Reizen Waes.
Ben je een liefhebber van “Reizen Waes” dan herinner je je heel misschien zijn bezoek aan Vanuatu, meer bepaald aan Malekula eiland en zijn verhaal over de Smol en Big Nambas die hier leefden-leven. De twee stammen zijn genoemd naar de grootte van hun peniskokers, gemaakt uit pandanusblaren.
Wij zijn in “Smol Namba land” aanbeland.
Meer bepaald bij Wala en Rano eiland. Niet de meest ideale ankerplek, want onderhevig aan deining uit het zuid-oosten als de wind hard blaast. Lees : je gaat rollend en wel door
de dag, 's avonds slaap je best dwars in je bed. We varen tussen de twee eilanden door, maken mooi een bocht rond het rif van Wala eiland (zie je perfect op satelliet-navigatie programma Ovitalmap) en gaan dan aan de “achterkant” recht op het strand af. Het blijft erg diep tot bijna aan de kant. Een outrigger maakt zich los van het strand en Glenn gebaart : “Hier moet je anker vallen”. Ok, doen we dan maar.
Voor nu, bijna geen wind, lijkt het ons hier prima.



Smol Namba Kastom Dance.
Voor we het goed en wel beseffen, tuffen we in tien minuten met onze Jak én Robin, als begeleider, naar het vasteland. Rano Mainland, noemen ze dat. Daar wonen uitgeweken eilandbewoners, waarmee ze nog steeds een nauwe band hebben.
Wij zijn op weg naar de Smol Namba Dance. De dansgroep heeft er net een voorstelling voor Australiërs opzitten en wil het “aankleden” even uitstellen voor ons.
Bijna lijkt het erop dat we met Jak niet eens aan de kant zullen raken. Het is laag water en een groot plateau van scherp, puntig koraal ligt tussen ons en de weg. Daar kunnen de wieltjes van Jak ons niet helpen.
Maar geen nood, Robin roept een paar van zijn neven, die onder de bomen...niks doen?
Die dragen Jak zo naar het droge.



Daar wacht Véronique al op ons. Zij zal uitleggen wat er allemaal gebeurt. Maar eerst onderhandelen we met haar over de wel erg hoge prijs van 40 € per persoon. We gooien het op een akkoordje en worden verzocht statig een weggetje naar beneden te lopen waar men ons met een bloemetje verwelkomt. We mogen plaatsnemen en dan begint het dansen. De dansen horen allen bij de plechtigheid van het overdragen van de macht van de chief op zijn zoon. Het drummen op de “slid tamtams” is indrukwekkend. Ook erg veel lawaai maken de gedroogde nootschalen die als belletjes rond de enkels van de dansers bevestigd zijn. Drie jongetjes doen enthousiast mee. Jong geleerd.

Nog een laatste dans van vrouwen en mannen samen en dan traditioneel een public dance. Geen ontsnappen aan voor ons deze keer, we zijn de enige toeschouwers. Mee stampen op de grond dan maar.



Kannibalen.
Met Robin doen we de jungle cannibal tour op het eiland. Hij toont ons de grote heilige plekken waar bijeenkomsten gehouden werden, rituele slachtigen van varkens en mensen.... Ik kan zo de geesten in de reuze banyans (heilige bomen) vermoeden. Grote stenen (waar komen die vandaan?) bakenen het terrein af. Een aparte plek was er voor de chiefs. Met een tamtam maakte men tot mijlenver bekend wat zij beslist hadden : oorlog voeren, tegen welke stam. In het spookachtige bos heb ik geen moeite mij die bijeenkomsten bij een groot vuur voor te stellen.

We lopen terug via het dorp, krijgen in het voorbijgaan nog een aantal kilo's zware pompelmoezen mee, heerlijk zoet. Of hoe kannibalen in vriendelijke medemensen veranderden.
David wacht ons op. Yachties dat associëren zij met “technicus”. Of Tony eens naar zijn inverter (omvormer) wil kijken en eigenlijk naar zijn ganse “elektrische” installatie van in elkaar geknutselde, trieste kabels en lampjes.
Als Tony later met zijn multimeter aan de slag gaat in het pikdonkere hutje, ziet hij buiten nog een rij mannen met inverters in de handen staan. Hij meet alles uit. Hier moet een zekering vervangen, een ander toestel is helemaal kapot. Nu nog de batterij voor de verlichting van de kerk uitmeten en dan is het donker en tijd om naar Jakker terug te varen.
We beseffen weer een keer dat dit unieke ontmoetingen zijn om te koesteren. Onze eigen “cultural village tour”.

 

Additional information