Positie : Îlot Tangue.

 

 

Laten we het voorbije ruige jaar 2020 snel vergeten, de mooie herinneringen opslaan en overstappen naar een lieflijk 2021.
Onze wensen voor jullie.

Lieflijke Frangipane. 

Over die laatste weken van dat rampjaar moet ik nog melden dat Nieuw-Caledonië ontsnapte aan de klauwen van super-tropische-cycloon Yasa.
Fiji daarentegen kreeg ze de volle laag. Grote delen van de eilandengroep zien eruit als oorlogsgebied. Er zijn jachten op de kant gegooid. Van één boot, Pantagruel, weten we dat hij gezonken is, in de noordelijke Laugroep, de bemanning gered.
En dit is nog maar het begin van het orkaanseizoen in het zuidelijke halfrond. .

Australië en Nieuw-Zeeland leveren de eerste hulpgoederen. De vereniging SeaMercy, d.i. zeilers helpen de plaatselijke bevolking, organiseert onmiddellijk gerichte hulpacties.
We wensen de bevolking veel moed om terug opnieuw te beginnen...alweer.

Zee veer.

Potlood zee-egel. 

 

Positie : Ilot Maître.


December. De vlammend rode flamboyanten bloeien overal op. De mango's zijn rijp.
Het is weer zover. In het zuidelijk halfrond komt het orkaanseizoen er weer aan. Ons zevende seizoen in dit deel van de aardbol.
Een La Niña periode beloven ons de weermensen bovendien. La Niña : net het tegengestelde fenomeen van El Niño.
Voor Nouvelle-Calédonie zou dat betekenen : meer maar minder hevige cyclonen, zo noemt men de orkanen hier.
Afwachten maar.
Nee, niet zomaar werkloos afwachten! Voorbereidingen treffen, plannen uitwerken, daar is het nu tijd voor.
Vorig jaar, toen we nog een veilig plekje in de marina bewoonden, volstond het de verplichte “aussières” (lange stormlijnen) veilig onder water te (laten) bevestigen.
Dit jaar hebben we, wegens de nog steeds niet voltooide marina-uitbreidingswerken, geen plekje aan de steiger. De vrouwen van het kantoor konden ons enkel een plekje geven op de lange lijst van kandidaat gegadigden

Eerste taak : op zoek gaan naar een alternatief. Een plaats die beschutting biedt tegen orkaan wind en waar je de zee helemaal niet kan zien ! Kenners weten, enkel dan ben je veilig voor de erg hoge golven die gepaard gaan met een cycloon en wellicht nog meer schade aanrichten dan de wind.
Twee opties hebben we. Ankeren in Baie du Carénage (in Baie de Prony) of vastmaken aan de mangroven van de rivier La Katiramona (Port Laguerre).
Baie du Carénage kennen we al. Het, ver in het rode-aarde-gebied van Baie de Prony verborgen plekje, is diep genoeg voor onze boot. Goed beschut tegen alle winden, ver van zee.
Nadelen : 40 zeemijl ver van Nouméa, 10 – 12 uur opboksen in tegenwind die, in de aanloop naar de orkaan, al aanwakkert.
Bovendien vormen de andere boten die er ankeren, en dat zouden er nogal wat zijn, een reëel gevaar. Ronddriftende boten wier anker lossloeg vormden, tijdens cat. 5 cycloon Winston (2016) in Fiji, de grootste bedreiging.

Daarom mikken we op Port Laguerre en de mangrovenrivier. Ons plan A.
Eén grote probleem stelt zich: het is er niet erg diep.
Daarom trokken we vorig weekend op onderzoek.
Jakker parkeren we aan de ingang van de baai. De dieptemeter duidt 5 m aan. Onze boot steekt 2 m diep.
Gewapend met draagbare GPS met waypoints uit de onvolprezen Rocket Guide van Richard Chesher, een draagbare dieptemeter, ons Navionics navigatie systeem op de Samsung, gaan we sonderen.
De rivier kronkelt weg van de grote baai het binnenland in, je ziet de zee helemaal niet meer. Goed zo !
We ontdekken één plek van 1,50 m diep bij half tij. Daar moeten we dus echt bij hoog water over. Het tijverschil bereikt hier rond 1 m..
Verder is er een smalle kreek waar je de boot gewoon midden in legt, met touwen aan de mangroven bomen vastgemaakt. Zou dat lukken?


