Maandag.
Na een zondag bootarrest wagen we ons vandaag van boord. De houle is een halve meter lager. We zijn zelfs nog vrij droog aan de dinghy steiger kunnen uitstappen.
Nog maar eens hebben we een volle Carrefour-kar (in de Tuamotus is erg weinig te koop) één kilometer ver, stoep op stoep af naar de marina gesleurd. De zware tassen eerst in Jak en vervolgens aan boord gehesen. Pfff.
De tegen de spiegel (achterkant boot) botsende golven spatten tussen Jak en Jakker omhoog. Het moment om een volle tas door te geven van klein bootje naar grote boot moet perfect gekozen worden, zo niet druipt alles en iedereen.
Inmiddels zijn blikjes, potjes en doosjes weggestopt op onze “toch al goed geladen boot” die overigens nog steeds is ingericht alsof we op zee zitten. Morgen vertrekken we zeker niet.
Een happy hour met de Calamares crew troost ons. Zij zijn de voorbije weken van Tahiti naar Bora Bora en terug gevaren. Zoon Alexander vliegt woensdag weer naar huis.
Dinsdag.
“Jakker, hebben jullie zin in een biertje in de Casa Bianca vanavond?”, Walter roept ons op de marifoon. Alweer?? Och ja, waarom ook niet! Hadden we dat maar niet gedaan.
Daar aangekomen wordt het erg donker en niet enkel omdat de zon ondergaat. Iedereen vlucht onder het dak, als het begint te regenen. Hier zijn geen ramen of muren dus snel hangt men de regenbescherming. Regen roffelt op het dak, af en toe klinkt een donderslag, de canvas doeken bollen in de wind. Zijn alle raampjes aan boord wel goed dicht? Eerste gedachte. Tweede gedachte : zal ons anker het houden in deze mini-storm? Derde gedachte: maar goed dat we niet op zee zitten.
Twee uur later lijkt het wat minder te regenen en stuiven we richting Jakker. Die ligt als een rots in de branding (bijna letterlijk), is droog en warm. Heerlijk atmosfeertje voor onze verkilde botten, we zijn kletsnat geworden.
Zelfs in het paradijs kan je het koud hebben. Voor de eerste keer !