Passen, doorgangen, zee-engtes : ze kennen een totaal apart leven. De oceaan rondom mag nog zo kalm zijn, in een smalle doorgang is het een kolken, een gorgelen van samengestuwd water waar, mede door het spel van wind en getij, gevaarlijke, staande golven ontstaan. Staande golven, brekers, die je boot doen steigeren en via de kuip, je hele boot onder water proberen te zetten.



De zuidpas van Fakarava vormt hieromtrent een mooi studieobject. Vlakbij, niet erg groot, makkelijk te observeren. Je zet je zetel op het terras van Tetamanu resort, op de rand van de corridor in het rif en ziet elke minuut het landschap voor je neus veranderen. In die "rivier" merk je het gebied met de felle branding, het stuk waar het water vlak als een spiegel wordt getrokken, de grote ronde kolken.  Ze veranderen voortdurend van positie, spelen haasje over. Het is een nooit eindigend verschuiven van vlakken, in één hoofdrichting. Als dan na zes uur het tij keert, wordt alles totaal omgegooid...in de tegen-overgestelde richting.  Een pas binnenvaren, snorkelen of duiken in de pas, is zó rustig op het ogenblik van het wisselen van het tij. Dan kan je er een kwartier, soms een uur, haast stilstaand water aantreffen, vooraleer het spel weer losbarst.
Behalve, behalve als er een grote "houle" (deining) staat op de oceaan. Ook Jean-Marc en Karen waren getuige van zo een houle van meer dan 3 m, een maand of wat geleden. Een atol is eigenlijk niet meer dan een enorm soepbord met een rand van koraal. Bij hoge deining worden er kubieke meters water met bakken tegelijk over de rifranden in de lagune gekieperd. Het waterpeil in het soepbord...euh,de lagune stijgt onrustwekkend. Die tonnen water kunnen er enkel via de passen weer uit. Bij hoge golven krijg je een dag of langer enkel uitstromend tij, alsof ze de stop uit de lagune trekken, en helemaal geen instromend.


Wij hebben toen ons deel wel gehad. De felle tegenwind en het naar buiten sleurende water zorgden ervoor dat we met onze dinghy nauwelijks terug bij Jakker geraakten. Duikactiviteiten worden gestaakt gedurende periodes met zulke hoge golven vanuit het koude zuiden.

Tony "bestudeert" de pas

Karen geeft "alles ok" sein in rustige Fakarava Zuid pas.


Al deze uitleg over "passen" gewoon om te zeggen dat we vanmorgen via de Fakarava noordpas, Garue, naar buiten willen.
Deze pas is enorm breed, de stroming kan er verdomd krachtig worden, zo krachtig dat we er met onze motor niet tegenin zouden kunnen.  Maar het is nu laag water en het water gaat beginnen inlopen. Stroom (nog niet zo krachtig) tegen maar ook de wind in dezelfde richting, moet te doen zijn.  Toch sluiten we alle luiken, trekken harnassen en zwemvesten aan, onze standaardprocedure in een pas, je weet maar nooit of er een golf in de kuip slaat.


Adrenaline-moment, onze Jakker springt hoog op, wordt opzij geduwd, maar slaagt erin koers te houden en na een half uurtje (tot ver buiten de pas is het water verstoord) wordt het rustiger en nemen we koers naar Toau, ons volgend atol. We mikken op Anse Amyot. Een "valse" pas : er is een doorgang en een beschutte ankerplek, maar je kan niet verder de lagune in, die is afgesloten door...alweer een rif.
Neem een kijkje bij onze "Positie" dan wordt al de theorie duidelijk.

 


Maar ook de allerlieflijkste plekjes, zoals het zuidelijke gedeelte van Fakarava er één is, zeggen we vaarwel. Ons eten raakt stilaan op. We moeten verderzeilen...niet nadenken, gewoon gaan.
Zondagochtend vertrokken met regen, komen we rond de middag aan in een stralend zonnig Rotoava, het bekende, piepkleine stadje in het noorden. Voorraden aanvullen, vooraleer we Fakarava verlaten, is de boodschap. Benzine (voor motortjes van dinghy en pas gemonteerde duikcompressor), gas (om te koken), water.

