Van zodra je het anker laat vallen bij de zuidpas van Fakarava (vooral aan de oostkant) zie je ze rondom en onder de boot : haaien. Als je stukjes brood strooit, (nee, niet voor de haaien) kolkt het water onmiddellijk van de massa's doktersvissen. Aan zoveel beroering in het water, kunnen de nieuwsgierige haaien niet weerstaan. Ze cirkelen meteen met een tiental rond de boot. Zwart- en witpuntrifhaaien, maar ook de grote grijze broers zijn van de partij. Ze zwemmen maar wat rond alsof ze niks beters te doen hebben. Klopt. Het zijn immers nachtjagers. Durf je hier nog in het water te springen?

De toon is gezet. We hebben het haaienparadijs gevonden. Al in de noordpas zagen we honderden exemplaren in een groots decor aan ons voorbijstromen. In de zuidpas (Tumakohua pas) speelt het spektakel zich dichtbij af, maakt nog meer indruk. De duikscholen nemen je mee voor een driftduik langsheen de Wall of Sharks. Prachtig. Maar Jean-Marc en Karen ontdekken een veel mooiere manier om de fauna gade te slaan. Ze nemen ons mee naar een kleine overkapping in de rifwand dichtbij de botensteiger van pension Tetamanu, hun “grotje”. Daar kan je al zittend op de tribune de haaien en tonijnen, vaak nog imposanter dan de haaien, zien voorbij paraderen. Trompetvissen komen nieuwsgierig dichterbij. Grote tandbaarzen hangen een beetje in de stroming. Duizenden kleine rifvisjes fleuren de boel op. Onze “bemanning” wil hier het liefst de ganse dag filmen en fotograferen.

Tot de laatste dag gaat dat zo door en dan krijgen ze nog een apotheose geserveerd. Jean-Marc telt 120 haaien in een soort van wielerpeloton waarin de kopmannen zich afwisselen. Allemaal vlak voor hun neus.

Het nachtduiken is van een andere orde. Aangetrokken door de lampen gedragen de haaien zich helemaal anders. Ze laten duikers niet met rust, zwemmen recht op hen af, zonder aarzelen. Na een kwartier vertrek je best, dan beginnen ze je echt te duwen. De mannen die hier voor een Disney documentaire filmen, dragen maliënkolders.
Ik heb het allemaal van horen zeggen. Karen en Jean-Marc zijn wild enthousiast. Maar de avond dat ik meewil voor een nachtduik is het slecht weer en blazen we alles af.

Als je tijdens het lezen steeds meer kippenvel kreeg, weet dan het volgende. Wereldwijd sterven er jaarlijks slechts 10 personen (meestal surfers, geen duikers) door een haai-aanval. Honden doden (hondsdolheid) 25.000 mensen per jaar. Muggen zijn echte killers : 725.000 slachtoffers per jaar. Haaien gevaarlijk? Maar neen, ze doen me eerder aan honden denken. Haaien : een bedreigde soort? Jazeker, de beestjes worden massaal afgeslacht enkel voor hun vinnen. Daarom : lang leve de haaien, red hen van de uitroeiing.

 

Eén foto alvast, meer volgen er als ik ooit eens snel internet heb. 

 

Wat haat ik dit moment. Afscheid nemen. Je wil nog zoveel zeggen, maar eigenlijk is alles al gezegd. Je wil niet loslaten en toch moet het. En reeds het volgende ogenblik zitten Karen en Jean-Marc in het busje, richting vliegveld...weg zijn ze.

Onze laatste lunch met de kinderen was, prettig toeval, een verjaardagsfeestje. Paulien van Bounty (ex-Viskus) is vandaag jarig. René verrast haar met een Nederlands-Vlaams gezelschap (Jakker en Betty Boop) aan tafel. Het is reuze gezellig en na het afscheid van onze dochter slagen zij er in mijn aandacht af te leiden. Niet treuren, er komt weer een volgend bezoek!

Terug aan boord is daar de stilte, de leegte. Wat kan ik anders doen dan vertellen van de weken met dochter en schoonzoon aan boord.

