Boenk ! Even staat de wereld stil. Of Jakker toch zeker wel.
In volle vaart zijn we met de kiel ergens tegenaan gebotst. Net hebben we onze ankerplek vóór de haveningang van Denarau bereikt. Het is overal ongeveer 4,5 m diep. NIET !
Als je met een diepgang van 2 m iets raakt ! Ik zet de motor stiller, de gashandel in neutraal maar daar varen we al opnieuw. Moet wel een zandberg onder water geweest zijn? Snel zoeken we een plekje uit en met de bibber nog in de benen, laten we het anker vallen. Binnen, bij de kielbouten, is niks abnormaals te zien. Later maar eens langs buiten checken, hier is het water te bruin, het zicht slecht.
In het totaal is ons dat nu toch al zo een viertal keer gebeurd. Onvermijdelijk?!

In de haven worden we hartelijk “Welcome back” geheten. Maria geeft ons een plekje aan de steiger voor twee nachten. “It's very busy”, anders konden we zeker langer blijven.
Tony moet tweemaal in de mast om een nieuwe Windex (windrichting-aanwijzer) te plaatsen, helemaal bovenop het toplicht. De vorige is er gewoon vanaf gewaaid tijdens zwaar weer. Al dat felle bonken in de golven vormt een zware beproeving voor het materiaal.

Tony stapt in zijn bootmanstoeltje.

 

Links toplicht zonder Windex, rechts nieuwe Windex bevestigd.

Zo hoort het uit te zien bovenop de mast.


Terwijl mijn jongste zussen hun tienduizenden stappen per dag tellen, probeer ik dat te doen met de keren die mijn arm de hendel van de winch ronddraait om Tony naar boven te hijsen. Zo een 700 maal. Het zweet drupt op mijn bril. Ik ben buiten adem als hij “Stop” roept. Spierpijn zal morgen mijn deel zijn.

 

Op Jakker zitten we opnieuw in onze dagdagelijkse routine.
Nadat we de bijna twee weken op de kant in Vuda Marina netjes betaalden, heft de kraan ons terug in het water. “No cash, no splash “, de gevleugelde uitdrukking hier. Overduidelijk !
Als maandag dan ons nieuw voorzeil geleverd wordt (zonder de nodige telefoontjes met de UPS manager bleek dit niet te lukken), kan niets ons nog in de krappe, oven-hete Vuda haven houden.
Dat zeil meteen uitproberen, natuurlijk. Richting Malolo Lailai (Musket Cove) , twee uurtjes varen, om er langzaam terug in te komen.

Onze dagdagelijkse routine dus, met een plus eigenlijk. Want, ik heb nu een Dyson Trigger 6 stofzuiger. In mijn handbagage hierheen gebracht. Op Heathrow heeft het me een half uur extra inspectie gekost. De scanner wist niet wat hij zag !


Dit is niet zomaar een kruimeldief maar een echt krachtige, snoerloze stofzuiger voor auto of boot. Ik weet het : “Bootvrouwtje is blij met huishoudtoestel.” Hoe cliché ! Maar wat wil je met een kapitein die allergisch is voor huisstofmijt en dies meer.

Die captain zit intussen ook niet stil. Op een namiddag bouwt hij met de oude motor en de nieuw meegebrachte compressor een perfect werkende duikcompressor, die meteen twee flessen vult.

Dit deel brachten we mee.

De nieuwe Lufti is born.


Nu moet enkel het weer een inspanning doen (twee samengesmolten troggen boven Fiji zorgen voor veel regen en wind), dan kunnen we in de buurt een duikje wagen.
Even ontspannen van wat ons bezig houdt. Er staan namelijk weer belangrijke beslissingen op het menu : waar gaat de reis heen? Nieuw-Zeeland of Nieuw-Caledonië ?
Laten we dat nog even voor later bewaren.

 

 

Het alles-verblindend witte ochtendlicht verdrijft meteen de vermoeidheid van 32 uur reizen als we in Fiji uit het vliegtuig stappen. Bula !
De douane madame bij de controle vraagt verbaasd : “Maar, wat hebben jullie allemaal bij? Dat moet even van dichtbij gecontroleerd en in een lijstje gezet.”
Zonder het maximum bagagegewicht te overschrijden, slaagden we erin, motoronderdelen, olie- en andere filters, een halve duikcompressor, een nieuwe windrichtingaanwijzer, twee dozen Royco erwten minutesoepjes (van levensbelang), de nieuwe Dyson stofzuiger en nog veel meer mee te brengen.
Er volgen wat Fiji-grapjes en dan : “You're free to go !” Als “Yacht in Transit” hoef je geen taks te betalen op goederen bestemd voor de boot.
Snel verlaten we de inspectie kamer. De stank van rotte vis is er niet te harden. Eén van onze Chinese medepassagiers smokkelde een onwelriekende “delicatesse” het land binnen. Getuige daarvan een vies, stinkend plasje op één van de tafels.

Vrijwel meteen begint Tony te niezen en hij zal twee dagen last hebben van hoofdpijn en een loopneus. Allergie voor de tropen of toch een virus, opgelopen in het vliegtuig ? Gelukkig huurden we de eerste twee dagen een cottage op het haventerrein. Heerlijk om bij te komen.

