Tussen die palenrijen hijst men ons uit het water.

Waar ook ter wereld we aanleggen met onze boot klinkt het meteen, bijna als welkom : "Where you from ?" “Belgiam”....ooooo",  doen ze, alsof ze de wereldkaart zo in hun hoofd hebben.  Ondertussen druipt de verwarring van hun gezicht. "Where the hell is Belgium?" Australië, Nieuw-Zeeland en enkele omliggende eilanden kennen de meesten wel, daarna houdt hun aardrijkskundekennis meestal op. Maar o wonder, de enorme kracht van sport en wereldkampioenschappen is nog maar eens bewezen. Plots, door het WK voetbal, kent iedereen ons kleine landje. Zelf meer een rugby-land, Fiji won twee jaar geleden goud, neemt nu de populariteit van soccer erg toe.
Op de groentemarkt houdt een jongen mij staande, noemt alle namen van onze Rode Duivels. Ik ken er slechts een paar en moet beschaamd toegeven dat ik van al dat voetbal weinig kaas heb gegeten. Het interesseert ons natuurlijk wel, wat de Belgen presteren. En met de finale zullen we thuis zijn!

Onze Jakker ligt al veilig in haar bedje van autobanden, met de kiel in een gat in de grond. De goedkoopste oplossing (in Fiji) om haar een tijdje alleen te laten.
Jak leggen we aan dek.
Het binnen houtwerk neem ik nog eens af met azijn, tegen schimmelvorming. Ik zet potten met azijn neer in alle ruimten . De huiddoorvoeren sluiten we goed af. We leggen een anti-mieren- en kakkerlakkenspoor aan aan de buitenkant van de boot.
Van onze insectenetende huisgekko's verwachten we dat ze de eventueel binnendringende mieren en kakkerlakken rauw lusten.
Binnen twee maanden zullen we weten hoe Jakker het er afbracht in de put.
Nu nog rugzak inpakken (kleren voor warm maar ook voor koud weer, zeker ?) en wegwezen.

Jakkers bedje.

En zakken maar.

 

 

Rotuma ken je enkel een beetje van wat ik erover schreef.

Hier zijn dan eindelijk de bijbehorende beelden. Bij "Foto's"  New !

 

 

Positie : 18 juni : Musket Cove - Malolo Lailai Island.  

Na strubbelingen met het internet, voilà !

 

 Waya eiland (Yasawa eilanden).

Blue Lagoon.

Een tiental dagen gunnen we ons om rustig te genieten van de Yasawa eilanden (Fiji) na ons wildwater avontuur op zee.
Maar uiteindelijk moeten we toch gaan inklaren bij de Fiji douane die op Rotuma geen kantoor heeft. We handelen dat makkelijk af in Vuda Marina waar we op de valreep ook afscheid nemen van Hans en Imma (Tuvalú) en Giles en Sarah (Rouser) terug zien.

99 facebook meldingen, 150 ongelezen mails, 220 Whatsapp-berichtjes van de familie. Dat krijgen we op ons dak als we een SIM kaart kopen en online gaan. Onze smartphone gloeit rood.
Fiji – Fiji (via Tuvalu, Kiribati en Marshall Islands), de cirkel is rond. Welkom terug in de moderne wereld, die we, zo stellen we vast, helemaal niet misten. Al die superbelangrijke communicatie, je kan er zo goed zonder. Ik zal al die informatie wel eens rustig bekijken als ik er zin in heb.

Nu moet er eerst gewerkt worden want voor we het beseffen, liggen we, ongepland, aan de steiger in Denarau Marina, tussen de superjachten. Een zeiljacht dat wat vroeger vertrekt, wij net op dat moment in het kantoor en Mary, die Jakker nog goed kent, regelt meteen de vrijgekomen plek voor ons. Alsof we niet weg waren. De plooirokjes van de meisjes-crew van de superjachten ogen weer iets frivoler dit jaar.



Meteen vallen we op het teak dek aan. Poetsen, schuren, behandelen en oliën. Als we na drie dagen rechtkomen en ons werk bewonderen, zijn we tevreden. Dit was dringend nodig.

Als we door het poortje van de marina stappen, bezorgt toeristenval Port Denarau ons een shock. Honderden schaars geklede toeristen, verbrand in alle tinten rood en paars, verdringen zich rond de toerboten. Natuurlijk kan je hier, toegegeven, weer van een heerlijk ijsje genieten, van cappucinno en “bruis” water. Pintjes hebben ze overal.

