Positie : Anse Majic (terug in het gebied van de rode aarde).
en ook het water kleurt er rood !
O nee, wat is er nu weer mis ?
Er komt geen water meer uit de kraan. Niet in de keuken, niet in de badkamers, niet uit de buitendouche. De elektrische pomp, die voor de druk zorgt, heeft de geest gegeven. Bij het demonteren, op zoek naar de oorzaak van het falen, loopt er heel wat zoet water naar onze “kelder”, het diepste punt van de boot, de bilge. Ruim 7 liter water sop ik op van tussen de blikjes gepelde tomaten, erwtjes, champignons, van tussen de opbergdozen met tools en onderdelen.
We lossen het probleem voorlopig op door de voetpomp voor zeewater te gebruiken. Jeanneau voorzag in de kombuis zo een pomp, die via een drieweg ventiel kan “omgezet” worden op het zoet water systeem. Blij met die voetpomp, verplaatst de badkamerroutine zich tijdelijk naar de kombuis. Tanden poetsen in de keuken.
Zonder deze oplossing zouden we genoodzaakt zijn het water op één of andere manier rechtstreeks uit de tank onder ons bed te halen. Veel geluk daarmee !
Onze idyllische omzwerving in Baie Saint Vincent , de prachtige wandelingen langs wildpaadjes heuvelopwaarts, het bewonderen van de vergezichten, het ontdekken van de grotten in Moro, het eindigt abrupt. Kapitein staat te popelen om de pomp te herstellen of vervangen.
Met spoed terug naar Nouméa dus. We vinden een ankerplek in Baie Orphelinat.
De grotten van Ile Moro. De slangen zijn ook hier van de partij.
Weerom steken we met Jak (gelukkig is het rustig weer, bij harde wind worden we kletsnat) de voorhaven over naar Nouville. Schiereiland Nouville : de hemel voor de watersporter op zoek naar onderdelen.
Je kan veel beweren over Nieuw-Caledonië. Het is er schandelijk duur, maar de watersportzaken weten wat een zeiler nodig heeft. We nemen geen risico en kopen meteen een nieuwe waterpomp om de meer dan 20 jaar oude te vervangen. .
Een nieuw bakboord navigatielicht en de eindelijk geleverde knop voor de Raymarine plotter verdwijnen ook in ons winkelwagentje.
Tony kan weer naar hartelust klussen de volgende dagen.
Nu ik dit schrijf, genieten we weer het comfort van stromend water. Enkel maakt de nieuwe pomp iets meer lawaai telkens ze na een liter waterverbruik, opnieuw druk op het systeem brengt. Even wennen.
Ken je het liedje : “I don't care, je m'en moque!” ? De laatste hit van Axelle Red draait men hier minstens een paar keer per dag . Meteen vliegen mijn gedachten dan over de oceaan naar Hasselt, mijn en ook haar geboortestad.
Ik denk aan de bijna-lockdown toestand (ik weet het wel, dat woord is taboe) waaronder jullie in België zuchten. De strenge maatregelen. De vele eenzamen. De bomvolle ziekenhuizen. De doden.
Het gaat met de wereld (nog) niet de goede kant op. Je wordt daar niet vrolijk van, om het maar eens op z'n Nederlands te zeggen.
Dat hier geen covid gevallen meer zijn, kan ons maar matig troosten. We missen familie en vrienden. Voelen ons af en toe opgesloten in het paradijs.
Maar wat kunnen we anders doen dan de moed erin houden. Het komt ooit wel goed. Wij hebben alvast goed nieuws : de “permit” van één jaar, voor Jakker, is door de douane met zes maanden verlengd. Het papier mét stempel geeft ons toelating om met de boot minstens tot 7 mei 2021 hier te blijven. Zou er volgend voorjaar een oplossing zijn voor ons ? Wie zal het zeggen?
Weer op weg.
Wij besluiten onze zwerftocht rond het eiland weer op te pikken.
De stad Nouméa gaat ons snel vervelen. Te rumoerig, stinkend, bovendien een erg onrustige ankerplek.
Eerst zorgen we voor het beloofde Belgisch mosselfestijn op de Franse Lagoon : Okeanos. Weliswaar met Ierse diepvriesmosselen. Maar smaken doet het in elk geval.
Dit keer gaan we Zuid-Oostwaarts. In de Baie Ue ontdekken we meteen een prachtig meanderende rivier. We roeien Jak het hele eind, enkel zonder motor kan je genieten van de oerwoud vogelgeluiden, en voelen het de volgende dag aan onze spieren. Workout Jakker stijl.
Ingang van de rivier , Baie Ue.
Positie : Baie de Timbia.
