Heiva.
Het oerwoud-tromgeroffel rommelt tussen de ons omringende bergen.

De hitte neemt langzaam wat af. De zon zal weldra achter de kraterrand verdwijnen. Het aangenaamste uur van de dag breekt aan. Het uur voor het donker wordt. Het uur dat iedereen herademt. 

Niet zo op de grote parkeerplaats vlakbij onze marina. Tientallen auto's arriveren. Meisjes, dames stappen uit, knopen hun korte gele pareo rond hun heupen, rekken zich uit.

Ze zijn er klaar voor. Het kan beginnen. Het oefenen voor de “heiva”, voor het jaarlijkse grootste Polynesische festival van sport, zang en cultuur maar vooral van het traditionele dansen of zoals wij zeggen : het heup wiebelen.  

De muzikanten zetten in. Altijd dezelfde cadans van de trom, zo klinkt het in onze westerse oren toch. Als het “scheller” geluid op de lange, holle bamboe weerklinkt, kan je de heupen nog amper volgen met je ogen. Ongelooflijk. Hoe doen ze het? Ze hebben toch dezelfde anatomie als wij?  

Drie avonden in de week wordt er op het gloeiende asfalt geoefend. Een soort traditionele aerobics, de juf vooraan op een “schavotje”. Maar veel meer dan aerobics want een oude, over zijn hele lichaam getatoeëerde echte Polynesiër en muzikant, houdt even een korte soort bidstonde. Bij elke dans hoort ook een verhaal van zee, wind en dieren.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Vijftig, zestig meisjes en vrouwen, soepele en minder soepele oefenen zich te pletter.  In het zweet hoef ik niet te zeggen, want wij toeschouwers zijn ook drijfnat zonder iets te doen.
Voilà, onze ontspanning, ons avondje uit!

 Lijstje.
Overdag gaan we “in het zweet ons aanschijns” weer dapper verder met ons lijstje. Tony repareert ons Honda motortje : gedemonteerd en weer gemonteerd zonder ook maar een stukje over te hebben.  Hij plakt nog een lek in Jaks bodem.

Nu we niet zuinig moeten zijn op water, poetsen we Jakker boven en onder, binnen en buiten en was ik lakens en handdoeken.
Het teakdek met olie behandelen, ook dringend nodig, hiervoor staan we nog maar eens om 5u30 op.

 Chinees nieuwjaar.
Het is ook weer tijd om voorraden bij te vullen. De Champion wordt rijk van alle bomvolle winkelkarretjes die wij letterlijk over de straat en het aarden weggetje, naar onze boot sleuren.

De Champion, met de Chinese baas, die ons vorige zaterdag naar aanleiding van het Chinese nieuwjaar (19 februari) persoonlijk erg veel geluk wenste in dit jaar van de houten geit en die de goegemeente op een Dans van de Leeuw trakteerde.

Binnen in de versierde supermarkt dansten twee leeuwen (zeg dus nooit meer draken, dat lijken ze immers wel in onze ogen) rond en op elkaar. Als je erin slaagt de leeuw aan te raken, kan je geluk dit jaar niet meer op.  

Weg uit de marina.
Wij gaan ons geluk eerst maar eens beproeven op de Sofitel ankerplek in de lagune waar we overheen vlogen met de helikopter.

We zijn klaar in de haven na nog een allerlaatste erg lange koude douche. Voor het eerst in vier maanden zullen we weer heel zuinig moeten omspringen met zoet water.  

Maar op anker kunnen we  genieten van het prachtig blauwe zwemwater, de dolfijnen en het briesje dat altijd doorheen de boot waait.

 

 

Dit verhaal zou ik nooit geloven, nooit. Maar nu ik het zelf heb meegemaakt... 

Je weet van ons projectenlijstje en waarom we in deze loeihete marina liggen. Wel, één van deze klussen, waar we zo tussendoor aan werken, want zó vervelend, is lijm verwijderen van onze Jak én van haar oude stootrand. Die stootrand nl. is bijna helemaal losgekomen. In Frans Polynesië is geen nieuwe verkrijgbaar, dus de oude er maar terug opgeplakt. Met de föhn de oude lijm op de dinghy verwarmen en dan afkrabben lukt aardig. Maar de stootband kunnen we zo niet doen, het rubber begint gewoon te smelten. Met een mesje afkrabben dan maar.

 

 

 

 

 





 

 

 

 

 

 

 Uren, dagen zijn we met die voorbereidingen bezig. Erg belangrijke voorbereidingen. Iedere kenner zal je kunnen zeggen, dat als je iets wil lijmen alles valt of staat bij een perfect schoon voorbereid oppervlak.  

Eindelijk is het dan zover. De pot neoprene lijm staat uitnodigend klaar. We moeten het goed aanpakken : de luchtvochtigheid mag niet boven 75% komen. Aan boord is het meestal 75 % en meer, maar onder de boom, onze klusboom, richting douchegebouw, dichtbij het water, is die rond de 60 %. We checkten dit met de hygrometer. Professioneel toch?

De de te lijmen oppervlakken moeten opgeschuurd, ontstoft en ontvet worden. Done!

