Positie : bij Nanuya-Lailai, Blue Lagoon.

Ook hier, op de ankerplek genaamd “Blue Lagoon” (zelfs door de locals), groeit er een jachten-dorpje. Het brokkelt af als boten vertrekken, wordt even later al terug opgebouwd. Wij liggen hier al het langst te genieten van de mooie omgeving. We hebben geen haast, in tegenstelling tot bijvoorbeeld de jachten van de bekende ARC Round the world rally. Die ronden onze aardbol in knap anderhalf jaar. Dan kan je echt niet treuzelen.

Elke dag wandelen we een uurtje bergop, bergaf, door de jungle, over boomstammen tot we terug aan het strand belanden. Daar kijkt George al uit naar ons. Hij onderhoudt het privéterrein van South Sea Cruises voor de Fiji Princess die elke dinsdag aanlegt. Een praatje breekt de eenzaamheid van zijn bestaan. Cava (het naar schotelwater smakende, uit de wortel van de cava-plant gemaakte “roesmiddel” van de Pacific) zou daar ook zeer bij kunnen helpen. Hebben wij misschien nog wat van die wortel aan boord?


Eén keer dalen we af tot aan de andere, erg winderige kant van het eiland. Daar zet Lo thee, koffie of chocolademelk voor wandelaars. Haar vierjarige kleindochter Mili helpt haar vandaag. Ze kan al twee zinnen Engels.



Soms wordt de rust in ons dorp verstoord, vandaag door een grote militaire RIB. Bij elk jacht worden, zonder pardon, twee officials gedropt. Zorg maar snel dat je een beetje “gekleed” voor hen kan verschijnen. Ze willen bootpapieren, cruising permit, paspoorten zien. Ze zijn erg vriendelijk maar controleren alles minutieus. Denk maar niet : “Ik blijf wel even zonder toestemming langer in Fiji rondvaren.”
Je ontsnapt niet aan de aandacht van Customs en Immigrations.


 En dan zijn daar nog de watervliegtuigen, met resort-gasten, die soms vlak voor onze neus taxiën.

 

Dank je, Hans, voor deze foto van Jakker.

Additional information