Positie : Baie de Prony, Ile Casy.

Ile des Pins. Number One op de to-visit list van toeristen in Nieuw-Caledonië.  “L'isle la plus proche du paradis.” Het ultieme eiland, ook voor zeilers en net daardoor moeilijk bereikbaar. Of is het omgekeerd zo aantrekkelijk door het zware in-de-windse 70 mijl lange traject dat erheen voert vanuit Nouméa? Wie zal het zeggen?
Feit is : we zijn er geraakt, dek en zeereling overdekt met zout.

Vroeg opgestaan, alweer, om nog een paar uur te kunnen zeilen op de landwind die de harde passaat-tegenwind, 's nachts wegdrukt. De laatste uren jakkeren we, het verstand op nul, tegen de korte, steile Noordzeegolven aan. Jakker bonkt zich vast, tot ze soms helemaal stil ligt.
Maar nu kijken we onze ogen uit op het nooit-geziene poedersuiker-strand van Kuto, de adem-happende groene schildpadden vlakbij de boot, de superhoge pijnbomen, de mini eilandjes. Schitterend.

Een Kanaken-jongetje .

Vroeger, als ik foto's van Ile des Pins zag, vond ik de iele pijnbomen maar een soort opgeschoten onkruid. Nu ik meer over Nouvelle Calédonie lees, en die coniferen van dichtbij zie, niet enkel hier, overal op Nieuw-Caledonië, besef ik dat ik naar een stuk prehistorie kijk. De reeds in het Jurasic bestaande Araucaria columnaris pijnboom, altijd groen, endemisch, is echt een reus, wel 60 m hoog. Je ziet het zo, ze zijn vaak 3 keer zo hoog als de toch al flink uit de kluiten gewassen palmbomen er vlak naast.
NC maakte miljoenen jaren geleden deel uit van Gondwana, het zuidelijke supercontinent. Scheurde daarvan af en deelt nu met o.a. Nieuw Zeeland en Australië niet enkel deze pijnbomen, maar ook de enorme Kauri's.
Indrukwekkend.

Ile des Pins.

Nog wat historie over Ile des Pins : er wonen bijna enkel Melanesische Kanaken (2000) verdeeld over verschillende tribus met elk een chef. Overal op het eiland zie je totempalen en de typische Kanaken omheiningen.
De Kanaken kozen 200 jaar geleden voor de katholieke missionarissen, die hier in het kielzog van captain Cook arriveerden, en dus voor Frankrijk. Dat zag meteen in Ile des Pins een geschikte plek voor een “bagne” (bajes) voor communards en gewone misdadigers die ze prompt helemaal hierheen verscheepten.
De ruïnes van de bagne kijken uit over de lieflijke Kuto baai, onze thuis voor een week.
Spijtig genoeg ook af en toe pleisterplaats voor een groot cruiseschip, dat deze baai en snorkelplek Baie Kanuméra voor een paar uur omtovert in Benidorm.

Ruïne van de gevangenis .

De andere baaien op Ile des Pins laten we aan de catamarans om te exploiteren, ze zijn meestal te ondiep voor onze Jakker een bovendien een heel eind omvaren.
Met de auto bezoeken we Baie de Gadji en Baie des Crabes. In het melk-groenig water kalkstenen paddenstoel eilandjes.
La piscine naturel in Baie d' Oro zien we niet in zijn volle glorie. Je moet er 700 m heen waden over een “onder water zand-schelpenpad”. Het is hoog tij, het water meer dan kniediep en we willen onze sandalen niet aan het zoute water opofferen en onze blote voeten niet aan eventuele giftige steenvissen. We stellen ons tevreden met een mooie wandeling door het bos.

Baie des Crabes.

Grotten zijn er in dit kalksteenrijke eiland genoeg. We bezoeken er een paar. In la Grotte d' Oumagne verstopte Reine Hortense zich een tijdje toen er onenigheden tussen tribus werden uitgevochten. Zij wilde er niks mee te maken hebben.
In Baie d' Upi zien we hoe ze nog steeds outrigger kano's bouwen uit boomstammen.
Vao is zowat het enige stadje met een heuse kathedraal en een ATM.
En dan heb je nog Baie St. Maurice waar de eerste missionarissen aan land gingen.

 

Grotte d'Oumagne.

Baie St. Maurice.

Blij terug te zijn in onze baai gaan we weer meteen op zoek naar de ster van Kuto. De mysterieuze zeemeermin, de doejong. Ze (hij) vertoont zich vooral tijdens de schemering, meestal ver weg. Ik merkte haar bruine gekromde “zeehonden”-rug op. Een andere keer zag ik haar staartvin hoog uit het water als de zwemvliezen van een onderduikende snorkelaar.

Net op tijd, Tony noemde haar al mijn monster van Loch Ness, zagen we haar tezamen. Een groot bruin lichaam (2 m lang) net onder water uitgestrekt. Neusgaten een paar keer boven water, genoeg lucht om het 20 min. uit te houden, vervolgens met een sierlijke boog van haar rug, de staart een beetje in de hoogte duikt ze terug naar beneden.
Moet dit een fotoshoot voorstellen? Dan lukt de show met staart omhoog dit keer toch niet zo goed. Maar een paar foto's hebben we toch.

 

Een glimp van een zeemeerminnenstaart, ook schildpadden zijn moeilijk te fotograferen.

 

 

Additional information