De zon doet weer haar best, al blijft dat af en toe best moeilijk. De wolken vechten ook hardnekkig om een plek aan de hemel. Maar het regent tenminste niet meer. Nu kunnen we toch nog wat van Bora Bora genieten, zoals we dat van plan waren én verdergaan met de voorbereidingen voor een grotere tocht.

Met het wisselen van Frans Polynesische francs tegen Nieuw-Zeelandse dollars beginnen we daar alvast aan. Die munt wordt in de Cook eilanden en Niue gebruikt.

Goed bewaarbaar (lees buiten de koelkast) vers fruit en groenten inslaan voor een langere tocht, bezorgt mij koppijn. Bananen liggen overal te koop, natuurlijk. Dan heb je in de lokale kraampjes het seizoensfruit : nu vooral passievruchten en lychee. Polynesische reuze pompelmoezen kan je ook steeds vinden. Door een ziekte van de tomaten zit gans Polynesië zonder. Wat doe je dan, dan moet je toch maar hopen op redding door de Taporo VII die Amerikaanse appelsienen en appels uit Australië naar de eilanden brengt.

 

Hier beneden treffen we de manta's aan. 

 

 

In afwachting maken we de tocht over de lagune naar “manta point”. We ankeren op een immense zandvlakte van 3 m diep en maken 's ochtends alles klaar voor een duik. Het koraal is hier erg mooi, weten we nog van vorig jaar. De manta's, vertelde men ons, zijn verdwenen, daar hopen we niet meer op.
Tony schrikt zich dus te pletter als hij, in zijn ooghoek vlak achter zich, twee van die enorme beesten, op één m afstand, een inhaalmaneuver ziet inzetten. Ik heb nog helemaal niks in de gaten. Hij grabbelt mij bij mijn arm. Waw, vier van die grote zwart-witte sierlijke gedaanten vlakbij. Hun grote, bolle ogen kijken ons ongeïnteresseerd aan. Mond wijd open, want ze zitten al aan hun lunch. Als ik aan “mijn” kant achterom kijk, doemen er nog twee exemplaren op. Kippenvelmoment, te meer omdat alles gebeurt in een onwerkelijke, bijna geluidloze wereld. Geweldige ontmoetingen die je nooit beu wordt.
Vervelend is wel de remora die blijkbaar zijn gastheer kwijtraakte en de hele tijd ronddraaiend, zich probeert te hechten aan één van ons.

Onze veiligheidsstop op 5 m, als je “zwevend” 3 minuten wacht alvorens volledig op te stijgen, blijkt midden in een poetsstation te liggen. Poetsvisjes pikken verwoed in onze benen. Deze kolossen hebben dringend een poetsbeurt nodig, moeten ze wel denken.
Dan vergeet ik nog bijna de schildpad die we gadesloegen terwijl ze met haar bek aan het koraal sleurde.
Met één klap zijn de trieste dagen van de afgelopen week helemaal vergeten en zitten we vol nieuwe energie.

 

We gaan weer ankerop.