Dan de twee-componenten lijm mengen, twee minuten roeren, heel dun opbrengen op dinghy én rand, nog een dunne laag opbrengen na vijf minuten en dan de hele rand rond de dinghy plakken.

 We kijken nog even rond. Zien enkel boven de bergen donkere regenwolken, boven zee is alles stralend blauw. We nemen nog eens diep adem en beginnen eraan. 

Tegen de klok wordt er gemengd en gestreken. Lijm erop en verder, niet meer terug overheen gaan met de borstel.

Tweede laag. Opperste concentratie. Ok. Als ik recht kom van het, op mijn knieën zittend, instrijken van de rand, zie ik het. Een dikke witte nevel komt van over zee recht op ons toe...dit is regen, zeker weten. Tony ziet het op hetzelfde moment.

Als twee gekken grijpen we de 6 m lange strook rubber vast en drukken die heen en weer bewegende “slang” zo goed en zo kwaad mogelijk op de juiste plek, vast rond ons bootje. We horen dikke druppels vallen, onder de boom voelen we nog niks. Geen tijd om na te denken, die rand moet ertegen zitten. Klaar... nu nog wat beter aandrukken...maar de regen druipt ondertussen van de blaren, maakt alles nat. Als de lijm nu niet vast zit, is het te laat. We kunnen niks meer doen.  

Dan volgt de totale verbijstering, het ongeloof. Niet meer gevoeld sinds jaren geleden een auto in onze flank reed op Place Misère in Genk. Laat het niet waar zijn. We gaan niet opnieuw lijm verwijderen en helemaal opnieuw beginnen.  

Dan, even plots als de bui opkwam, stopt de regen. Vlug ons bootje van onder de druipende boom vandaan in de zon ! En de rand ? De rand ziet er eigenlijk wel goed uit.  

 Als iemand me verteld zou hebben dat het maar vijf minuten zou gieten die dag, net die vijf minuten dat wij onze rand moesten plakken, ik zou het nooit geloofd hebben. 
Murphy's law, zeker? 

Het had, natuurlijk, altijd nog veel erger gekund. Deze zelfde plensbui tijdens het lijm uitstrijken, bijvoorbeeld.

 

 

 

Wij stammen nog uit een tijd toen Valentijn "no big deal" was. 
Er werd wat gegniffeld over lievekesdag en meer dan een kusje in het geniep, een bloempje of iets kleins, werd er niet uitgewisseld. 

In de loop van ons getrouwd leven kookte of bakte ik wel eens iets speciaals of gingen we eens extra naar de sauna. Ik herinner me ook nog de Valentijn toen we nergens in Genk een tafeltje konden bemachtigen en uit pure noodzaak in de frituur beland zijn. 

Vandaag echter vierden we, puur toevallig, de moeder van alle 14 februari's, met een helikoptervlucht over vulkanisch Moorea. 

Dat kwam zo. 
Een paar dagen achter elkaar al maakte Coco, het manusje-van-alles van onze haven, de landtong voor het douchegebouw grondig schoon. Tussen de buien door, het regende en waaide immers bijna onophoudelijk. Hij vertrouwde Tony toe dat hij een heli landingsplaats maakte en dat er zaterdag en zondag doopvluchten zouden gegeven worden door Tahiti-Helicopters, met speciale tarieven voor Valentijn. 

Zo zien we de stortregen vanuit ons deurtje.

Pas toen de heli zaterdagochtend, een stralend zonnige ochtend, vlakbij Jakker landde, vertelde Tony mij zijn geheimpje. Hij ging meteen een kijkje nemen en bestelde twee vluchten.

Als één van de eersten konden we mee. Bij ons in de heli ook een reporter van de plaatselijke krant en eentje van de TV. Adembenemende minuten waren het. Eerst laag over het water van de lagune, dan vlak langs de helling naar boven, over de kraterrand in de caldeira. Je ziet de ananasvelden diep beneden, afgelegen huisjes midden in de jungle, de lagunes aan beide zijden van ons eiland. Een klein beetje hetzelfde idee als wanneer je helemaal naar boven klimt, veel comfortabeler natuurlijk. Nog een bocht over de aanmerende ferry en we staan weer aan de grond bij de marina.

 

We snappen het niet zo goed, maar beide reporters willen een interview en foto's van ons. Omdat we bij de eersten zijn? 

Maandag staan we echt in de krant. En op TV komen we ook. Een beetje VIP's vandaag.

 

 

  

 

Tony kan niet altijd in de mast rondhangen. Er moet ook af en toe gerust worden, al was het maar om toestanden als in Panama te vermijden. Hij herinnert zich de afschuwelijke buikspierpijn nog maar al te goed.  

En de dikte van mijn rechter bovenarm, met name de forsbol daar, van die vele honderden toeren draaien (vierhonderd tot boven in de mast) moet ook een beetje binnen de "gangbare normen" gehouden worden.

 

 Een dagje vrij dus. In Moorea, vooral in onze marina, waar enkel de Champion, de pizzeria en een enkele roulotte voor wat verstrooiing kunnen zorgen, betekent dit : een dagje naar Papeete. Papeete, dat ons elke dag lokt, aan de overkant.