Nieuw-Caledonië heeft beslist. Het antwoord is “non”, het antwoord op de vraag of men volledige onafhankelijkheid van Frankrijk verkiest.
“Le caillou” wordt niet onafhankelijk, blijft (voorlopig) een speciaal overzees Frans gebied.
De opkomst was deze keer massaal.
53,3% stemde non ( in 2018 : 56,7 %.), vooral in hoofdstad Nouméa en omstreken.
46,7 % stemde oui, in de bastions van de Kanaken, de Noord provincie, het oosten en de eilanden.
De indépendantistes winnen dus terrein, zij zijn haast zeker van een zege bij een eventueel derde referendum in 2022 (de organisatie hiervan is mogelijk volgens de Nouméa akkoorden ) en zullen niet rusten vooraleer dat er komt.
Maar voorlopig blijft dus alles bij het oude.
De twee officiële vlaggen wapperen nog steeds boven het regeringsgebouw. NC is het enige land met twee vlaggen.
Hun motto : “Terre de parole, terre de partage” moeten ze nu gaan waarmaken.
Nieuwe dialogen, nieuwe afspraken om de toekomst uit te stippelen dienen zich aan. Donderdag komt alvast de Franse minister van Outre Mer naar Nieuw-Caledonië om mee te helpen de besprekingen te voeren. Hij trotseert veertien dagen quarantaine. Blijft drie weken hier.
In de straten van Nouméa vierden de indépendantistes uitbundig hun winst van drie punten. Het laatste woord is nog niet gezegd.
Wij kregen van de verkiezingen niks mee. Zaten in afzondering in de baai van Uitoe, met enkel het gezelschap van een dugong, wat dolfijnen en een harde, nooit aflatende Zuid-Oosten wind.
Positie : Baie des Moustiques.
In Nouméa ga je onvermijdelijk kopje onder in het stadsleven, in de politieke strubbelingen, de betogingen/stakingen (we zijn tenslotte in Frankrijk, denk ik dan).
De spanning stijgt er bovendien.
4 oktober : de dag van het tweede referendum nadert.
Reeds zijn er 250 internationale controleurs geland op luchthaven Tontouta. Hun vlucht is natuurlijk wél toegelaten. Voor gewone toeristen opent het luchtruim pas ten vroegste maart 2021.
Die controleurs zitten nu eerst 14 dagen opgesloten in quarantaine, vooraleer ze aan het werk kunnen. Eén testte er al covid positief.
Nieuw-Caledonië kent, voor alle duidelijkheid, geen covid gevallen meer.
Op 4 oktober kunnen Kanaken, Caldoches (hier geboren blanken) en mensen die hier meer dan 26 jaar wonen, hun stem uitbrengen.
De vraag luidt : “Voulez-vous que la Nouvelle-Calédonie accède à la pleine souveraineté et devienne indépendante ? “ (Wilt u dat NC volledig soeverein en onafhankelijk wordt ? ). Het antwoord is eenvoudig : “Oui” ou “non”.
Een referendum, hoe komt dat zo ?
In 1986 plaatste de Verenigde Naties Nieuw-Caledonië, een Frans overzees gebied, voormalige strafkolonie, op de lijst van landen die gedekoloniseerd moesten worden.
Bij een ondervraging van de bevolking werd “onafhankelijkheid” toen massaal verworpen. De inlandse Kanaken, op het hoogtepunt van de kolonisatie (19de – begin 20ste eeuw) buiten de wet gesteld en gedwongen in reservaten te leven, blijven zich verzetten.
Na onlusten die uiteindelijk uitlopen op 19 doden bij een gijzelingsactie in Ouvéa in 1988 en de moord op twee gematigde Kanaken leiders Tjibaou en Yeiwene Yeiwene tijdens de herdenking van die doden in 1989, tekende men in 1998 uiteindelijk het Nouméa akkoord. Men zette de krijtlijnen uit voor een geleidelijke overdracht van de macht aan de Kanaken. Nieuw-Caledonië diende een eerste referendum te organiseren vóór 2018. Op 4 november 2018 koos 58,8 % van de bevolking tegen de volledige onafhankelijkheid.
De Kanaken bepleitten een tweede referendum, dat gaat zondag door. Als er “non” gestemd wordt, zit de kans erin dat er nog een derde volgt.
De non-partijen, die voor Frankrijk kiezen, waarschuwen er op sociale media voor dat iedereen die gestemd heeft zijn Frans paspoort verliest bij een oui overwinning. Zomaar een Europees pastpoort opgeven, doe je niet makkelijk.
Geregeld zien we optochten met Kanaky vlaggen oproepen om Oui te stemmen. Non-aanhangers delen brochures uit.