Zwaar is mijn teleurstelling in onze mede-cruisers en dan vooral in de madammen. Iedereen wil hier spullen wassen ! Maar moet je dan in je eentje meteen àlle machines in beslag nemen voor uren aan één stuk ? Ik moet op mijn tong bijten, hatelijke opmerkingen inslikken en aan de vriendelijke eilanders denken die ook dit zouden weglachen. Ik was nog liever, zoals steeds, met de hand.

Vele van onze vrienden hebben plannen voor Fiji : zeilen naar afgelegen eilandjes, bezoek ontvangen , naar huis vliegen. Ook wij vertrekken begin juli naar België (daarom zeilden we helemaal terug naar Fiji). Naar mijn zieke pa, onze kinderen , kleinkinderen, familie en vrienden. De tijd zal weer te kort blijken.

Elke avond vuurshow.

Positie : 4 juni : Yasawa islands, Nanuya, Blue Lagoon : 16°56,63 Z 177° 22,05 O 

Respect. Het gevoel dat alle andere overheerst. Respect voor Jakker. Onvoorstelbaar wat ons bootje heeft moeten doorstaan. Twee nachten en twee dagen onophoudelijk enorme mokerslagen tegen boeg en romp. Misselijkmakende schuivers waarbij de stuurboordzijde bijna helemaal onder water verdwijnt. Een speelbal van de golven, zo heet dat toch zo plastisch? Voortjakkerend op een zee die schuimt van opgezweepte woede. Bruisende golfkammen, uit twee richtingen, grijnzen vals naar ons. Denken ze daarboven, misleid door onze naam, dat we dit leuk vinden ? Als we op de ankerplek bij Yasawa eiland aankomen zijn we “stik-kapot” maar o zo euforisch, omdat we het net vóór donker haalden.
De hele tocht hakken we tegen de wind (ons beloofde men dat die wind zou draaien, niet dus), een wind van tot 30 knopen (7 bf).  Die wind kunnen we wel de baas, het zijn vooral de golven door die wind opgezweept die ons parten spelen.

Twee keer gaan we bijliggen om even uit te rusten. Je gaat overstag, het voorzeil komt “bak” te staan, het schoot van het grootzeil is los. Het roer staat vast, stuurt in de wind. Af en toe zeil je even. Je drijft met de wind mee, eigenlijk. Je vordert nog 2 knopen. In de richting waar je vandaan komt. Stom. Doch het is echt redelijk rustig. We eten koude soep. Veel te moeilijk, bovendien gevaarlijk om die op te warmen  Ik kan wat slapen. 
En daar gaan we weer , die “teruggezeilde” weg moeten we nu opnieuw afleggen.

Als er een flinke emmer zout water naar binnenspoelt, krijgen ze ons daarbuiten echt boos. Jakker speelt even voor duikboot. Haar neus diep in een brekende golf gedrukt, scheppen we bakken water die in een soort mini-tsunami over dek spoelen. Ik zie de massieve watermuur aan komen rollen, te laat om het schuifluik dicht te rukken. Via de zijkanten van het luik loopt het water gewoon naar binnen. Opsoppen lukt maar half. Zoutwater droogt niet makkelijk en verandert de kajuitvloer in een ijsbaan. Onze zoutwater-voeten vinden geen houvast. Wat haat ik die altijd vochtige voeten.  

Nu is het genoeg geweest. We besluiten de wachten binnen uit te zitten. Luik dicht, sturen met de afstandsbediening, op de tablet de display van de GPS in de gaten houden, elk kwartier (alarm op de tablet) naar buiten om de horizon te scannen op schepen.  Zo gaan we de tweede nacht in. 
Volle maan. Niks zo mooi als volle maan zeilen. Alleen, met die zware bewolking en regen bovendien, krijgen we sister moon niet te zien. Er is alleen een spookachtig lichte hemel. 

En dan eindelijk, na nog een dag jakkeren, komen we langzaam, langzaam in de iets kalmere lij van Yasawa eiland, de wind ruimt behoorlijk en we kunnen op tijd een vrij goeie ankerplek bereiken. Dit durfden we al bijna niet meer te hopen. 

Kulfi, onze brothers in arms, die bijna 5 u na ons binnenkomen kunnen we via de VHF-radio binnen praten. Ook zij zijn overgelukkig dat ze de nacht niet meer op zee moeten overleven. 

Eind goed al goed... en weet je wat ? Van de fruitvliegjes kan ik het niet zeggen, maar vanmorgen liepen er alweer twee gekko's over het dek. Waar hebben die zich kunnen vastklampen op dat stampende schip? Overleefden ze de tsunami in een bakskist? Taaie beestjes. Zoals wij.

 
 
JSN Mini template designed by JoomlaShine.com