Zo is het wel genoeg geweest. 
Hebben we het al ooit zó warm gehad?
Ik kan het me niet herinneren. Ja, misschien in de Dominicaanse Republiek.
Maar één ding weet ik wel zeker : wij zijn het beu.

Gooien de trossen los en verlaten de marina om een mijltje verder, dichtbij het Sofitel Resort, ons anker te laten zakken. Waarom precies hier? De rest van de lagune is te diep, dan moeten we veel te veel ketting steken. De azuurblauwe zandvlakte hier ligt op een makkelijke 6 m.

Meteen voelen we de wind, die ons in de jachthaven niet kan bereiken, wegens te beschut. Alle luiken vliegen open en als een natuurlijke ventilator blaast de wind flink doorheen de ganse boot.

Het wordt een draaglijke 31°. In de haven haalden we makkelijk 37° ! Daar was eten koken een echte hel. Dus bezochten we af en toe de dichtstbijzijnde roulotte voor ons avondmaaltje. De roulotte ofte het Polynesisch frietkot, maar dan met vis en vlees op de bbq en "chao men" (een soort bami) i.p.v. frikandel special.

 

 Op anker keert stilaan onze “fut” terug, zeker nu we weer eens kunnen gaan snorkelen. We hebben ze gemist, de koffer-, trekker-, trompetvissen en de talloze rifvisjes. We zien zelfs drie adelaarsroggen.


We zijn blij met onze beslissing om “buiten” te varen. Willen hier een paar dagen blijven maar moeten daarna terug in de marina, want er is werk aan de winkel...aan de zalingen bijv., de dwarsstukken die de mast en de wanten met elkaar verbinden. En daar moet Tony voor in de mast.

Dan zal het zweet weer in beekjes stromen.
Zullen we ons naar de airco van de Champion slepen om wat “bij te komen”.
Zullen we minutenlang onder de ijskoude douche gaan staan, vreemd als je bedenkt dat twee weken geleden enkel een gloeiend hete waterstraal me kon bekoren en dan nog enkel als de badkamer flink warm was. 

Gek toch dat spel van de zon met onze aardbol, waardoor koude en warme streken ontstaan zijn en seizoenen.

 Onze gloeiend hete steiger, maar dat kan je van een foto niet voelen !  

 

 


Dag één na onze terugkeer klatert het meteen de ganse zondag douche-regen, zoals wij dat noemen. Dan is het, door velen gemelde, dik pak sneeuw dat thuis valt, veel mooier natuurlijk. Wij kunnen echt niet buiten komen en ruimen dan maar onze rugzakken leeg. 

Eindelijk hebben we geen koude voeten meer, maar de dorst die je hier voortdurend plaagt, waren we alweer vergeten. Het is ontzettend warm en vochtig. De ventilatoren in de boot blazen de ganse dag op volle toeren. De walstroom is toch betaald. 

Werken aan de boot valt helemaal niet mee. Jetlag en hitte spelen ons parten. We doen inkopen in de Champion vlakbij. 

En dinsdag maken we maar meteen een uitstap naar Papeete (Tahiti). Half uurtje met de ferry. Een ritje met de bus van Halen naar Hasselt duurt langer, vermoed ik. De bus richting Taina marina staat al klaar en nog een half uur later zitten we in de schaduwrijke kuip van Ulani.
Het weerzien met Philippe en Sandra is hartelijk. Ze kunnen ons vertellen dat het weer goed was tot half januari toen het is beginnen regenen en de cycloon Niko voorbijkwam.

 

Casa Bianca, waar we zo menig happy hour doorbrachten met Hans en Katrien en de kinderen van Nautilus, kunnen we niet voorbijlopen. Na het eten bezoeken we de volledig nieuwe jachtwinkel waar we nog een aantal spullen uit onze nooit slinkende lijst voor de boot kopen.  

Half zes gaat de laatste ferry, dus rustig terug naar de terminal.  Op de boot treffen we Carrel en Phill van Tehani-Li, die ook bij ons in de marina liggen. Het zeilseizoen, of zeg ik beter het werk-seizoen, gaat duidelijk beginnen. Alle vakantiegangers keren terug naar hun stek. 

Vorig jaar september had Tehani-Li dikke pech. Wij konden het volgen via de radio. Pas vertrokken uit Mopelia (het laatste eiland van Frans Polynesië), wij lagen in Taha'a, hoorden we Carrel aan de radio roepen dat ze moesten terugdraaien. Eén van hun want-puttingen, de metalen staven die de mast rechthouden, was gebroken. Ze vreesden hun mast te verliezen. Tegen de harde wind in voeren ze op motor, ze durfden niet zeilen want dat zou de mast te erg belasten, 48 u om in Raiatea, waar een werf is, te geraken. Teleurstelling : ze kunnen hen daar niet helpen.
Verandering van plannen dan maar (zoals zo vaak bij zeilers) : ze blijven in Moorea (in onze marina) een seizoen langer en brengen de vervangstukken van hun homeland Australië mee.
Goed voor ons...leuk gezelschap vlakbij !

 Vanavond doen we net als thuis. Een filmpje kijken...maar dan buiten in de kuip met de ventilator op ons gericht. Binnen is het veel te warm. En in plaats van sokken op de verwarming te leggen in de hoop, als we ze aantrekken, warme voeten te krijgen, branden we hier spiraaltjes tegen de muggen, want die krengen zijn er natuurlijk wel.

