Al van 7 u vanochtend varen we in Tonga waters. Je moet echter helemaal rond de noordkant van het hoofdeiland heen, vervolgens tussen eilanden, door een fjord-achtige arm, die nog nauwer wordt vlakbij Neiafu, de port of entry van de Vava'u groep. In Tonga willen de autoriteiten dat je met je boot afmeert aan het (vissers)dok zodat de ambtenaren ter inspectie aan boord kunnen komen. Dit weekend geen zondag voor ons, het is maandag 9 u als we vastmaken.
De douane beambte, in lange wikkelrok en met “rieten”tapijtje rond zijn middel, zet meteen zijn modderige voetstappen op Jakker. Kijkt even binnen rond, geeft ons een vijftal formulieren huiswerk en belooft binnen een uur terug te komen, na de maandagochtend vergadering.
Drie uur later verschijnt hij opnieuw. “De plek waar de tijd begint” (zo noemen de inwoners van Tonga hun eilanden) maar hoe het dan verder met die tijd moet, is duidelijk niet zo superbelangrijk. Ze hebben daar een uitdrukking voor: “fakatonga”, de manier van Tonga.
De madame van “quarantaine” komt even later aangehijgd met...meer papieren om in te vullen. Ze neemt onze vuilnis mee, ik betaal daarvoor 15 TOP (Tonga Pa'anga) = 6,5 €, uit de ATM machine vlakbij. Rond 16 u, als de Health officier is langsgeweest, kunnen we weg richting boeienveld vlakbij. De man vertelde ons dat de wet pas veranderd is en EU burgers nu drie maanden in Tonga kunnen blijven, zonder dure visa verlenging. Goed nieuws.
Verschillende terrasjes en restaurants lokken ons naar de kant en we verwennen onszelf met langoesten.
Zoals steeds na een paar dagen op zee, staan we op onze benen te zwaaien en daar zitten de Popao biertjes maar voor een heel klein beetje tussen. 

 


Help, één dag uit ons leven is gepikt. Hoe komen we dat ooit te boven?
Gisteren was het zaterdag, vanmorgen, de prachtige baai van Neiafu binnenlopend, is het maandag.
Het heeft alles te maken met de datumlijn. Ik zie ze nergens,maar wij overschrijden ze.
In één klap steken we jou in België voorbij. Wij wonen even tussen de mensen die het allereerst de nieuwe dag begroeten of het nieuwe jaar zoals je wil. Voor ons is het, zoals we gewoon zijn, nog steeds ochtend als het bij jou avond is, maar we lopen nu een dag voor, UTC + 13 uur. Moeilijke materie. Net zoiets als zomer-en winteruur.
Maar er zijn hier wel meer verwarrende dingen in de Stille Zuidzee (die wij trouwens helemaal niet zo stil ervaren). In juli zijn de dagen kort, het is winter en kouder. December is hoogzomer. Winden draaien rond een lagedrukgebied in wijzerzin, in het noorden is dat tegenwijzerzin. Zuidenwind is koud en onaangenaam.
Laat ik ophouden, veel te ingewikkeld allemaal.
Maar die zondag 10 juli zijn we dus écht wel kwijt in de plooien van de wereld-tijdzones. Het goede nieuws : we zijn op het verste punt van onze reis aangekomen, vanaf hier gaat het "huiswaarts".

Raad eens. Er komt weer een front over, de wind zal weer west draaien. Daar gaan we hier niet op wachten. Het boeienveld in Niue ligt dan aan lage wal, onhoudbaar aan boord. Weg hier, hoe leuk we “The Rock” ook vinden.

Vooruitdenkend, hebben we gisteren al uitgeklaard. Weer een heel gedoe : afgehaald met een busje van customs, helemaal, kilometersver, naar hun kantoor om opnieuw een aantal formulieren in te vullen en “vertrektaks” te betalen.

We zullen met plezier terugdenken aan Niue. Ik vertel binnenkort wel over onze wandelingen en hoop ooit nog eens de fotogalerij klaar te hebben.
Maak maar los die boei! Op naar Tonga !

