Positie : Aur, Tabal, 08°18,12 N, 171°09,39 O

Rustig ?
Wisten wij veel dat die zogenaamde rustige ankerplek, Taroa, tijdens de nacht in een open oceaan zou veranderen. Harde zuidenwind is ons deel. Onmogelijk nog in de voorkajuit te slapen. Je wordt gewoon omhoog gegooid in je bed. Ik vlucht naar de achterkajuit en Tony naar de salon. Deuren dicht om het piepende geluid van touwen buiten te sluiten. Weer een slapeloze nacht erbij. Dit is te veel voor Corneel of dat kan nie voor Tony.
Bij het eerste licht om half zeven, het daagt nu al wat vroeger, zit Tony op handen en voeten op het voordek het anker op te halen, zo erg gaat Jakker te keer op hoge golven uit het zuiden. Want, laat dat nou net, samen met het westen, de windstreek zijn waartegen je in Taroa niet beschut bent, je ligt dan immers aan lage wal, waar de golven het hoogst zijn. Dikke pech, maar het is niet anders. Helemaal in het zuiden van Maloelap, 14 mijl van hier, moeten we bij het dorp Airik een goeie ankerplek kunnen vinden voor deze wind.

Probleem.
Prachtig zijn de talloze eilandjes die het atol vormen en waar we langs paraderen, decoratief geplaatste palmen, niet te dicht bij elkaar, schitterend witte stranden, schuimende oceaangolven op het rif. Als je dat nu thuis eens kon zien.
Maar wij hebben er niet genoeg aandacht voor, worden afgeleid door weer een volgende ramp. Opnieuw wil het rolgrootzeil niet uitrollen. De lager wil niet draaien. Het zeil zit met vouwen op de trommel en dat dikke dubbelgevouwen zeildoek trek je potvast in de gleuf waardoor het naar buiten moet. Tony vreest dat de lagering versleten is en dat zich daardoor deze situatie voordoet.
Piekeren help voorlopig niet, ik gooi de vislijn uit en warempel een prachtige rainbow runner wil wel bijten. Wat een mooie Jack, heuse regenboogkleuren op zijn rug. Wil ik die wel fileren? Het zal moeten. Hij is quasi dood als we hem binnenhalen. Bovendien eten we al een aantal dagen vegetarisch, een viske zal zeker smaken.



Via Aur terug naar Majuro.
Na een nacht met bakken water wil het doorweekte grootzeil met heel veel tegenzin toch uitdraaien. Telkens in- en uitrollend, lukt het ons het centimeter voor centimeter naar buiten te halen. Helaas, zo kan je in een moeilijke situatie niet werken.
Dit was de nachtmerrie die door ons hoofd spookte als we vroeger beweerden niet zo van een rolgrootzeil te houden. Onze Jakker was er toevallig mee uitgerust en de laatste jaren zijn we dat zeil enorm gaan appreciëren. Tot voor een paar weken. Wat nu?

Naar de meer noordelijke eilanden van het snoer verderzeilen, volgens plan, lijkt ons niet slim. We zouden best de tijd die ons nog rest in de Marshalls benutten om op internet oplossingen te zoeken, via USPS vervangstukken te bestellen, kortom het probleem proberen aan te pakken. Terug dus naar Majuro, daar kan dat.
Voorlopig zullen we enkel op genua ( het voorzeil) varen, van halve wind tot voor de wind gaat dat prima. Laat de wind alsjeblieft niet tegen staan.

Maar eerst moeten we nog naar Aur Atol, een 20tal mijlen zuidelijk in de richting van Majuro. Aan Karen van sv Seal beloofden we immers een pakje af te leveren bij ene James Bond (James Simoun), zo noemt de medic van Tabal en vriend van de yachties, zichzelf.

 

Additional information