Geen geraas meer van verkeer zodra we ons hoofd uit het luik steken. Geen vervaarlijk gesnok en geschommel meer van een veel te snel binnenvarende ferry twintig keer per dag. We hoeven niet zo nodig kleren aan.
Een frisse wind waait doorheen de boot. 's Ochtends klinkt haangekraai en geblaf van honden. We schommelen nog wel maar nu op golven van wind en passerende motorboten, kortom : we liggen achter ons anker in de lagune. Dat is alweer bijna 2 maanden geleden.
Een paar dagen gunnen we ons, daarna willen we, in de marina, verder gaan met het werk.

Niet dat we nu op ons luie kont liggen. “Zware” inkopen kunnen we hier het best doen. Bier, melk, fruitsap, cola : je laadt het in een Carrefourkar, duwt die met vereende krachten, een bomvolle kar wil immers alle kanten op behalve de juiste, over het gehavende trottoir langsheen een vreselijk drukke hoofdweg tot bij de dinghy steiger. Daar wacht Jak, onze auto. Inladen en bij Jakker alles weer uitladen. Vervolgens wegstoppen onder de vloerdelen. Pff.

Benzine tanken voor Honda en Lufti (compressor) kan hier ook makkelijk en een nieuwe gasbus halen in het benzinestation vlakbij een haventje waar we met Jak afmeren.
Vervolgens pakken we de dicht aangegroeide onderwatertuin op Jakkers buik aan. Enkel met scherpe steekmessen lukt het nog de lange slierten, zeepokken en roze plantjes te verwijderen. Omdat we gebruik maken van een duikfles is de klus in een uurtje klaar. De zwarte en rode krabbetjes laten zich echter niet van hun nieuwe habitat verjagen.

Tevreden rusten we uit en bewonderen het schilderstalent van de ondergaande zon.