 

 Echt vakantie is zo 'n dagje echter nooit. Er zijn altijd zoveel bootboodschappen te doen.

Als we 's middags met de Ulani crew iets gaan eten, hebben we al vele “zweterige” kilometers, naar bootwinkels dichtbij de vissershaven, achter de rug. 

 Na de lunch, de onvermijdelijke, ijskoude “3 Brasseur biertjes” en het wachten op het overtrekken van een fameus onweer, nemen zij ons mee op sleeptouw. Zo ontdekken we weer een andere, goed bevoorrade marinewinkel, Océan 2000, een echte Brico en nog wat "quincailleries".

 

 Beladen met schroefjes, lampjes, koffiekopjes, Sicaflex en een nieuwe kookpot, en al hollend halen we de ferry van 16u05 nog net.
Langzaam koelen we af in de airco. Tevreden met alle spulletjes die we toch weer “gescored” hebben.

 

Eén van de vorige keren, wachten op de ferry. 

 

Op naar het volgende project : zalingeinden vervangen.
Die dingen hebben ons op de oceaan flink de stuipen op het lijf gejaagd.
Midden in de Pacific begon het plots. Kriep, kriep...op het ritme van de golven klonk een geluid als van een grote, valsklinkende viool. Geen idee wat dat in godsnaam zou kunnen zijn. 

Boven de herrie van heen en weer schommelende potjes, doosjes en allerlei, zo vertrouwd op de oceaan, belette dit geluid ons om te slapen. We maakten ons zorgen. De mast zou het toch wel houden? Het klonk bovendien, in de zeekooi in de kajuit waar we proberen te slapen, vlakbij ons oor.

Als we die bezorgdheid, tijdens ons dagelijks praatje met Erno van Tara (vlakbij zeilend) uitten, zei hij steeds : “Hou het goed in de gaten. Zo gauw er iets ernstigs aan de hand is, komen we gewoon naar jullie toe varen!”
Een rustgevende gedachte zo een redder in nood, vlakbij.

 Maar we hebben het zonder verdere problemen naar de andere kant gered want Tony, die vermoedde dat de zalingeinden de schuldigen waren, draaide de wanten harder aan en toen bleek het euvel voorlopig verholpen.
De kunststof einden vertoonden flinke barsten, dat zullen we later kunnen zien. Daardoor kwamen de wanten losser te zitten en konden ze tegen de einden schuren.
 

Even uitleggen (niet geïnteresseerd in techniek, sla dit dan over) : je hebt de mast, die wordt stevig rechtop gehouden door stalen kabels = wanten. Twee paar zalingen, op 1/3de en op 2/3de van de mast, controleren de buiging van de mast. De einden verbinden de wanten met de zalingen .

Nieuwe einden, in Nederland besteld, zaten in onze bagage terug naar Frans Polynesië. 

Een paar dagen na elkaar moet Tony dus weer in alle vroegte in de mast. Eén dag de bovenste zalingen, de volgende de onderste twee. 

Als een aap moet hij naar het uiteinde van de zaling reiken, recht naar beneden gaatjes boren, op de juiste plek, dan de zalingeinden vastschroeven.
Dit alles in super concentratie, daarboven kan je je immers geen foutje veroorloven. Elk schroefje dat je laat vallen, verdwijnt meteen in het water.
Zijn truukje : hij dicteert zichzelf hardop stap voor stap wat hij doet, enkel zo kan hij zich totaal focussen. 

Mijn taak : de wanten losdraaien, recht beneden hem (gevaarlijk, dingen kunnen op mijn hoofd vallen). Maar als die niet loszitten, krijgt hij dat stukje er niet tussen. Ik verdwijn weer onmiddellijk naar de kuip als mijn werk gedaan is.

Om 7 u zit de klus er al op en loopt Tony even om baguettes en croisants naar de Champion terwijl ik koffie zet. 

Vandaag moeten er bovendien nog wat lampjes hersteld, die geven geen licht meer, (slecht contact ergens), dient er gewerkt aan de batterijlader...en samen soppen we water, zoet water, dat ik onder de vloerdelen ontdek als ik inventaris van het blikgoed wil maken. Het water heeft zich over verschillende compartimenten verdeeld. Wat een ellende. Het is als in een ondergelopen kelder vol met spullen. Alles eruit, afdrogen vóór het begint te roesten. En zoeken, waar komt dit water vandaan? 

We vermoeden dat het dooiwater van de koelkast, gisteren ontdooide ik die, ergens langs de buis lekt gewoon ín de boot. Niet zo een ramp, maar leuk is het niet. 

Tussendoor komt Phill van Tehani-Li onze hulp vragen. In de gietende regen, perfect timing tijdens een felle bui, hijsen we de 20 m lange voorstag van hun boot op de steiger. Niet zwaar, maar onhandig lang spul. Zij moeten die voorste rvs kabel vervangen. Daar zijn wij gelukkig nog niet aan toe. 

En dan is het weer avond en tijd om een visje te bakken. Na de sundowner, natuurlijk.
Wat doen jullie toch de ganse dag op die boot?