Nu maar eerst een kijkje nemen bij Jakker. Ze ziet er bijzonder goed uit. Een beetje stoffig . Geen mieren, geen kakkerlakken...wel hopen vogelstront op plekken waar die beestjes makkelijk kunnen zitten . Takjes in de kuip. Takjes in de giek, die we nochtans afplakten. Probeerden ze een nest te maken?

Dit is één van de schuldigen !

Langzaamaan beginnen we er dan aan : poetsen, uitpakken, opruimen.

Om de romp te polieren en het onderwaterschip af te krabben huren we een mannetje in. Zo sparen we onze schouders voor ander werk.

We vullen het formulier in voor “de extra move “ van de pit naar een “wieg” op de grond. Voor elke kraanjob moet er immers een papier ingevuld. Geen half werk

Uit haar bedje...

in de "wieg".

Nu volgt een week van hard werken. Roest aan de kiel behandelen, nieuw zwevend buitenlager op de schroefas plaatsen, het onderwaterschip één keer met primer schilderen, daarna twee keer met anti-fouling.

Ook onze vaanstandschroef geef ik drie lagen speciale anti-fouling. Benieuwd of de schroef nu minder zal aangroeien in het tropische water.
Tony werkt keihard om onze zoutwaterkraan aan het bollen te krijgen. Alles is verstopt en gecorrodeerd. Een nieuwe plastieken huiddoorvoer biedt uiteindelijk soelaas. Achter het roostertje van de zoutwaterinlaat haalt hij een krabbetje vandaan. Het is gewoon gegroeid in de kleine ruimte achter het roostertje, om nooit in open water te vertoeven. Wat een krabbe-leven !


 

Elke avond vallen we rond 20 u uitgeput in onze kooi. 's Ochtends beginnen we er weer aan, met pijnlijke armen en schouders.

Maar Vuda Marina betekent ook “The boatshed Bar and Restaurant”. Hier vind je het lekkerste eten van ver in de buurt en de tofste zeilers. We maken kennis met Hollandse Monique en halve Antwerpenaar en westrijdzeiler Bas, van de Red Max. Tof stel. Zij kennen bovendien David (Rewa), die ons meteen zondag een bezoek brengt. Twee jaar zagen we hem niet maar het klikt als vanouds.

Life band op zondag.

Je snapt het al, het is heerlijk om terug te zijn, ook al branden de beelden van de laatste avond met kinderen en kleinkinderen nog steeds door alle nieuwe indrukken heen.

Jetlag.
Twee weken op vaderlandse bodem en eindelijk zijn we over de jetlag heen. De dagelijkse duik in het zwembad bij dochter Karen, de ontmoeting met vriendinnen en vooral het feestje op zondag hebben daar flink aan meegeholpen. Familiebrunch met aansluitend een Time to Dive party met de band Zerp , het kon niet op.
En ook mijn pa, super-bompa voor de achterkleinkinderen, zat erbij en genoot ervan. Hij verraste ons met zijn buiten verwachting redelijke gezondheid. En óf hij ons nog kende.

Met dank aan Romina Dean.

Foto Romina Dean.

 


De kleinkinderen worden wild als we bij hen toekomen. Wie is er nu het meest uitgelaten ? 
We worden meteen ingepalmd, mogen nauwelijks met hun ouders praten. Tekenen, met lego bouwen, spelletjes spelen, zwemmen, verhaaltjes lezen … niks lukt ze nog alleen. Ze hebben oma en bompa Jakker zo lang moeten missen.

Lyam en Roxie tonen ons hun kunstjes.

Warm.
In onze stoutste dromen hadden we niet op dit weer durven hopen. De dagen en zelfs de nachten tropisch warm. Slapen zonder laken. Ik voel het zo vertrouwde zweetsnorretje van zodra ik iets anders doe dan gewoon languit liggen. Wij klagen niet. Het is zoals wij het gewoon zijn.

Zeilen.
Dat de zeiltraditie zal verdergezet worden in onze familie, zit er dik in. Lyam, onze kleinzoon, had het erg naar zijn zin op zeilkamp in Hofstade. We mochten getuige zijn van zijn eerste metertjes op het water.
Moeilijk hem te spotten in het veld van 29 Optimistjes. We volgden zelfs een tijdlang een verkeerd blond zeilertje, maar herkenden Lyam tenslotte toch nog tijdig, aan zijn “legerhoedje”.

Lyam vooraan, rechts van de motorboot.


To do.
Voldoende uitgerust nu, kunnen we beginnen aan onze “te-doen”-, lees vooral “aankooplijst”. Dingen die aan de andere kant van de wereld niet te koop zijn, laten we hier leveren.
Iedere zeiler die naar huis terugvliegt, doet dat met een kleine rugzak. In onze landen van melk en honing is àlles te koop. En dat doen we dus volop. Op terugreis
naar de tropen sleur je heel wat onontbeerlijke bootspullen mee. Maar ook simpele dingen kan je enkel hier kopen. Ons, bij momenten levensreddende, Minute soepekes bijvoorbeeld.

Voor het overige pendelen we tussen Weerde, Halen, Genk en Tholen – Zeeland (Nederland) waar de boot van zoon Bert ligt. We vervloeken het vreselijk drukke verkeer. Zoveel auto's en vrachtwagens.
Maar ook de massa's mensen, overal. We kunnen er erg moeilijk aan wennen. Wat komen wij van een rustig deel van de wereld !

 

 

 

JSN Mini template designed by JoomlaShine.com