Op FM 91.00 “Radio Sunshine” klinken zeventigerjaren Radio Twee hits. Nostalgie voor mij. Tony schreeuwt : “Zet dat af !!” 

 

Druk, druk. Met inklaren in Niue. Onze opwachting maken bij de Yacht Club die de boeien beheert. Alofi (het stadje) verkennen. Wassen. Voorzeil herstellen. Auto huren. Rond het eiland toeren. Snorkelen. Het weer in de gaten houden. Het weer in de gaten houden !!...en weer uitklaren vóór de volgende westenwinden arriveren.
Stukje bij beetje vertel ik er meer over.

Sailing Vessel Jakker, sailing vessel Jakker, would you please come to the wharf at 9 a.m. to meet the immigrations and customs officers ?”

Tony vermoedt achter het bedeesde, vederlichte stemmetje van de mevrouw aan de marifoon een beeldmooi meisje en schiet meteen in actie. Dinghy in het water, gelukkig hing de motor er al op, en op naar de betonnen kaai, Sir Robert's Wharf.

 

Jak ligt al mooi in haar vakje geparkeerd.

We weten al : in Niue is er zoveel golfslag bij het dok en helemaal geen plaats voor dinghies, zodat ze er een kraan hebben geplaatst om onze “autootjes” uit het water te hijsen, zodat je ze gewoon op de kaai kan stellen.

En inderdaad, bij de trappen hangt de haak van de kraan al klaar. Jaks, voor de gelegenheid, aangepast hijstouw inhaken, de kraan gaan bedienen, pijltje omhoog duwen, zwaaien, Jak op een kar laten zakken, naar de parking rijden, af laten glijden en nooit vergeten : kraanhaak terug 2 m boven het water gaan hangen voor de volgende boot.

 

Vijf ambtenaren, jonge mensen, staan klaar voor ons. We nemen plaats in een prieeltje, met wijde blik over het prachtige, kristalheldere water. Het volgende half uur vullen we papieren in (nee, we hebben geen hardnekkig hoestje of huiduitslag) betalen voor vuilnis en klaar !

Dan strekken we onze zeebenen die al vijf dagen en nachten op de boot gevangen zitten. Meteen maken Alofi (en Niue) een sympathieke indruk op ons. Mensen praten met je, hebben de tijd, in de Yacht Club, het Crazy Uga Café, het restaurantje Falala Fa

Het is kouder dan we gewoon zijn. Aangenaam om te wandelen, maar 's morgens en 's avonds bibberen we bij een temperatuur van 23°. Waar zit mijn fleece ergens? En een dekbed moet ik ook dringend opduiken. 

 

Zo ver van huis moeten we gewoon nog eens een Stella proeven . Schol !

 

Tien uur zondagochtend (UTC – 11 voor de geïnteresseerden) en we liggen STIL aan de zopas volgens-het-boekje-opgepikte boei op de ankerplek bij Alofi , hoofdplaatsje van Niue.
Naast ons liggen nog 4 andere jachten.

 

In tegenstelling tot wat men in de gidsen vertelt, antwoordt het madammeke van Niue Radio meteen op kanaal 16. Vraagt wat info over Jakker en bemanning en vooral “of we pets aan boord hebben”. Morgen moeten we dan inklaren, vertelt ze ons, op zondag werkt men niet.

Wij ademen eens diep in en uit. High five, wij én onze Jakker lapten het hem toch maar weer!

Dan volgt : boot opruimen, lunch klaarmaken, afwassen. Alles gewoon ontspannen. Zonder je met één hand te hoeven tegenhouden. Zonder de spullen, die je voorzichtig uit de kast pakt, vergelijk : iets uit de overhead lockers in het vliegtuig halen, (er sneuvelden al twee kopjes) , stuk voor stuk vast te hoeven zetten.

En dan gaan we slapen, zonder oorverdovend lawaai van bruisende golven, van wind, van heen en weer geklop van potjes in de kast, want ook de laatste nacht was niet van de poes.