doorheen. Geen telefoon, geen internet, betekent dit.
Je kan zelfs geen noodoproep doen. Er is helemaal geen enkel signaal ! Vreemd. Dat zagen we hier nog nooit.
Twee dagen zien we dit symbool nu al. Dan begint eindelijk de “coconut radio” (zo noemen ze hier de “tam tam”) berichten te verspreiden.
Nee, er was geen cycloon, geen zware storm, geen overstroming maar er was wel een cargoschip in de haven van Noro dat doodgemoedereerd, met zijn zware anker, de dikke glasvezel kabel, die de helft van de Salomonseilanden voorziet van telefoon en internet; kapot trok. 40 % van de bevolking zit zonder verbinding met de buitenwereld nu. Kleine en grote eilanden zijn helemaal geïsoleerd. Heel erg. Terug naar het stenen tijdperk.
Wat betekent het voor ons?
De ATM in Gizo werkt niet meer. Binnen de kortste keren zullen we zonder geld zitten. Tenzij, tenzij de bank onze euro's  (?) of Nieuw-Zeelandse dollars wil ruilen. “Nee, “zegt Cynthia van het kantoor  hier in Liapari, “in Gizo zitten de bankbedienden werkloos thuis.”
Onze opgestarte procedure om een visum voor Indonesië te bekomen, wordt nu wel heel erg moeilijk verder te zetten. We werkten via Whatsapp met een Indonesische advocaat.
We moeten ook onze boot registreren voor Indonesië en via een, soms instabiel, interactief programma (Vessel Declaration System) tientallen pagina's invullen. Onmogelijk nu.
We kunnen ook niks meer opzoeken, ontvangen geen nieuws meer. Zijn bijna volledig geïsoleerd.

Bijna, want gelukkig hebben we nog onze Ham radio en pactor modem (bij onze laatste trip naar huis hersteld). Wij kunnen dus wel nog mails sturen. Zo heeft Karen onze Indonesische advocaat al kunnen waarschuwen.
Het enige probleem is dat die “onze” mails omwille van hun “vreemd” adres van This email address is being protected from spambots. You need JavaScript enabled to view it. vaak in de SPAM terecht komen of tenminste gefronste wenkbrauwen opleveren bij de bestemmeling van die mails.
Maar kijk, we hebben toch succes en kunnen de meer dan 80 jaar oude vader van collega zeiler Jérôme in Frankrijk mailen.

Dit is de situatie. Blijkbaar zal het 3 tot 5 weken duren om het euvel te herstellen . Er moet een schip van Azië komen. Stom detail : ons visum verloopt op 6 juni. We wilden ook effectief binnen 2 weken hier vertrekken. Zal dat mogelijk zijn? Zullen we kunnen uitklaren ? Zullen we de nodige diesel kunnen kopen voor onze volgende trip met mogelijk weinig wind?
De volgende dagen gaan we op zoek naar antwoorden op al deze vragen. Je hoort ervan.

Positie : Liapari (07°56,72 Z / 156° 42,78 O).



Stralend blauwe hemel. Enkele donzige wolkjes spiegelen zich in het gladde water. Een briesje zo licht, bedoelt men dit met een “zuchtje” wind ?
Typisch Middellandse Zee-zomer-weer. Wij krijgen een te gek vakantiegevoel en varen, zeilen zelfs, naar Mbanbanga eiland waar je twee hotelletjes vindt. Want behalve zwemmen, snorkelen, duiken, luieren, hoort bij vakantie toch ook af en toe een etentje, een drankje, een cocktail. Pizza, crayfish (langousten), margarita voor mij, B52 voor captain Tony, het gaat er allemaal vlotjes in. En wat een decor.
Zes dagen duurt onze “vakantie” nu al en we krijgen er niet genoeg van. Kolombangara kijkt toe vanuit de verte en ziet dat het goed is.


Soms is dit ons leven. 


Ons favoriete visje.



Enig nadeel : aan boord wordt het smelt heet en dat bedoel ik letterlijk. De zon, die twaalf uur per dag ons dek teistert, en het badwaterwarme water (31°) waarin we dobberen, maken van de boot een sauna, geen greintje koelte te bespeuren. De ventilatoren draaien overuren, dag én nacht. Ik heb constant een zweetbaardje en ik kan je verzekeren dan is het écht warm. Toch proberen we ook een beetje te werken.
Ik hijs Tony op een vroege bewolkte ochtend in de mast voor algemeen nazicht van rigging en zalingen en voor reparatie van het deklicht. De Windex (windrichting aanwijzer) in de top van de mast krijgt, als altijd, zijn likje naaimachine olie smering.
Best al een tijd geleden die hele “in de mast hijs toestand”, maar we kunnen het allebei nog.
Ook de Yamaha buitenboord motor moet nagekeken en het staartstuk krijgt nieuwe olie. Bij gebrek aan motorbank, houd ik de motor rechtop en functioneer zo als motor standaard. Heb ik nu promotie gemaakt?


