Het echte storm-regenweer lijkt voorlopig voorbij. Maar het Fiji Met Office blijft ons elke dag met “strong wind warnings” om de oren slaan. “Rough to very rough seas” maken het no-go plaatje compleet.
Hier kijken we helemaal niet naar uit. Nee, zo willen we niet vertrekken. Geduld oefenen dus maar. Een schone deugd, zegt het spreekwoord. Moeilijk, vind ik.

Wat kan je dan doen ? Je focust op een ander project . Binnen-houtwerk vernissen bijvoorbeeld.
Wij zijn weer bezig. Dat is wat ik nodig heb.
Het resultaat mag gezien worden. De ganse kajuit lijkt wel opgefrist. Toch hebben we slechts een gedeelte onder handen genomen. We moeten moeite doen om te stoppen. Al het hout een nieuwe laag geven zou weken duren.

's Avonds, tijdens onze wandeling, maak ik wat foto's van het dagelijks fakkel ontsteken bij het Plantation resort, recht tegenover onze ankerplek. Kinderen zijn er dol op.

Omdat we toch ooit wel zullen vertrekken, lenen we de auto van vrienden Martin en Anna. We laden hem bij supermarkt “New World” zo vol als maar kan. Handig als je zakken bloem, rijst, melk en bakken bier aan boord wil halen.

Het eerste superjacht keert vanuit Nieuw-Zeeland terug naar de “vakantie-habitat”, Fiji. Tony ziet hoe Senses aanmeert. De volledige vrouwelijke crew is present aan dek.

In het jachtendorp, bij Malolo Lailai, begint het botenleven zich, na het orkaanseizoen, te hervatten. Langzaam sijpelen er jachten binnen die zich uit hun zomerstalling losrukten. We kunnen zelfs weer Nederlands babbelen, Hanny en Jacob (Jonas) pakken een boei vlakbij.

 

Additional information