Zo moet Noach zich gevoeld hebben. Het land verzuipt in de zondvloed, straten overstromen, huizen en tuinen staan onder water, overal is modder en water.

Maar op je boot voel je je veilig. Je drijft rustig op het stijgende water en zolang de luiken waterdicht zijn, is er niks aan de hand. Verontrustend bruin is de blauwe lagune, die langzaam overspoeld wordt met, van de bergen naar beneden stromende, modder.

 

Maar vandaag droogt de zon alweer alles op en bezorgt ons een prachtige dag. We trekken dus ons zware ijzer uit de grond en motoren de lagune van Punaauia uit. Zwaaien nog naar het prachtige superjacht , de klassieker Atlantic, die pas aangekomen is.

Echt stabiel wordt het weer nog niet de volgende dagen, maar we maken alvast de sprong naar Moorea om in Opunohu Baai in de startblokken te staan voor de volgende bestemming : Raiatea wellicht (nog steeds Frans Polynesië).

Vaarwel, Tahiti, nana !

 

Verdorie, de SPCZ, de Zuid Pacific Convergentie Zone zit ons stevig te koeioneren. Het is die zone zuid van de evenaar waarin de depressies zich in een treintje opvolgen. Ze beweegt zich naargelang het seizoen wat meer zuidelijk of noordelijk en strekt zich nu uit van Fiji over Tonga richting Tahiti. Kan regen en af en toe serieus veel wind meebrengen. 
Bovendien is het orkaanseizoen ook nog niet officieel “over” verklaard. Wij zitten dus ter plekke vast. Met weinig nieuws te melden.
Sommige zeilers, die uit het oosten komen, beginnen zich te roeren. We zien Pitufa en Nuwam II, waarmee we vorig jaar o.a. in Maupiti en Bora zeilden, terug. Treffen elkaar voor een lekkere roulotte maaltijd, terwijl we bij babbelen.

Nog een nieuwtje : thuis bevestigen Bert en Stefanie op het stadhuis officieel hun Tahitiaanse trouwbeloften.

Op Jakker potteren we, tijdens de verplichte rust, gewoon verder en vooral : ik bedwing een heuse rupsenplaag. Rupsen, ja. Of waren de motten eerst?
Kleine gele rupsjes. Ik zie ze de laatste tijd steeds vaker op het aanrecht in ons keukentje, kombuis moet ik eigenlijk zeggen, rondkruipen. Eerst was er eentje, nu zitten er soms tien tegelijk. Waar komen die vandaan? Ik moet het vinden, want voor je het weet heb je een echte rupsenplaag aan boord. Die motjes die hier ook sinds kort rondvliegen hebben vast iets hiermee te maken. Rupsjes na hun metamorfose?! Of motten die eitjes komen leggen? Een-kip-of-ei-eerst-probleem.

Op zoek dus in het kastje boven het aanrecht. Alles heb ik eruit gehaald. Vooral kruiden bewaar ik daar. Een pakje paneermeel, pas gekocht, nog helemaal dicht, zit er ook. Ik zie daar wel een piepklein zwart rond vlekje op. Geeft niks. Maar dan zie ik nog zo een zwart rondje, nee, geen vlekje een gaatje blijkt nu, en daar komt warempel een rupsje, zichzelf verradend, naar buiten gekropen. Pakje open...verdomme, vol met rupsen, draden, poppen.

Het kastje ga ik te lijf met zeepsop en azijn én de zaklamp om helemaal rond te schijnen in het donkere kastje. Want aan de bovenkant ontwaar ik ook draden en verschrompelde poppen. Een hele klus alles ontrupsen maar ik hoop dat het gelukt is.

De rupsjes-nooit-genoeg zie ik niet meer, maar motten vliegen nog geregeld doorheen de boot, als om mij uit te dagen. Van zulke verstekelingen houden ze helemaal niet op onze volgende bestemmingen. Hopelijk verstoppen ze zich dan goed.

 

 

Bij ons heb je de gekte om de Ronde van Vlaanderen of om een match van de Rode Duivels. In Frans Polynesië worden mensen helemaal wild van hun va'a roeiwedstrijden, de populairste sport. De va'a is al lang geen traditioneel uitgeholde boomstam met houten outrigger meer. Alle deelnemende boten zijn van polyesther of carbon, evenals de speciale verbindingen, de outriggers en de bijzonder dure en o, zo belangrijke “rames” (roeispanen).

Vorige zaterdag was het weer van dat, de jaarlijkse 46 km lange marathon V6 boten (met zes “rameurs” = roeiers) werd gepeddeld. Laten wij nu, samen met een aantal andere zeilboten, net in het startveld van die race, achter ons anker liggen te dobberen.

300 boten zouden daar om elkaar heen draaien net voor de start. Ze konden ons daar echt niet tussen hebben, kwamen de organisatoren ons vertellen. Of we dus “Please, captain” , een paar honderd meter op wilden schuiven. Zo gevraagd, zo gedaan. Niet dat het erg veel verschil uitmaakte, zo zou bij de aankomst blijken. Toen snelden va'a's en motorboten, op weg naar de eindstreep, rakelings langs Jakker, het water opzwepend tot een heksenketel als in een gevaarlijke pas.

Ik vertelde het vorig jaar al. Er zijn haast evenveel supporterende motorboten als vlerkprauwen op het water. Aanmoedigende kreten van meisjes in bikini, schallen over het water, je kan nauwelijks nog de bevelende “jè-èp” horen die de kantwissel van de peddels aangeeft.

EDT va'a : gesponsord door de Polynesische Luminus won dit jaar.

Het feest duurde nog de ganse namiddag en avond. Het water werd pas weer rustig lang na zonsondergang.