  

In de ogen van de zwarte veiligheidsman op de luchthaven in Parijs zie ik verwondering. "Wat neemt dat mens allemaal mee met vakantie?" zie ik hem denken.
Voor hem op de tafel ligt de inhoud van mijn handbagage rugzak. Hij schudde die letterlijk ondersteboven leeg. Met de kleinere tasjes en "pochkes" die erin zitten, doet hij hetzelfde. Gênant hoe die intieme dingetjes daar op tafel je wezen zomaar blootleggen.
Minutieus onderzoekt hij wat erin zit. Aanvulling voor de medicatie aan boord, tientallen kabels en adapters voor onze e-books, tablet, smartphone (wie vindt er eens één en dezelfde uitwisselbare kabel voor al deze toestanden uit), dollar-, euro- frans polynesische munten, notitieboekjes, batterijtjes, last minute spullen, nog vlug in de handbagage gestopt.
Maar hij kan niks illegaal vinden... geen vloeistoffen, geen tubes met inhoud.
Hij propt alles zo goed mogelijk terug, maar mijn rugzak voelt toch flink dikker aan.

Nog even Tonys handen op explosieven controleren. Nu hij hier toch staat of wat?
En dan mogen we naar de check-in.
Jakker, we komen eraan.

Ware het niet door dit incident (gevolg van verscherpte controles in Parijs?), had ik niks te vertellen over onze vlucht naar Frans Polynesië die voor de rest eindeloos lang en vlekkeloos verliep.

Om 10 u 's ochtends in Halen vertrokken, staan we s'anderendaags om 16 u (Belgische tijd), 5 u 's ochtends in een kletsnat Papeete. Met de taxi zijn we snel in de ferry terminal. We drinken er een koffie en maken kennis met een Frans gepensioneerd stel dat een huis heeft op Moorea. We weten ongeveer waar dat staat en worden meteen uitgenodigd.

Op de eerste ferry naar Moorea voelen we meteen aan den lijve dat de orkaan Niko hierlangs geraasd is. Er staan nog steeds hoge golven, de enorme boot maakt vervaarlijke schuivers. De passage door het rif bij Papeete is bepaald wild. Het Polynesische personeel, steeds met de typische bloemenkroon (hei), deelt kotszakjes uit. Als wereldzeiler kan ik toch niet "afgaan". Ik ben blij dat ik het zonder ziek worden, red tot de overkant.

Het prachtige Moorea biedt een troosteloze indruk. De blauwe-groene lagune is bruin. De aanhoudende regen stroomt van de hellingen naar beneden, modder meesleurend in de lagune.

Maar de regen stopt (tijdelijk) en we raken droog bij onze Jakker, te voet. We kunnen niemand bellen want hebben nog geen Vini oplaadkaart voor onze lokale GSM.

Cris (die op Jakker paste) staat al op de uitkijk en ontvangt ons letterlijk met open armen en een open "luik". Ja, ja, we kunnen zo binnenstappen, de koelkast werkt, er zijn koele biertjes en water. Jakker ziet er mooi uit, geen schimmel, enkel wat stof. Geen schade van de harde storm.

Eerst de duikflessen uit ons bed hijsen (die stouwen we daar altijd) en dan kunnen we meteen even uitrusten en ontspannen.

We zijn thuis ! Tevreden!  

 

Als in een roes zijn de afgelopen twee en een half maanden voorbijgeflitst. Van hot naar her zijn we gereden of liever vooral van Halen naar Weerde en terug. 
We hebben het leven van onze kinderen en kleinkinderen “meegeleefd” als “gewone” oma en opa. We hebben veel gebabbeld, gelachen, simpelweg genoten van het samenzijn met hen. 
We hebben (mee)gekookt, vaatmachines in- en uitgeladen, gestreken, klusjes en klussen gedaan.
We hebben getekend en gekleurd, gespeeld met Lego en racebaan, liedjes gezongen en heel veel verhaaltjes voorgelezen.
We hebben een heerlijke familieweek doorgebracht in Winterberg, Duitsland, waar er wél sneeuw bleek te liggen.

En we hebben feestjes gebouwd.

Welkomstfeestje, verjaardagsfeestjes, kerstfeestjes, oud op nieuw...en de moeder van alle feestjes : dat van super bompa 92 jaar ! Sinds lange tijd weer eens allemaal samen. Wat een hoop volk...gewoon het gevolg van twee mensen die elkaar liefde en trouw beloofden.

 

We zijn gaan wandelen met vriendinnen, hebben een zeilvriend van het allereerste uur bezocht, oud-collega's ontmoet. Hadden etentjes met onze beste vrienden...

De leuke avond met onze "geadopteerde familie", de crew van de Nautilus en ons ganse gezin vergeten we ook niet snel.

En al die mensen, zussen, broers en vrienden hebben meegewerkt aan het updaten van onze thuis herinneringen.

Ook onze smaakpapillen kunnen er weer tegen. Mosselen, smurfentaart, Hasseltse speculaas, zwart brood, zovele soorten kazen en biertjes...te veel om op te noemen, we hebben er weer uitvoerig van genoten.

We zijn weer bijgebabbeld, hebben nog maar eens gezien hoe het leven hier verloopt en ook misloopt...en hebben geen spijt om België te verlaten. Enkel het afscheid nemen zal weer ferm pijn doen. Konden we kinderen en kleinkinderen maar gewoon meenemen.

Vrijdag is het immers zover, dan nemen we weer trein, vliegtuig en ferry, de lange weg die ons terug leidt naar onze geliefde Jakker.

Mooi Limburg, wandelen rondom het Schulens Meer.