Twee derde van de tijd ankerden we in Zuid-Fakarava. Bij het groepje huisjes, Tetamanu, nauwelijks de naam stadje waardig. Nochtans was dit vroeger de hoofdstad van Fakarava en van al de overige Tuamotu atollen.

 

Fakarava-Zuid is het einde van de wereld. Er zijn geen winkeltjes. Sabrina speelt “boulangerie” en bakt op bestelling kokosbrood. Prima om af te wisselen met mijn zelf gebakken brood.

 

Het meegebrachte fruit, de groenten en het vlees (enkel hamburgers waren er nog te koop in Fakarava-Noord) kan hier niet aangevuld worden. Met vier man aan boord raakt alles snel op. Blikvoer wordt met veel fantasie toch nog tot iets lekkers omgetoverd...of dat hoop ik maar. De paar reuzen pompelmoezen, door cruisers meegebracht van de Markiezen, zijn zeer welkom. 

 

 

Water is een andere constante zorg. Het regent wel af en toe maar de buien zijn eerder kort. Niet genoeg om onze voorraad aan te vullen. Maar Jean-Marc en Karen, die vriendjes worden met het duikinstructeurs-koppeltje van Pension Tetamanu, spoelen daar de duikuitrusting, douchen zichzelf en verbruiken daardoor haast geen water aan boord. Dit is de ware cruiser-spirit! Spartaans is het leven aan boord van Jakker, dat weet ons bezoek. 
Maar zolang we koffietjes kunnen zetten (zelfs echte espresso met ons “fietspomp-espresso-machientje”) en er nog chocoladen paaseitjes zijn, kunnen we alles aan.

 Lunch tussen twee duiken.

 

Het internet op Fakarava werkt vreselijk traag of niet...toch wil ik het proberen.

Druk, druk, druk hebben we het. Dat snap je. Bijbabbelen, zorgen dat onze gasten geen honger en dorst lijden, duiken, nog meer bijbabbelen! De driftduiken in de Garuae-pas (Fakarava Noord) zijn indrukwekkend. Met geweld sleept de stroming je mee door- en langsheen een immens uitgestrekt aquarium-landschap van duizenden vissen, honderden haaien. Het uitzicht reikt oneindig ver, heet dit adembenemend? Ik verbruik in ieder geval erg veel lucht, dit niveau gaat een beetje boven mijn (duikers)petje! 

De rifduiken op het buitenrif zijn van een onvergetelijke schoonheid. Scholen barracuda's hangen rustig in de stroming. Chirurgijnvissen voeren tezamen “figuren” uit. Je laat je fantasie maar de vrije loop. Ik zie een grote kat, een vis, een bol. Er zijn murenen, een erg grote steenvis, miljoenen rifvisjes. En voortdurend zwemmen er rifhaaien door het beeld. Een duikersparadijs, zeker weten. Jean-Marc, Karen en Julie krijgen waar voor hun duur betaalde vlucht hierheen. 

Het weer is nog steeds flink onstabiel, soms prachtig zonnig, maar soms, zoals afgelopen donderdag, trekt er een kleine storm voorbij. Ons geplande bezoek aan de parelfarm valt letterlijk in het water. Verder dan het boetiekje komen we niet. Jean-Marc zorgt er wel voor dat hij de uitleg toch meekrijgt, hij weet nu van naaldje tot draadje hoe het proces verloopt. Van het uitkiezen van de juiste ontvang- en donorschelp tot het minutieus inbrengen van een klein bolletje (de nucleus – gemaakt van schelp uit de Mississippi) in de geslachtszak van de ontvang-schelp tezamen met een stukje parelmoer van de donorschelp en het wachten van een aantal jaren op de ultieme parel. 
Tony, die ons met Jak naar de wal bracht, overleefde de storm nauwelijks. Toen hij met vier stokbroden naar Jakker terugvoer, hield het Honda motortje het plots voor bekeken. Die had duidelijk te veel water moeten slikken. De golven sloegen er ook gewoon overheen. Roeien lukte Tony amper, de harde wind dreef hem richting rif en lage wal. Net op tijd startte een collega cruiser een reddingsactie. Kletsnat kwam Tony aan boord, slechts twee stokbroden overleefden de ramp. 
Uit pure noodzaak brachten we de namiddag gescheiden door. Wij in het pension waar Julie verblijft. Tony aan boord. Het water was niet te diep maar veel te wild. Met Jak aanleggen in het haventje, om ons op te pikken, was onmogelijk. Net vóór zonsondergang kalmeerden de oerkrachten en raakten we veilig en vrij droog terug aan boord.