Draagbare dieptemeter.

Dieptemeter aflezen, moeilijk in de zon. 

De Katiramona.

Stanley en .....

Terug bij Jakker stellen we verwonderd vast dat de diepte is afgenomen van 5m tot 3,2m ! Vreemd. Aandachtig rondkijkend, merken we toch niet echt een verschil in positie. Dat is ook verdomd moeilijk in te schatten.
Daar heb je instrumenten voor, die we wat nonchalant, niet raadplegen. Tot het een uur later plots erg duidelijk wordt : we liggen niet meer op onze oorspronkelijke plek. Nu is er nog maar goed een halve meter onder de kiel. We zijn weer op drift.
Zelfde verhaal als een paar maanden geleden. De ankergrond, dunne, waterige mangroven-modder in combinatie met windbuien van plus 28 knopen en een sterke uitgaande 2 kn stroming. Ons anker kan daar niet tegen, wordt op die manier losgewrikt. Verdomme.
Anker op en heel erg voorzichtig weg hier, naar Baie Papaye, de naburige baai.
Besluit : op ons anker kunnen we in de mangroven niet echt vertrouwen.
Is ook niet nodig, drukt Olivier (van zeilboot Korrigan, een Ovni met intrekbare kiel) ons op het hart. Je hangt vast aan je touwen.
Hij geeft ons zijn gevolgd “pad” en biedt aan samen te varen.
Hij schuilde vorig jaar al 3 maal op de rivier.
Hij is er zeker van dat wij er ook geraken. Wij steken zeker 1 m dieper, toch link vinden we zelf . We zullen zien.

Komt dat naar ons ?  NC  is dat schuin streepje onder de krul. 


Is dat nu toeval ? Bij mijn dagelijks opvragen van de weerkaarten zie ik een tropische storing verschijnen bij Vanuatu. Er begint “een draaier – een krul”, zo zeggen wij, rond te tollen. Gaat die naar Fiji, komt hij over ons heen ? Zeker in de gaten te houden.
We voelen het gewoon elke dag warmer en vochtiger worden. 85 % vochtigheid, bepaald plakkerig. Een voorbode ?

En niet enkel het weer raakt oververhit. Dit geldt eveneens voor de gemoederen van de indépendantistes. Met steeds hardere acties geven ze uiting aan hun ontevredenheid over het verloop van de overname van de Usine du Sud. Ze willen een soort nationalisering. Doch hun partner Korea Zinc trekt zich terug.
Ze ontketenen ware veldslagen. Blokkeren al dagen de toegangswegen naar Nouméa, richten een ravage aan in de haven, snijden de touwen van de ferry los, de ferry die werkvolk naar de fabriek brengt, ze stoken auto's op, steken een benzinestation in brand , vernielen een postkantoor, molesteren politiemensen. Betogers vuren schoten in de lucht. Het loopt verder uit de hand.
Van op onze ankerplaats horen we het afschieten van traangasgranaten, de echo galmt tegen de bergen. Gendarmes maken een voorlopig eind aan de wegversperringen. Er worden mensen opgepakt.
Een snelwet van het Haut-Commissariat gaat onmiddellijk in : verbod op het dragen van vuurwapens, "armes blanches" zoals machetes of coupe-coupes en knuppels, verbod op de verkoop van alcohol.
Vooral ten zuiden van Nouméa loopt de toestand uit de hand : scholen sluiten want kunnen de veiligheid van de leerlingen niet meer garanderen, benzine stations raken zonder brandstof, supermarkten worden niet meer bevoorraad, er is geen brood meer te krijgen.
Waar gaat dit eindigen? Leiders roepen op tot kalmte ... anderen tot nationale staking en verzet?!

Afscheid van Patrice en Christel.

Wij volgen de nieuwsuitzendingen, doen inkopen in de verlaten binnenstad, lunchen een laatste keer met Patrice en Christel (Okeanos), die terug naar Frankrijk vliegen en focussen ons verder op het weer.
Ons hachje, dat is onze prioriteit

 

BREAKING NEWS : gisteren hebben gendarmes de bezetting van de fabriek (een Sevezo 2 bedrijf)kunnen verhinderen , daarbij werden echte kogels afgevuurd. 300 bange werknemers zijn met de ferry Vale Grand Sud kunnen ontsnappen.
Alle internationale vluchten zijn uitgesteld.

