Slecht internet hier (bij Oyster Island), helaas geen foto's.

 

Lang geleden, in 1606 om precies te zijn, botste de Portugees de Queiros op, daar was hij van overtuigd, het toen door iedere ontdekkingsreiziger gezochte onbekende Zuidland. Hij noemde het dan ook “Terra Australis del Espiritu Santo.” Nu maakt Espiritu Santo, voor de Ni-Vanuatu kortweg Santo, deel uit van Vanuatu, is zelfs het grootste eiland.

Santo wordt onze volgende bestemming.
We bereiken dit eiland na een “wasmachine overtocht” van Bougainville Channel (genoemd naar de beroemde Franse ontdekkingsreiziger) tussen Santo en Malekula. In al dat geweld, we hebben echt moeite om ons overeind te houden, klinkt er een plots een klap en zwiert er opeens een lijn van voor naar achter, van links naar rechts over de hele boot. Hij slingert zich als een liaan rond een want (één van de staalkabels die de mast recht houdt). Slik. Ok, als hij zo blijft hangen. Welk touw is dat ??? O natuurlijk, de kraanlijn: het touw dat belet dat de giek (de boom waar het grootzeil aan vastzit) naar beneden valt als we niet zeilen.
Dat moeten we pas oplossen als we het zeil inrollen bij aankomst, lees : op rustiger water. Nu gaat Tony toch even naar voren om de lijn echt vast te knopen rond het want.

Rijdend op de hoge golven stuiven we doorheen de engte tussen twee eilandjes die de zuidelijke toegang tot de baai van Luganville vormen en meteen wordt het rustiger. Pf, dat hebben we weer overleefd.
Nog meer dan een uur duurt het vóór we aan de boei bij Aore Resort vastmaken.

Binnen hoor ik het water van de sterke stroming in Segond Channel murmelen alsof we nog steeds varen. Stroom en wind vechten op deze plek een eeuwigdurend gevecht om de sterkste uit. Waar Jakker normaal mooi met de neus in de wind ligt, neemt de stroom het hier af en toe over. Resultaat : de (te) lange mooring lijnen eerst slapjes in het water hangend, worden plots weer strak getrokken, naar beneden langsheen Jakkers romp... rond de kiel. Daar zitten ze muurvast en o nee, ze schuren lustig onze nieuwe anti-fouling eraf.

Dat kan Tony, die inmiddels met snorkel in het water ligt, me vertellen. Een kwartier lang maneuvreer ik, gecommandeerd door mijn captain die met zijn hoofd onder water aan het trapje aan de spiegel hangt (kont van de boot), vooruit , achteruit, opzij. Jakker blijft vast in de touwen tot een laatste dot gas, hard achteruit, haar bevrijdt.

Toch niet zo een ideale ankerplek, after all.

 

 

Additional information