 

Helemaal uit België zijn ze naar hier gevlogen, Karen, Jean-Marc en duikgast Julie. Het heeft ook hun bijna twee uitputtende dagen en nachten gekost.

Maar nu zijn ze er. Je kan niet geloven hoe blij ik ben met de warme moederdagknuffel die onze dochter me helemaal aan de andere kant van de wereld komt geven.

 

 

Internet is hier keitraag en wij hebben het druk. Je zal even geduld moeten hebben, even geen tekstjes.  

En de nacht werd weer dag. Maar na een rommelige nacht, met erg veel wind, minder regen, maar heel ambetante golven volgde een even rommelige dag...in de wasmachine. Zeg nu zelf, in een wasmachine ga je niet zitten op de laptop tikken, zoals ik beloofde. Mijn maag kreeg het zo al hard genoeg te verduren. Enkel onze positie heb ik ingegeven, voor de echt geïnteresseerden.

Maar nu zijn we er, op anker voor de kerk van Rotoava. De binnenvaart door de pas, was nog even spannend. Maar ons moment was bijzonder goed gekozen, bij laag water. Blankenberge binnenvaren met veel wind was erger. We made it ! Morgen kunnen we Karen en Jean-Marc aan boord ontvangen, als die puinhoop-boot is opgeruimd tenminste.

 

Over de tocht : Jakker heeft haar naam alle eer aangedaan. Zonder te verpinken jakkerde ze recht op haar doel af. Zeiltechnisch een voorbeeld : steeds op koers en steeds op snelheid. De beloofde wind uit het Noord-Westen kwam na een paar uur. Hij was wel veel harder dan verwacht en bracht flinke squalls mee.

Hier konden we er nog mee lachen

 

Hier al veel minder.

Voor mannekes en materiaal was dat een ander paar mouwen. Aan de wind zeilen is niet voor watjes. Op chips, cola en minute soepkes hebben we overleefd. De eerste nacht kwam dat er zelfs terug uit bij mij. De op voorhand bereide spaghetti hebben we voor de vissen overboord gekieperd. Dat gebeurde eerder nog nooit. De zware mokerslagen op de romp, veroorzaakt door de dwarse golven, bezorgden ons kippenvel. De boot is één chaos van uit de kastjes zonder deuren, gevallen spullen. Aan dek is het nog erger. De duikflessen, tegen een plank aan de zeereling gebonden, kwamen los. Eerst hoorden we ze tegen elkaar aanbotsen. Je zag ze ook gewoon hobbelen bij elke golf. Tony moest, aangelijnd, naar voren om extra touwen eromheen te binden. Oorzaak : touwen worden nat en rekken dan uit.

De gigantische golven zorgen voor massief water aan dek, dat dan naar achter komt gelopen naar de kuip. Over onze (nieuwe tweedehands) windaanduidingsmeter heen die al dat water opslokte en erin stikte. Die was duidelijk niet waterdicht. Gevolg : enkel aan het vaantje boven in de mast kunnen we nu nog zien vanwaar de wind komt. De windsterkte moeten we in het vervolg raden.

Jakker is nog nooit zo zout geweest, ook niet tijdens de lange oceaanovertochten. Zelfs binnen hangt een zout atmosfeertje. Bij sommige raampjes is een zweem zoutdruppeltjes te bekennen. Wat wil je, die zaten de helft van de tijd gewoon onder water als bij een onderzeeër.

Onze voeten die op de kuipvloer rustten, vonden al dat zoute nat niet leuk. Ze worden er koud van. De lumineuze oplossing van Tony : Crocs aan onze voeten. Krijgen die dingen, een beetje een miskoop, eindelijk een nuttige bestemming.

 

Wat hebben we geleerd : heel leuk om terug in de Tuamotus te zijn. Maar een lange tocht hoog aan de wind, nee, bedankt. In de voor zeilers “verkeerde” richting, tegen de heersende winden naar het westen rond de wereld. Niet voor ons.