Moeilijke job !


Olie in staartstuk vervangen. 


Als een aapje in de mast ! 


Onderhoud van de radio antenne voor mijn wekelijks praatje met ON7KO (Vlaamse vriend radio amateur).

Ook ons hoofd moet aan het werk. We lezen ons in over onze volgende bestemmingen Papoea Nieuw Guinea (PNG) en Indonesië. Moeilijk om post covid lees recente info te krijgen.
Ik schrijf een aantal mensen aan die kunnen helpen een visum voor Indonesië te bemachtigen. Zonder hulp (je moet o.a. een aanbevelingsbrief hebben van een sponsor ) lukt het je niet. Bovendien zijn de prijzen voor een visum door de regering pas onlangs serieus opgetrokken en de verschillende agenten en advocaten dienen, voor hun service, de meest uiteenlopende onkostennota's in. Het is echt oppassen geblazen voor oplichters en door de bomen zie je het bos vaak niet meer.
Pas uit Indonesië aangekomen collega zeilers Jérôme en Eric spuien info die we allemaal proberen op te slaan. Onze oren tuiten. Gegevens van betrouwbare, behulpzame Indonesiërs sturen ze ons via Whatsapp of Messenger. We kijken samen naar satellietkaarten op de smartphone, bestuderen ankerplekken, plaatsen waypoints.
Hoe raakten we veertig jaar geleden ook op onze bestemming, met enkel papieren kaarten en weinig info ter beschikking, vraag ik me af.
Ook wij zijn ondertussen tot de moderne zeilers gaan behoren, moet ik vaststellen. Al is Starlink nog een ver van ons bed show.


Onderweg naar Liapari krijgen we gezelschap.  

Indonesië is voor later. Eerst moeten we nog rond PNG. Vroeger al bekend als één van de “wildste” landen ter wereld, lees je nog steeds horror verhalen over PNG . We willen ze ook niet het voordeel van de twijfel gunnen, en het gewoon uitproberen zoals onze Duitse vrienden, dan ben je wellicht de klos.
De Solomonverhalen van één van onze vrienden over corrupte politiebeambten hier zijn beangstigend, reden om wenkbrauwen te fronsen en PNG is zeker nog erger.
Dus wat zullen we doen ? Waar is het inklaren veilig ?
Iedereen zegt : “Steden moet je vermijden, daar zitten de “rascals”, eilanden zijn veel veiliger.” Bougainville is het eerste eiland slechts een paar mijl ten noorden van de Salomonseilanden. Het hoort tot PNG maar streed een tiental jaar geleden een zware onafhankelijkheidsstrijd, een strijd met doden en gewonden en volledig vernielde steden. Zo veroverde het een zekere autonomie, de centrale regering trok zijn handen af van Bougainville waar nu Australiërs en Nieuw-Zeelanders een oogje in het zeil houden. Hoe zit het daar met de veiligheid voor één enkel buitenlands bootje dat er zich komt aanmelden?
Het minste wat je mag verwachten is dat ze je belagen met ontelbare beden om van alles en nog wat.
Ook Rabaul, samen met Kokopo vroeger immens populair bij zeilers, wordt afgeraden nu. Het is er allemaal erg veranderd sinds de vulkaan bijna de ganse stad verwoest heeft. Een inwoner (een ontmoeting op Lola Island leverde me zijn email adres op) van Rabaul mailde me dat. Waarom zou je eigenlijk hierheen komen, schrijft hij?
Waar zijn we aan begonnen? PNG heeft echt een erg slechte naam gekregen.

De beste tactiek ga ik hier, voor onze eigen veiligheid, niet uit de doeken doen.
Je leest later wel hoe we dit probleem aanpakten.


Bimini herstellen...


en waterdicht spuiten. 

Pizza eten met de mannen in Gizo hotel. 

 

Positie : back in Gizo town.


Het kleine gemeenschapshuisje van de familie in Baga = Bava = Mbaga 


Kastom versierd vanbinnen. 


Baga eiland.
_________________
Op naar Baga eiland nu. Ongeveer 18 mijl langsheen de kust van het grote Vella Lavella eiland richting noord vanuit Liapari, precies de richting waaruit een flauw windje waait. Je snapt het al, het wordt wéér motoren, tenminste als we over het traject geen dagen willen doen. Ons aantal motoruren gaat pijlsnel de hoogte in. Zeilers houden daar helemaal niet van maar we zullen eraan moeten wennen. Moesten we maar niet zo dicht bij de evenaar willen zeilen.