Van de dreigende sluiting van de Usine Vale Sud (Goro nikkel mijn en fabriek – één van de grote werkgevers van NC), eigendom van het Braziliaanse Vale , maken de onafhankelijkheid aanhangers dankbaar gebruik om de Kanaken bevolking achter zich te scharen. De fabriek/mijn is verlieslatend. 3000 banen staan bij sluiting op de tocht.
Als ze onafhankelijk zullen zijn, belooft de Senat Coutumière (het bestuursorgaan van de Kanaken) door middel van een consortium met ZuidKoreanen de fabriek te redden. De non-stemmers verwijzen dit plan naar het land van de fabeltjes.
Je vote Oui. Betoging van Kanaken.
Benieuwd hoe dat allemaal zal aflopen.
Eenvoudig voorspelbaar is het zeker niet. Je hebt hier niet enkel Kanaken (39%) en Europeanen (27,24%) . Minderheden Polynesiërs (10%), Aziaten (Javanen, Viëtnamezen, Chinezen), Arabieren maken deze smeltkroes compleet. Ook zij wonen hier al generaties lang. Het eiland is ook het hunne.
Onafhankelijkheid betekent dat de geldstroom uit Franrijk opdroogt. De levensstandaard zal dalen.
Gaat Kanaky dan de weg van Vanuatu op ? Steeds op zoek naar buitenlandse hulp , met een bevolking die vecht tegen armoede, een makkelijke prooi voor China dat al te graag zijn invloed uitbreidt, naties met wegen en gebouwen omkoopt.
Zou alles binnenkort helemaal veranderen ? Ook voor ons , want dan zijn we geen Europeanen in Europa meer ?!
Wij staan erbij en kijken ernaar. Als zeiler mijd je politieke en religieuze discussies zoveel mogelijk.
Een hoop lawaai en blote billen.
Iets helemaal anders, carnaval. Een traditie die van Europa is komen overwaaien, wordt hier in september gevierd. Wij gaan een kijkje nemen. Zien prachtig maar vooral minimaal uitgedoste vrouwen die dansen op keiharde muziek. Laten we hopen dat zij hun song kunnen horen. Wij registreren enkel een kakofonie, een hoop lawaai waar je geen liedje in herkent. Ambiance is er zeker en daar is het toch om te doen.
Ondertussen is er in de marina ook spektakel. Drie motor catamarans van de chartermaatschappij Dream Yacht Charter gaan in vlammen op. Alles gebeurt quasi naast de vismarkt, gelegen aan het water. Men moet het gebouw voor een paar dagen sluiten. Wellicht zijn daar giftige stoffen binnengedrongen . Voorlopig geen vis te koop.
Naar de oorzaak van de brand zoekt men koortsachtig.
De marina en de stad stilaan beu, bereiden we onze zoveelste trip op zoek naar mooie plekjes in de grootste lagune ter wereld voor.
De zon komt over de evenaar onze richting uit (21 september). We voelen het al, de verwarming hoeft niet meer aan 's ochtends, het dekbed wordt te warm, vandaag moest zelfs even de ventilator aan.
Let op, dra gaan we beginnen klagen over de hitte .
Brand in de haven.
De dag erna : twee gezonken cats, rechts de vismarkt.
Dan is er nog het covid nieuws.
De zeilerswereld aan deze kant van de aardbol weet het nu wel duidelijk : Australië en Nieuw-Zeeland laten ons niet binnen, zo deelden ze mee. De Ocean Cruising Club en de Down Under Rally deden hun best de regeringen te overtuigen cruisers toe te laten om veilig het cycloon seizoen bij hun door te brengen. Zonder succes.
Het feit dat de meeste jachten al minstens 14 dagen op zee zitten voor deze landen te bereiken, al in quarantaine zijn dus, doet niet ter zake.
Je moet echt in nood verkeren vooraleer je binnen mag. Half zinkend omdat je in de orkaan zat of wat ?!!! Hallo !
Duitse zeilers lapten de afwijzing van hun verzoek tot inklaren aan hun laars, voeren toch de Bay of Islands (Nieuw-Zeeland) binnen. Ze zijn in hechtenis genomen. Moeten een hoge boete betalen, vliegen terug naar huis. Wat er met hun boot gebeuren zal?
En dan is er het spannende verhaal van Tehani-Li, vrienden van ons, Australiërs. Zij mogen hun homeland wel binnen. Kunnen echter nergens aan land, zeilen nu de 8000 mijl van Panama tot Australië in één ruk. Vandaag, dag 54 op zee, dicht in onze buurt, was verschrikkelijk voor hen. Ze besluiten Nouméa binnen te lopen, enkel om diesel in te doen. Dat mag. Spijtig genoeg zijn wij intussen in Baie des Moustiques een flink eind weg !!!!
