Karnaval in Panama City duurt 5 dagen. Er wordt een hoop heisa over gemaakt. We moeten er toch eens een keertje heen, vinden we. Dinsdagavond, wij dus op pad. Eerst de bus naar de Albrook Terminal, de grote bus-hub. Dan weer een bus naar de Cinta Costera, de "dijk", die is afgesloten voor verkeer en volledig ingepalmd door drank- en eettentjes en vooral huizenhoge stereo-installaties.
Aanschuiven.
Twee mensenslangen schuiven aan naar de toegang, waar iedereen, armen wijd gespreid, gefouilleerd wordt. Twee slangen, eentje voor vrouwen, eentje voor mannen.
Ok, hier moeten we dus ook onze beurt afwachten...maar, waar begint die slang nu eigenlijk?
Steeds verder langs de rij lopend op zoek naar het "begin", groeit ons ongeloof. Dit kan ons Europees verstand niet vatten. We lopen al een kilometer en zien nog steeds het einde van de rij niet!
No way, dat wij hier gaan aanschuiven, om eenmaal binnen, in de wriemelende massa te gaan zweten om..ja, om wat te zien.
Alles is afgezet met hoge hekken, maar we raken aan de zeekant en kunnen zo rustig wandelen tussen zee en carnavalterrein. We zien vooral podia met dj's, vijf karnavalwagens met meisjes in glitter en struispluimen.
We komen bij de vismarkt waar we ons te goed doen aan schelpjes in een lekker sausje. De kakofonie is allesoverheersend. Kruipt in je brein en je maag.
Karnaval crashen.
Als we David en zijn crew tegen het lijf lopen, zorgt Vlaming Paul (onze lijnman door het kanaal) dat we alsnog op het terrein kunnen. Met de smoes dat we vijf Belgen zijn, slechts deze ene keer op bezoek in Panama, gaat het hek open en mogen we erdoor. Voor heel even zijn twee Amerikanen, Belg. Als het kon wilden ze dat wel blijven, dan hoefden ze geen visum om langer in Frans Polynesië te blijven.
Vlakbij is het hoofdpodium. President Martinelli van Panama decoreert er net twee succesvolle oude knarren, salsa muzikanten. De salsa muziek, hoewel ongezond luid, is zeker te smaken.
Verder gaat het met de nieuwsoortige karnaval muziek van Zuid-Amerika. Veel boenke boenk. Een groepje dans sletjes doet dingen met heupen en kont, voor Europeanen quasi onmogelijk of minstens zorgend voor invaliditeit de volgende dag. Het zijn ook geen sletjes maar flink uit de kluiten gewassen madammen met idem achtersten...het schoonheidsideaal hier.
Het vuurwerk dat intussen achter ons van start gaat, is werkelijk indrukwekkend, maar komt helemaal in de verdrukking door de act op het podium waarvoor iedereen zich verdringt.
We houden het voor bekeken. Banen ons een weg door "het zwarte volk" en vinden gelukkig snel een taxi naar huis.
Aangepaste luiaards.
Nee, foto's hebben we niet. In het donker is dat toch al erg moeilijk.
Ik kan je wél een foto van de Playita-luiaards geven. Ze "wonen" boven de elektriciteitskast van het haventerrein, vlakbij een overdrukke parkeerplaats. Vinden het makkelijker in de vuilnisbakken hun kostje te verzamelen dan ondersteboven hangend in een boom. Aanpassing...denken wij dan. De geest van Darwin waart hier, zo een duizend mijl van de Galapagos, al rond.