Positie : 4 juni : Yasawa islands, Nanuya, Blue Lagoon : 16°56,63 Z 177° 22,05 O 

Respect. Het gevoel dat alle andere overheerst. Respect voor Jakker. Onvoorstelbaar wat ons bootje heeft moeten doorstaan. Twee nachten en twee dagen onophoudelijk enorme mokerslagen tegen boeg en romp. Misselijkmakende schuivers waarbij de stuurboordzijde bijna helemaal onder water verdwijnt. Een speelbal van de golven, zo heet dat toch zo plastisch? Voortjakkerend op een zee die schuimt van opgezweepte woede. Bruisende golfkammen, uit twee richtingen, grijnzen vals naar ons. Denken ze daarboven, misleid door onze naam, dat we dit leuk vinden ? Als we op de ankerplek bij Yasawa eiland aankomen zijn we “stik-kapot” maar o zo euforisch, omdat we het net vóór donker haalden.
De hele tocht hakken we tegen de wind (ons beloofde men dat die wind zou draaien, niet dus), een wind van tot 30 knopen (7 bf).  Die wind kunnen we wel de baas, het zijn vooral de golven door die wind opgezweept die ons parten spelen.

Twee keer gaan we bijliggen om even uit te rusten. Je gaat overstag, het voorzeil komt “bak” te staan, het schoot van het grootzeil is los. Het roer staat vast, stuurt in de wind. Af en toe zeil je even. Je drijft met de wind mee, eigenlijk. Je vordert nog 2 knopen. In de richting waar je vandaan komt. Stom. Doch het is echt redelijk rustig. We eten koude soep. Veel te moeilijk, bovendien gevaarlijk om die op te warmen  Ik kan wat slapen. 
En daar gaan we weer , die “teruggezeilde” weg moeten we nu opnieuw afleggen.

Als er een flinke emmer zout water naar binnenspoelt, krijgen ze ons daarbuiten echt boos. Jakker speelt even voor duikboot. Haar neus diep in een brekende golf gedrukt, scheppen we bakken water die in een soort mini-tsunami over dek spoelen. Ik zie de massieve watermuur aan komen rollen, te laat om het schuifluik dicht te rukken. Via de zijkanten van het luik loopt het water gewoon naar binnen. Opsoppen lukt maar half. Zoutwater droogt niet makkelijk en verandert de kajuitvloer in een ijsbaan. Onze zoutwater-voeten vinden geen houvast. Wat haat ik die altijd vochtige voeten.  

Nu is het genoeg geweest. We besluiten de wachten binnen uit te zitten. Luik dicht, sturen met de afstandsbediening, op de tablet de display van de GPS in de gaten houden, elk kwartier (alarm op de tablet) naar buiten om de horizon te scannen op schepen.  Zo gaan we de tweede nacht in. 
Volle maan. Niks zo mooi als volle maan zeilen. Alleen, met die zware bewolking en regen bovendien, krijgen we sister moon niet te zien. Er is alleen een spookachtig lichte hemel. 

En dan eindelijk, na nog een dag jakkeren, komen we langzaam, langzaam in de iets kalmere lij van Yasawa eiland, de wind ruimt behoorlijk en we kunnen op tijd een vrij goeie ankerplek bereiken. Dit durfden we al bijna niet meer te hopen. 

Kulfi, onze brothers in arms, die bijna 5 u na ons binnenkomen kunnen we via de VHF-radio binnen praten. Ook zij zijn overgelukkig dat ze de nacht niet meer op zee moeten overleven. 

Eind goed al goed... en weet je wat ? Van de fruitvliegjes kan ik het niet zeggen, maar vanmorgen liepen er alweer twee gekko's over het dek. Waar hebben die zich kunnen vastklampen op dat stampende schip? Overleefden ze de tsunami in een bakskist? Taaie beestjes. Zoals wij.

 
 
JSN Mini template designed by JoomlaShine.com