Positie : mouillage Port Moselle.
Met frisse tegenzin verlaten we de prachtige Baie de Prony (Jakker uiterst rechts).
De zeiltocht terug van Baie de Prony naar Nouméa was super. Halve wind, stroom mee, we vlogen over het water.
Patrice en Christel, onze vrienden uit Nice, die dachten dat we “verloren” gezeild waren, delen, blij ons terug te zien, hun lunch ovenschotel met ons.
Met hun auto doen we boodschappen, alweer. Zo zijn de gaten in onze voorraad snel terug bijgevuld.
Zelf brood bakken hoeft nu ook even niet, in Nouméa eten we vers krakende baguettes. Of we maken ze krakend in de “sandwichmaker”.
Na een maand smaakt een “Blancheke” (van Havannah) op het terras van Le Bout du Monde heerlijk. Stom dat er nergens in de talloze baaien met leuke ankerplekken in gans Nieuw-Caledonië een bar, hoe klein ook, te bespeuren valt.
Echter, terug naar de stad betekent ook, werk aan de winkel.
Ons verhaal over water onder de vloer is nog niet af. Lees, het is er nog steeds dat water : zout dit keer. En ik kan nu ook het “beekje” volgen, dat ergens bij de motoruitlaat vandaan blijkt te komen. Om daar bij te kunnen en te onderzoeken moet de hele achterkajuit (onze berging- kelder – zolder) alweer een keer uitgerommeld. We stapelen alles in onze salon, van duikflessen, stormzeil, reserve onderdelen tot borstel en blik.
Geen nood een film kijken we dan 's avonds maar in de voorpiek.
Nog kan Tony niet aan die uitlaatbuis-klus beginnen. In de achterkajuit komt de witte imitatieleren bekleding van plafond en wand los. Grote flappen hangen naar beneden. Zo kan je niet werken. Even die hele handel opnieuw vastkleven, zou je zeggen.
Kan echt niet, want super vervelend : de achterkant van “isolatie mousse” is tot stof verpulverd. Die isolatie, of wat er van overblijft, moet weggeveegd, helemaal verwijderd en opgezogen worden. Daar houdt immers geen lijm op.
Een klus voor mij, Tony is immers allergisch voor alles waar nog maar in de verte stof bij komt kijken.
Het lijmen boven je hoofd valt niet mee. Maar eenmaal dit opgeknapt, kan het echte werk aangevat.
Achterkajuit vóór en na het "lijm"werk.
Als Tony de buis nader bekijkt, schrikt hij. Het stuk achteraan is wel erg poreus. Dat deel zou in zware zee tijdens het motoren zo kunnen “springen”. Dan zou de motor het koelwater gewoon naar binnen pompen . Erg ongezond ! Je kan dan enkel hopen dat de bilge pomp, die het in de “buik” verzamelde water uit de boot pompt, zijn werk goed doet.
Vóór we kunnen denken aan opnieuw varen, móet die buis hersteld.
Gelukkig telt Nouméa nogal wat watersportzaken en “quincailleries”. Bij de vierde winkel kunnen Tony en Patrice een degelijke uitlaatbuis van Vetus ( Nederlandse fabrikaat) op de kop tikken. Dik robuust rubber, binnenin versterkt met een metalen spiraal.
De oude buis, echter, geeft zich niet zomaar gewonnen. “Die kan ik enkel in stukken zagen om ze weg te krijgen, ” besluit mijn kapitein. Makkelijk gezegd.
Ik kan niet helpen, hou me heel stil terwijl het Tony bloed, zweet en net geen tranen kost om zijn gevecht met zaag(ske) tegen buis te winnen.
Volgende uitdaging : de nieuwe, stugge, dikke rubberen buis met metaal binnenin op de daarvoor bedoelde, erg krappe plaats tussen andere buizen, de motor en de wand maneuvreren.
Met vereende krachten trekken en duwen we het kreng op zijn plek. Nu moet nog slechts het buisuiteinde van 60 mm doorsnede op de flens van 64 mm geperst ! Kokend water, om het rubber wat weker te maken, en zeep doen wonderen en natuurlijk flink wat domme kracht . Pijnlijke spieren en handen de volgende dagen, maar we hebben een nieuwe uitlaat.
Of er nu nog water zal binnen sijpelen ?
5,40 m nieuwe uitlaatbuis.
Zo ziet (een gedeelte van) de geplaatste buis eruit.
Ondertussen trainen de militairen in alle vroegte
en gaan de uitbreidingswerken in de haven gewoon verder.