Vanmorgen hielden we al een kleine strooptocht in de boulangerie anex supermarkt Havaiki. Overheerlijke baguettes hebben ze altijd op dit tijdstip. Het grote probleem op de Tuamotus : inslaan van fruit en groenten . Maar kijk, vanmorgen lonkt een flinke, goed ogende papaya op de plank. Die verdwijnt meteen in mijn tas vóór iemand anders ze aanslaat. Er zijn ook nog wat zeldzame bananen en de altijd aanwezige "uitgeschoten" aardappelen.
Zin in kaas? Enkel driehoekjes "Happy Cow" (Oostenrijkse concurrent van La Vache qui Rit) om hieraan iets te doen.
En wat zeg je van Bastogne koekjes om onze voorraad aan te vullen? Helemaal aan de andere kant van de wereld!
Overmorgen, woensdag, komt, de Cobia, met nieuwe goederen!!! Wat het schip precies zal bijhebben? Dat kan niemand ons zeggen. Groenten, jazeker, die zijn immers besteld.  Welke groenten?  Surprise, surprise...
Op onze namiddagwandeling, in het centrum linksuit, ontdekken we bij een huis een echte haag van bananenplanten. Zeker, we kunnen een grote, groene tros kopen. Fijn, we spreken af voor donderdag.

Schooljeugd in enige straat van Rotoava

Schoolbus bij de kerk

 

Pikzwarte lucht dreigt aan de horizon als we terugwandelen. De bui is nog ver weg en de wind waait helemaal niet uit die richting. Zal ze wel voor ons zijn?  Maar de mooie blauwe hemel aan "onze" kant wordt tergend langzaam maar onafwendbaar "omringd" en volledig "ingepakt" door het onheilspellende zwart.
Rond vijf uur is het pikkedonker (vgl. het vroege duister in de winter in België). We zitten middenin de periode met de langste nachten. En dan breekt de hel los. Duivelse wind. Bakken water. Donder en bliksem. Wij verschansen ons binnen. De boot gaat nog maar eens zo tekeer dat we enkel op de banken midscheeps kunnen liggen. Voor mij : ogen dicht en afwachten.
Drie uur later kalmeert de natuur. Is er iets gebeurd misschien? Zó vlak is het water nu. Moeilijk te begrijpen.
Het goede nieuws : onze watertanks lopen over. Voorlopig geen gesleur met waterbussen die Tony gaat vullen bij de grote waterton in het dorp.

Laatste gedachte voor ik inslaap :"Fakarava voor ons : lief bezoek, haaien en ...slecht weer."

Verdomme, wat is dat hier nu eigenlijk? Herfstweer in de tropen?!  Eerst heeft het een paar dagen flink gewaaid, met venijnige golfjes als gevolg, zodat elk ritje met onze Jak een onderzeetochtje leek. Bakken water slaan dan in ons bootje.
Toch zijn we dapper nog gaan wandelen, we hebben zelfs helemaal de zeekant-ingang van de zuidpas met de hoge, door de zee opgegooide bergen afbraakkoraal, verkend.
Vandaag, nu we hoopten op kalmer weer, doen ze er nog een schepje bovenop met flinke regenbuien.
Je zou ons niet horen klagen als we tenminste flink wat water zouden kunnen vangen...niet dus. Hoe kan je horizontale waterstralen opvangen? Leg me dat eens uit?
Binnen zitten dus, filmpje kijken, muziek luisteren, boekje lezen, wachten kortom...maar ook spaarzaam zijn met elektriciteit want geen zon, geen aanvulling van de batterijen.
Vlak na ons vertrek lagen we in Blankenberge met ongeveer hetzelfde weer, enkel de thermometer wees daar zo een 15° minder aan.  Pikant detail : wij, verwende stinkers, krijgen het nu, vijf jaar later en helemaal "warmbloedig" geworden, al koud bij een regenachtige en winderige 28°.

Na een slechte nacht als op een bank in een "achtbaan" (de wind zweepte de golven hoog op) hijsen we het anker. Weg hier! Het goeie nieuws : de zon schijnt alweer. Hopelijk verdwijnt mijn migraine even snel als de donkere regenwolken.
Er zit niks anders op, met deze windrichting móeten we voor beschutting wel naar Liza's ankerplek, Hirifa, onze Fakarava favoriet.
Onze Duitse buren, Flying Dog, komen achter ons aan en 's avonds genieten we nog maar eens van de uitstekende kookkunsten van Liza.

"Het goed verstopte restaurantje van Liza"

Allerlei beroemdheden vinden ook hun weg hierheen. Vorig jaar was miss Tahiti hier, nu zit er een wereldtop kitesurfer (zijn naam kennen we helaas niet) met zijn gezelschap aan de andere tafel. De ganse namiddag heeft hij achter een jetski aan, hoog in de lucht "gezweefd", een jong Jerommeke met door de zon gebleekte krullen, voor een speciaal soort fotoshoot. Binnenkort in jouw kitesurftijdschrift !

We likken onze wonden. Of liever, we krabben onze insectenbeten.
Het is lang geleden dat we nog zoveel steken hadden...allebei ! Enkels, ellebogen en achterkant knieėn zijn de meest aangetaste zones. Daar tel ik telkens een dozijn rode bobbeltjes.
Hoe is dat in godsnaam kunnen gebeuren? We passen zo goed op. Ik zet geen stap buiten boord zonder het busje Off in mijn tas. En vooral Tony gebruikt dat overvloedig. Sinds enkele jaren is hij immers veelal het insecten-slachtoffer. Het was ooit totaal anders. Vroeger fungeerde ik als muggenbeten-vangnet.