 

Positie : Timbia, (Nouvelle-Calédonie).

Christel maakte deze  foto van onze boten  (Anse Majic).

Net als we wel aan wat compagnie toe zijn, roept Christel (Okeanos) ons op. Of we ergens kunnen afspreken in het zuiden. Ze hebben een week vrij en komen met hun catamaran Okeanos onze buurt uit, samen met een andere boot, Touché Rouge. De volgende dagen wandelen, babbelen, eten en drinken we wat af, samen in Baie de Prony, exact een jaar nadat we hier toekwamen. Christel speelt voor boodschappendienst en brengt een tas vol groenten en fruit mee voor ons.
Binnenkort moeten we afscheid nemen van haar en Patrice, boot verkocht, zij terug naar Nice.
Van bubbel, mondmaskers , social distancing is hier totaal geen sprake. De kreet : “Pas de bisous, pas de caresses “ is al lang vergeten. Wij leven als in de pre-coronatijd en beseffen maar al te goed wat een geluk we hebben.
We hopen dat ook voor jou deze covid-nachtmerrie binnenkort voorbij zal zijn. Hou vol.

Op wandel in de prachtige natuur van Nieuw-Caledonië .  

Voor onze bezoekers is dat weekje “er tussenuit “ snel voorbij. Wij zetten onze zwerftocht nog even verder en laten ons opnieuw verleiden door Îlot “slangeneiland” Mato.
Met de tricot rayés (slangen) maakten we al uitgebreid kennis tijdens beklimmingen van de heuvel. Ook de visarenden houden ons van boven in de gaten.
Snorkelen deden we hier echter nog niet. Te koud, vorige keer in augustus. Nu moet dat wel lukken. We trekken een shorty aan en leggen alvast onze “solar shower” (zwarte waterzak) in de zon. Ik verheug me al op de heerlijk warme, “cadeau van de zon” douche.
We ontdekken slechts enkele mooie koraalbommies. Eerlijk, het valt wat tegen en interessante vissen zijn er ook al bijna niet . Komen hier te veel jachten, misschien? Wordt er te veel gevist in de buurt?
Dan zien we ze : drie, vier...uiteindelijk wel zestien grote “doornenkroon zeesterren”, (acanthaster planci) die aan een snel tempo het koraal lijken op te vreten.
Normaal treden ze op als “regelaars”, eten vooral snelgroeiend koraal en bewaren op die manier het evenwicht tussen de verschillende koraalsoorten. Maar als ze een pest worden, zoals hier, vreten ze alles kaal, verdwijnt het koraal en graven ze zodoende hun eigen graf.
De rechtopstaande stekels van de doornenkroon zijn uiterst giftig.
We moeten deze grote hoeveelheid zeesterren zeker melden bij de Province Sud. Er zitten er een paar erg dicht aan de oppervlakte . Snorkelaars kunnen zich makkelijk prikken. Uit verhalen van duikers heb ik onthouden dat zo een stekel in je hand of voet enorm pijnlijk is, dat je ALTIJD naar een ziekenhuis moet en best een gespecialiseerde dokter (chirurg) raadpleegt. Pijnlijk, bovendien wordt de genezing makkelijk een verhaal van een paar maanden.
Probeer ze zelf niet te doden. Als je het verkeerd aanpakt, laten ze hun eitjes los en wordt het probleem enkel groter. Specialisten schakelen de dieren uit door een injectie met een azijn mengsel. 
Terwijl we nog volop doornenkronen tellen, doemt er plots een grote witpuntrifhaai op, die iets te dicht cirkeltjes rond ons draait. We hebben het toch al koud, einde snorkeltrip dus.

Opgerolde tricot  rayé  (merk de kreukels op).

In het echt is het rif landschap veel indrukwekkender.

De balbusard visarend houdt ons nauwlettend in de gaten. 

Doornenkronen van het internet gepikt.