In het kanaal tussen de twee eilanden staat behoorlijk wat stroom. Een uitgestrekt rif met vervaarlijke branding golven dwingt ons tot een omweg. We beproeven de meest noordelijke pas bij Inia. Je kan er in een soort kommetje ankeren, maar de zwaai ruimte is wat krap. Naar de zuidelijke ingang bij Jirundu Islet dan maar. En als we ver genoeg doorvaren, peilen we eindelijk 14 m diepte, goed om te ankeren.
We kijken verwonderd rond op deze mooie plek omringd door eilandjes en mangroven, zien een paar rieten huisjes en meteen worden we al ondergedompeld in het eiland leven. Regi, zijn zus en neef, in hun kano op weg naar het rif, maken hun opwachting, heten ons welkom en vragen meteen of we sigaretten hebben. Visdraad en vishaken zijn ook ok. In ruil brengen ze later kokosnoten, elk gevuld met bijna een liter heerlijk kokoswater.
We spreken af voor een wandeling op hun eiland. Echt geen walk in the park. Als we bij Regi's ma aankomen, heb ik schrammen op mijn enkels en armen. Doorheen mangroven en modderpoeltjes (gelukkig was de krokodil niet thuis), klauterend over boomstammen, langsheen Regi's kopra drogerij, komen we terug bij ons startpunt.
De volgende dagen snorkelen we uren op de omringende prachtige riffen, steeds met Regi als gids. Een duikmasker heeft hij wel verdiend.


Op stap met Regi naar 


zijn mama.


Op de terugweg stookt hij zijn vuurtje onder de drogende kokosnoten nog even op. Boven rechts gluurt Tony 


binnen in de droogzolder.


De mudcrab smaakt toch niet zo lekker als de Noordzee krab. 


Dé sterren van het rif, de échte Nemo's, clown anemoon visjes. 



Vóór de volgende regendag zijn we alweer terug in Liapari waar Fransman Jérôme net is gearriveerd. Hij komt rechtstreeks uit Indonesië, kan er veel over vertellen en bezorgt ons miljoenen rupiahs !

Ilitona.
________________


De machtige uitgedoofde vulkaan op Kolombangara island. 

Voorlopig verkennen we de Western Province nog wat grondiger. Onze volgende bestemming : Kolombangara, de machtige uitgedoofde vulkaan, met zijn 1800 m één van de hoogste bergen van de Salomonseilanden. De rand van het vulkaaneiland, een perfect cirkel, kent ontelbare kleine en grote kreken. We varen binnen in Vovohe cove. Een dorpje, wat huisjes apart en Amiga de boot van Hilde, een Duitse collega.
In ons logboek heet deze inham voortaan “bloemenbaai”. Immers deze Goede Vrijdag bezoekt een stoet van kano's met kinderen van diverse leeftijden Jakker. Ze bedelven ons onder prachtige bloemen. Echte bruidsboeketten zijn erbij. De kinderen naderen eerst wat aarzelend, houden de bloemen achter hun rug en steken ze ons dan plots toe. Wachten dan een beetje af. De oudsten spreken Engels en vertellen me hun naam, hun leeftijd, waar ze wonen, wat ze zoal doen. In één bootje ligt in de voorpiek het kleine broertje te slapen, ze moeten duidelijk babysitten. Ik moet er niet aan denken dat het wankele bootje zou omkantelen.
Ze vertrekken allemaal met wat schoolschriften, potloden, snoepjes.




Let op de slapende baby in de boeg.





Als we het dorp bezoeken, wandelen we met gids William helemaal tot aan Blackett Strait aan de andere kant. Mike en Catherine (met baby Maril op haar heup),die ons ook vergezellen, zijn 14 en 12 jaar oud, kinderen van een leraar, ze zullen volgende week verhuizen naar Choiseul. Ilitona is een SDA dorp (Seventh Day Adventists) . Leraars blijven 4 jaar op dezelfde post en moeten dan elders gaan les geven. Het is een mooi opgeruimd dorp, prettig om rond te wandelen.
We praten nog wat met de verzamelde dames met kindjes op schoot, die wat kletsen in de schaduw van een huis.
Jammer, ik vergat de smartphone, helaas geen foto's van ons bezoek aan Ilitona. Maar de dames op het marktje in de naburige Ringhi Cove lieten zich graag fotograferen. 's Ochtends vroeg tuften we met onze Jak erheen, via de smalle mangroven rivier die de twee coves verbindt.


Ilitona.


Via het riviertje naar de markt in Ringhi Cove.


Waar Bridget en de andere dames wel met mij op de foto willen.


Maandag zorgt voor een verrassing. Onze siësta wordt bruut verstoord door een kreet “Tony – Jacky”. Surprise. Skybird, de Belgische catamaran kruist weer even ons pad. Twee gezellige avonden gegarandeerd.
Daarna vluchten we weer naar Gizo, er komt opnieuw een depressie aan. Het hemelwater is welkom, de wasmand is immers vol.


In Gizo bezoekt ons de zoveelste "woodcarver". Hij houdt duidelijk van betelnoot, getuige zijn rode mond en beschadigde tanden. 
Geen SDA'er want voor hen is betelnoot en ook alcohol en sigaretten verboden. 



Subcategories

Additional information