Het eilandje bij Les Sables Roses lokte ons namiddag voor een wandelingetje. Opgehoogd aan de ene kant, met decoratief kromme palmbomen, aan de andere kant een lang uitlopend strandje naar een zandbank in de lagune.
We willen alweer vertrekken als er een bootje aankomt met een groepje kinderen en twee mama's. "Bootkinderen" die duidelijk uitgelaten moeten worden. Ze joelen over het strandje en in het water.
Eén van de mama's blijkt een Belgische te zijn. Wij blijven natuurlijk praten, té lang, zo zal later blijken.

 

 

Paradijselijk eilandje


Verstoppen de nono's  (of zijn het muggen), zoals de mieren, zich intussen in onze dinghy, die op het strand ligt, een invasie op Jakker voorbereidend?  We zullen het wel nooit zeker weten. Het is in ieder geval pas later aan boord dat we alletwee elk vorderend uur meer beten tellen. Ze jeuken verschrikkelijk en dat doen ze, nu, twee dagen later nog steeds. Volgens Tony zijn het dus geen muggenbeten. Mij kan het niet schelen. Ik krab ze allemaal open. Azijn, speciale anti-jeukzalf, het helpt allemaal niks.

Moeten we nu blij zijn dat we enkel jeuk hebben?  Dat we (voorlopig) gespaard blijven van dengue (knokkelkoorts) of (iets gelijkaardigs) chicungunya. Ziektes, overgebracht door muggen, die het voorbije regenseizoen 70% van de Polynesische bevolking plaagden.
Eens te meer...het paradijs bestaat niet. En het bewijs is geleverd, je kan beter  tussen haaien gaan duiken, dan een wandelingske maken op het strand.
Akkoord, van een haaienbeet zou je wel wat anders zien dan een rood, jeukend bobbeltje.

"Vous-êtes revenus!" , zegt Liza, breed lachend, als we uit onze dinghy aan land stappen. Vorig jaar brachten we een paar dagen door op onze favoriete Fakarava ankerplek. Ik kan het niet geloven, ze zijn ons blijkbaar niet vergeten. Liza en Toria hebben steeds tijd voor een praatje, ook nu weer moeten we op hun terras komen zitten, herinneringen ophalen en nieuwtjes uitwisselen.
Ze vraagt ook meteen of we willen eten vanavond. Natuurlijk, wat had ze gedacht. We reserveren ook voor de Nederlandse boot Tara, die eraan komt zeilen. Nog niet ontmoet maar al vaak mee gebabbeld via onze SSB radio.
Het wordt een gezellige, internationale avond. Ook het franse gezin van de catamaran Va'a Nui voegt zich bij ons.  De volgende dag, na de koffie op Tara, vertrekken Jacomine en Roel alweer verder.  Kort maar hevig zijn zeilersontmoetingen. We ruilen e-boeken en ze maken ons blij met een aantal pompelmoezen van de Gambiers. Lekker! Scheurbuik zullen we niet krijgen !
Wij blijven nog een paar dagen, helemaal alleen op de ankerplek waar ooit een dozijn boten liggen. We wandelen over het strand, waden door de ondiepe zoutwater riviertjes en stappen helemaal over het vlijmscherpe rif naar de oceaankant. Mijn ouwe slippers overleven het nauwelijks. Ik voel me een fakir die over puntige nagels loopt.

De Cobia (het bevoorradingsschip voor de Tuamotus) die één keer om de twee weken helemaal tot het zuiden van Fakarava komt, bezorgt Liza haar broodnodige kippenbouten en bloem. Twintig zakken met kopra (gedroogd kokosnotenvlees) worden gelijk aan boord genomen. De maandenlange staking bij de Huileries de Tahiti, waar olie uit die kopra wordt geperst, is voorbij. Eindelijk kunnen de boeren hier weer wat verdienen. Per zak krijgen ze zo een 55 ?. Dat vertelt ons Toria.
Ook over de beroemde haaien van Fakarava heeft hij zo zijn mening. Ze zijn met veel te velen, vindt hij. Ze verstoren het evenwicht. Worden gevaarlijk voor vissers, zoals hijzelf. Zodra je een vis vangt, vallen de haaien erop aan. Hun aantal moet gedecimeerd worden. Tegenstellende belangen tussen beschermers van het milieu en lokale vissers? Wie heeft er gelijk?

Liza laat het niet aan haar hart komen, ze stopt ons nog een kokosnoot toe voor ze met een klapzoen afscheid neemt.