Dan doet zich het volgende fenomeen voor. Past dit ook in het rijtje beestenboel? Ik weet het echt niet. Op zoek naar een verklaring voor wat we zagen, roep ik je hulp in.
Hou je vast :
's ochtends vroeg zien we langs onze boot een “lange zwarte slang” schuin uit het water (30-40°) omhoog-vooruit “springen”, een vijftal meter ver. Aan de “kop” merk ik drie bolletjes, de rest van de “slang” zigzagt in het verticale vlak.
Dit gebeurt een aantal keren na mekaar. We vergissen ons niet.
Eén keer in het water geland, blijkt de “slang” een zwartbruine smurrie te zijn, die zich begint op te lossen. Spuwde een enorme inktvis dit zwarte goedje uit? Was het een strontstraal van één of ander dier (?), maar omhoog uit het water? Ik denk het niet.
Dit had kleinzoon Lyam¹ moeten zien, hij zou niet rusten voor hij een verklaring vond.

Terug in Nouméa nu. Steeds grimmiger worden hier de politieke en sociale tegenstellingen. .
Er roert heel wat. Sinds het referendum verharden de standpunten zich. Indépendantistes staan lijnrecht tegenover Frankrijk-getrouwen, praten niet meer echt.
Dé pion in het spel van getouwtrek tussen de partijen is de Usine du Sud. De fabriek in het zuiden die een soort “cakes” van nikkel legering produceert, gebruikt voor het maken van batterijen voor elektrische wagens . De fabriek verschaft werk aan een drieduizendtal mensen en onderaannemers.
Die fabriek, eigendom van het Canadese Vale, staat al even te koop. Er dient zich een overnemer aan met een belangrijke Zwitserse kapitaalsinbreng. Dit zint bepaalde Indépendantistes niet. Zij dromen van een soort nationalisering van de nikkel, hebben een “vaag” overnamebod samen met Korea Zinc. Niks concreet , zeggen de anderen.
Concreet zijn echter wel de acties van ICAN en Usine Sud= Usine Pays. Ze blokkeren de cargohaven, de toegangswegen naar Nouméa, de fabriek in het zuiden, de ferry die arbeiders erheen brengt, houden sit-ins bij het regeringsgebouw.
De chaos is enorm. De economische schade ook.
Op de vraag om hun actie op te schorten en zodoende studenten en scholieren rustig hun examens aan het eind van het schooljaar (de grote vakantie loopt van eind december tot half februari) te laten afleggen, wordt slechts schoorvoetend gereageerd.

Hoe zal dit aflopen?

Nikkel fabriek : Usine du Sud.

Terug in de hoofdstad hebben we geen zorgeloze plek aan de steiger meer, ook niet voor het orkaanseizoen. Port Moselle Marina breidt uit. Einde van de werken vermoedelijk januari. We staan op de wachtlijst.
Voor nu moeten we steeds op zoek naar een aanvaardbare, veilige ankerplek. Geen sinecure want alles ligt vol, veelal met “woonboten”. Wonen op een boot is nu eenmaal goedkoper dan het huren van een appartement. Resultaat : een wat slonzige woonbuurt op het water.

Aan de buitenkant van Baie de l'Orphelinat hebben we ons eigen ankerplaatsje gevonden. Tien meter diep, goeie ankergrond, vrij van andere boten. Eén nadeel : bij harde zuidoosten wind , bijna altijd dus, moet onze, met tassen zwaar bepakte Jak, de dwarse windgolven trotseren als we terugkomen van het boodschappen doen.
Geen probleem als je kletsnatte inkopen en bemanning niet erg vindt.
Zelfs het truukje om eerst tégen de wind te varen, dan voor de wind naar Jakker, werkt niet echt. Dat heb je nu eenmaal met rubberboten met opblaasbare bodem.
De “bache” die we van Patrice kregen, houdt nu wel de spullen droog. Onze kletsnatte, zoute kleren spoelen we even uit, zon en wind zat om ze op een mum weer droog te waaien.

Op anker moet je de weersevolutie beter in de gaten houden. Zo kon je ons een paar weken geleden, omstreeks middernacht aan dek aantreffen, druk doende te herankeren omdat we in een bui tegen een “lege” boei aanbotsten.

