Positie : Abaiang, Koinawa 01°51,96 N 172°59,02 O


Kerstmis in Abaing : onze meest “on-kerst-achtige” kerst ooit.
Nergens een verdwaalde opblaaskerstman, zoals je die in buureiland Tarawa nog wel eens kan aantreffen. Geen plastic kerstboompjes, -lichtjes en ballen, zelfs geen simpele kerststal in de katholieke kerk. Maar feesten in wat dé oorspronkelijke kerstgedachte is, tijdens een reuze katholieke familie ontmoeting. Zo viert men hier kerst sinds de missionarissen voet aan land zetten.
Koinawa, normaal gezien een dorpje van zo een 300 inwoners, is de place to be voor dit evenement. Twee weken lang strijkt hier de helft van de eilandbevolking neer. Tweeduizend katholieken komen hier samen leven, zingen, dansen.
Al een paar dagen rijden trucks af en aan, hoog opgestapeld met mensen en hun hele hebben en houwen. Enkel hun hutjes blijven thuis. Matten, enorme potten en pannen, bussels hout, ja, zelfs de varkentjes moeten mee.


Zoek mij bij de opdringerige kinderen.

Belgische kerk.
En daar verschijnen wij dan ineens met ons bijbootje op het strand ten tonele.
“I-matang, I-matang ! Witte mensen !“, roepen de kindjes die ons tegemoet komen lopen op het strand. Voor ik het weet heb ik een paar smoezelige handjes vast en vechten er nog meer half-blote kindjes om een plaatsje langs me. We bewonderen de torenhoge kerk, afgewerkt in 1907, gebouwd door een Belgische pater, zij noemen hem hier father Ioane (Jan ?). Aan de buitenkant is de kerk vrij goed in orde, binnen wat sjofel. Ter ere van father Ioane noemt men één dorp op Abaiang, tot op vandaag, Borotium spreek uit Borosum, Belgium zoals dat in hun oren klinkt. Is dat niks?



Maneapa.
Dan staan we plots temidden het gewoel. Niemand had ons kunnen voorbereiden op de aanblik van dat enorme veld omgeven door een zestal grote maneapa's (gemeenschapshuizen) met hun immense palmen daken en vele kleinere buias wriemelend vol met mensen. Mannen en vrouw liggend, zittend, babbelend, eten kokend, kinderen verzorgend, kleren verkopend.
Kinderen en jongeren met brommers, ruim in de meerderheid, crossen en spelen overal tussen door.
Groot en klein loert verlegen naar ons. Als je vriendelijk : “Mauri,” groet, dan pas antwoorden ze. Een praatje maken, lukt maar moeizaam. Veel “opgetrek van wenkbrauwen”, betekent ja...of toch iets anders?



Tweeduizend mensen, dicht bij elkaar, en buiten een paar waterputten zien we niks dat op sanitair lijkt. Een groot festival zonder toi toi's. Oh boy.
Als we het bospaadje naar de zee volgen, kijk ik extra goed waar ik mijn voeten zet.

De processie met Maria van de Rozenkrans om 5 u 's ochtends gaat aan ons voorbij en ook de drie uur durende mis in de reuze maneapa. Pikant detail ons verteld door Michele, een Australische vrijwilligster, de enige andere witte mens die we ontmoeten. De pastoor stelde het begin van de mis met 20 minuten uit, terwijl hij hoogstpersoonlijk rondliep om al de liggende, slapende, luie mensen met een stokje van hun mat te porren en de kerk in te jagen. Pas als iedereen er is, kan de misviering beginnen.

Zang.
's Namiddags, als we een kijkje nemen bij het grootste gemeenschapshuis, maakt een vriendelijke man, George, meteen vooraan op de mat een plaatsje voor ons vrij. Er is een koorcompetitie aan de gang. Alle dorpjes groot en klein zijn vertegenwoordigd. Elk koor, de zangers uitgedost in dezelfde lavalava (sarong), stapt naar het podium en brengt hun ingestudeerde religieuze liedjes. De vrouwenstemmen erg hoog, zuiver als belletjes.
George blijkt de vrolijke dirigent van het koor van Tebontebike te zijn, geregeld davert de hele tent van de lachsalvo's. Plots hoor ik tussen het I-Kiribati “Tony en Jacky”, hij introduceert ons bij het publiek. Aha, daarom vroeg hij tot twee keer toe onze namen.
Als oud-zeeman kent hij Antwerpen, Rotterdam, Hamburg. Fluisterend voeren we een gesprekje terwijl ik achter mij verschillende vrouwen mekaar zie “vlooien”.
Na een paar uur, het zingen is nog in volle gang en het wordt al donker, nemen we afscheid, bang als we zijn dat we niet meer overeind kunnen als we hier nog lang op de mat zitten. Duidelijk iets waar zij onze meerdere in zijn.
Wat een aparte kerst.
Thuis op Jakker wachten de cassava frietjes en ik heb zelfs nog een potje krieken van onder de bank opgedoken. Een simpele Vlaamse kerst met gekleurde lampjes in de kuip.
Om 5 u maakt Tony mij wakker, daar staat aan de noordhemel, nee, niet de ster van Bethlehem maar de volledige Grote Beer. Wat is dat lang geleden. Kerst op het noordelijk halfrond, al is het maar luttele 1° noord.

George legt me één en ander uit.

De Limburghal van Abaiang.

Additional information