Positie : South-Tarawa, Bonriki : 01°22,382 N, 173°07,808 O.

Wind.
Al dagen waait het hard, 5-6 bf. Voor Jakker (ons huis) geen probleem, toch niet op deze goed beschutte ankerplek in Bonriki. Maar om met Jak, ons kleine bootje (onze auto), aan land te gaan, dàt is een uitdaging. De wind sproeit het schuim van de kleine, voor Jak echter grote golfjes, helemaal over ons heen. Echt toonbaar zien we er niet meer uit als we ons een weg over het strandje banen. Tussen plastic-, glas- en blikafval door, langsheen het enorme varken, ijverig scharrelend, één poot vastgebonden, lopen we naar de weg.

Geen meisjes in Bikini op het strand !

Waar we ook aanleggen, steeds bieden vriendelijke bewoners aan op onze dinghy te passen. Wijzen ze er hun kinderen op niet op dat prachtige “springkasteeltje” te spelen. Zo kunnen we zien hoe triest sommige mensen leven. Tony spreekt nog steeds van de twee dames die in hun totaal leeg, afgeleefd bakstenen huisje (pas verruild voor hun hutje ?) op de grond zaten met een paar krijsende baby's. Geen meubel te zien. De doos koekjes die hij hun aanbood in ruil voor het oppassen op onze Jak, verdween in een oogwenk.



Aan de wal.
Na dagen aan boord, moeten we nu toch eens een keertje aan wal. We zorgden voor een grote voorraad blik en “droge voeding” toen we naar hier vertrokken, maar af en toe moeten we wel op zoek naar verse bananen, papayas of kip.
We drinken ook graag een koffie in de Chatterbox, het Westers internetcafé, waar je steevast expats ontmoet of met Titi, het koffiemeisje wat kan babbelen.
Ik hou dan weer van busje rijden, ook al is elk gesprek quasi onmogelijk door de keiharde muziek, een mix van romantische Pacific muziek en boenke boenke covers van wereldbekende nummers.

Vreemde gewoonten.
Zo, door wat langer te blijven hangen, raak je doordrongen van de plaatselijke cultuur. Na die talloze busritjes, geperst tussen de I-Kiribati, even zovele uurtjes wachtend aan bank- en andere immigratieloketten (we moesten immers ons visum verlengen), kleine gesprekjes, leer je de gebruiken kennen.
I-Kiribati zijn wat bedeesd. Pas als jij luid “Mauri” groet, doen zij dat, verrast opkijkend, ook. Behalve de meisjes dan, die blauwogige Tony giechelend groeten, dat vertelde ik al. Zoals overal ter wereld wil men weten waar je vandaan komt en heeft men, een paar uitzonderingen daargelaten, absoluut geen idee. Belgium ???
Steevast volgt dan : “First time Kiribati?”
Een hoop gewoonten zijn all over de Pacific hetzelfde. Je mag niet blijven staan vóór een groep zittende mensen. Als je zit, mogen je voetzolen niet in iemands richting wijzen. Je schoenen laat je buiten. In de bakkerij in Tuvalu zelfs op uitdrukkelijk schriftelijk verzoek.
Verbaasd ervaren we een apart gebruik in Kiribati. Als je voorbij een groepje mensen loopt die met elkaar praten (al zijn het er maar twee) dan buig je diep voorover en door je knieën en prevelt een verontschuldiging. Een beetje als bij ons wanneer je te laat binnenkomt voor een toneelvoorstelling en naar je plaats schuifelt.
Zo gebeurt het dat midden in de telefoonwinkel terwijl we even wachten en gewoon naast elkaar staan te praten, mensen voortdurend al buigend-prevelend voor ons doorlopen. Grappig.

In de kuip.
Elke dag zijn we vanuit onze uitkijkpost in de kuip getuige van het leven in de lagune. Het mag dan wel hard waaien, de lucht is stralend blauw en de kleurtjes van het water niet te beschrijven.
Vissersbootjes vertrekken met twee roeiers, die gaan hun netten uitgooien. Wie geen bootje heeft, loopt de ganse dag tot zijn borst in het water, op de langzaam droogvallende zandplaat, een visnet achter zich aantrekkend. Honden en kinderen crossen op die kilometers lange zandplaten, die een witte waas in de lucht weerspiegelen.


Volgeladen “ferrybootjes” varen mensen af en aan van het verafgelegen Noord-Tarawa naar de stad. Ook zij hebben last van de golven, moeten uitkijken mensen en vracht niet te nat te maken. Comfortabel is het niet. Mensen zitten op een rijtje achter elkaar, zo smal is het bootje, dat door een drijver in evenwicht wordt gehouden.


Andere boten brengen enorme stapels pandanus-rollen van de afgelegen eilandjes naar de stadjes. De puur natuur organische daken van de Kiribati huisjes (buias) moeten immers vaak vernieuwd worden.

Zo stilaan groeit bij ons de nieuwsgierigheid naar de Marshall eilanden, gelijkaardig maar zonder twijfel ook weer apart.

 

Additional information