Toch belet dit alles ons niet om af en toe vrijdagavond naar de life optredens bij Le Bout du Monde te tuffen. En laat ons daar nu vorige vrijdag onze eerste Vlaming in Nieuw-Caledonië tegen het lijf lopen. Tom woont/werkt hier al 8 jaar en is blij eindelijk nog eens een mondje Vlaams te kunnen praten. We hebben het natuurlijk ook over de weinig benijdbare situatie in ons landje.
Sorry als ik op je hart trap met dit gebabbel over cafébezoek. Ik voel me haast schuldig, maar hier is het gewoon alledaagse koek.  Voor jullie ook weer volgend jaar ? 



¹ Lees  ook “Lyams Avonturen” op www.temanua-zeilt.be. Ook de blog van zusje Roxie vind je er : “Roxies nieuwtjes” en de nieuwste belevenissen van de ganse bemanning.

 

Palen heien voor de steigeruitbreiding.

Ons dorp op het water.

 

Positie : Anse Majic.

Het veelkleurige maanlandschap op de top van Ile Casy. 

Terwijl jullie in Europa opnieuw massaal in lock down gaan, elke dag bang het aantal zieken en slachtoffers van dat piepkleine, wereld teisterende corona-monster tellen, leven wij, zonder dat dit de bedoeling is, waarschijnlijk meer geïsoleerd dan jullie.
Immers als je de “parrage” (buurt) van Nouméa verlaat, zie je nog erg sporadisch andere boten. Behalve op Îlot Casy, ons lievelingseilandje in de grote Baie de Prony, daar ontmoet je af en toe nog wel eens wat kampeerders.
Wij krijgen hier helemaal een vakantiegevoel, liggen er nu al een week. 's Ochtends en s' avonds suppen en zwemmen, overdag één van de lange, erg gevarieerde wandelingen en één keer per dag onze tocht naar de koude, windkant van het eiland om online kranten, mails en WhatsApp te lezen. Het best zitten we daarvoor bij het kleine kerkhof, of wat er nog van overschiet. Immers de 4G golven van de antenne hoog op de berg, bereiken ons aan de westkant van het eiland, waar Jakker ligt, niet.
Acht familieleden én de vroegere chef exploitatie van de penitentiaire instelling van Prony, liggen hier begraven, al zo een 150 jaar. 

On line bij het kerkhof.

Ons pad hierheen voert langs het bijzondere bos van cycas. Geen palm, geen varen toch hebben ze kenmerken van beide planten.
De voorhistorische cycas, je kent ze wellicht als kamerplant, zijn weinig veranderd sinds het Jurasic tijdperk toen ze welig tierden. Naaktzadigen. Een mannelijke plant en een vrouwelijke. Hier staan ze er een beetje triest bij. Veel bladeren zijn gelig, geven een verwelkte indruk.
Het is een sport voor ons : wie ontdekt het eerst een bloeiende mannelijke “cone”. Die zagen we voorheen nog niet. Moet wel de tijd van het jaar zijn. Vrouwelijke bloeiende planten kunnen we nauwelijks vinden . Eentje staat vlak bij onze waterkant.
Een infobord verschaft wat uitleg. Zo leert een mens nog eens wat !


Maar mijn lievelingsplantje blijft met ruime voorsprong, het “bekerplantje”, de vleesetende Népenthè, in het Engels “monkey cup” (apen zouden er soms uit drinken), dat na de regens welig tiert op de voormalige mijnbodem.

Het cyca bos.

Vrouwelijke cyca.

Mannelijke cyca.

Mijn lievelings "bekertjes".

Ook onder water valt er wat te ontdekken. We duiken naar het wrak van een zeilboot en gaan een kijkje nemen bij de Aiguille, een soort schoorsteen die oprijst van 20 m diepte tot 2,5 m. Kalkafzettingen door het warme water uit de vulkanische bodem vormden deze “naald”. Het koraal kan ons niet echt bekoren maar er zit nogal wat vis en de grillige kalkformaties maken de duik de moeite waard.
Na zo een 45 minuten duik, hebben we een paar uur nodig om alles af te spoelen en te drogen en natuurlijk, de flessen opnieuw met lucht te vullen.
Vervelen doen we ons duidelijk niet aan boord.

Oma op de sup...

... en bij de gezonken zeilboot.

Tot slot de "aiguille".

 

 

 

JSN Mini template designed by JoomlaShine.com