We ronden het hoofdstuk Panama af met een laatste fotomapje.

 

 

Eindelijk, eindelijk zijn we er echt klaar voor.
Duikflessen laten vullen, check. Spijtig, Lufti met zijn longen vol roest en zand, zal waarschijnlijk nooit nog lucht in onze flessen blazen.

Boot volgeladen met voedsel, check. Kasten puilen uit. Ons bed in de voorpiek is volgestapeld met cola en bier. Slapen doen we voorlopig in het gastenbed. Dat mag wel...

 

 

 
400 liter diesel en 550 liter water getankt, check.
Duim maar dat we die diesel niet meteen moeten aanspreken en dat er wat wind staat op dat typische "windloze" stuk naar de Galapagos. 

De Galapagos, ja, dat is waar we heen willen. De berichten over deze magische eilanden zijn wel tegenstrijdig en doen ons de wenkbrauwen fronsen. Het is er duur en overgereglementeerd. Je mag maar op een plek ankeren met je boot. Voor elke scheet moet je betalen. Toch willen we er een kijkje gaan nemen. Je komt er ook maar één keer in de buurt.

Eerste opdracht : een zarpe (het uitreisdocument uit Panama) halen, maar...Galapagos mag er niet opstaan als volgende bestemming!?  Raar, ja, maar anders kan je niet op de uitwijkregeling beroep doen, die je toestemming geeft 20 dagen op Galapagos te verblijven. Wil je er langer zijn en meer eilanden aandoen, dan heb je een autographo nodig, die je meer dan 2 maanden op voorhand dient aan te vragen. 

Wij naar de Flamenco Jachthaven voor een zarpe. Als we die op zak hebben, neemt de vriendelijke dame ons mee naar "migracíon". Hier, krijgen we de poppen aan het dansen...we weten wel waarom, er ontbreekt een marine visum stempel in ons paspoort.
Heel vriendelijk, met handen en voeten uitleggend en in net genoeg spaans, proberen we ons van de domme te houden. We kijken super sip als blijkt dat we aan het andere eind van de stad die stempel moeten halen. De twee dames krijgen helemaal medelijden met ons, halen hun beste engels boven. Uiteindelijk spelen we allemaal een spelletje. Madame van de zarpe pakt me plots bij de arm mee naar buiten, legt haar vinger op de lippen en stelt me voor alles te regelen voor 100 dollar. Kostprijs van twee "echte" stempels: 200 dollar. Ok, ok.

Alles is in een oogwenk gestempeld. Ik krijg een dikke knuffel en kussen tot afscheid. Die twee dames kunnen straks eens goed gaan shoppen, hun schamel loontje is weer aangespekt.
Als zeiler moet je opportunist zijn. Wij kunnen morgen weg.

Eerst varen we naar de Perlas eilanden om het pas geverfde onderwaterschip nog een keer superschoon te vegen en de schroef van zeepokken te bevrijden. Je onderwaterschip moet immers TOTAAL flora- en fauna vrij zijn. Nog zo een regel van de Galapagos.Maandag of dinsdag beginnen we dan aan de oversteek van ongeveer een week (1000 mijl).  Ik probeer via onze webmaster en de radio nieuwtjes te sturen.

 

 

Sjjjttt...ik durf het haast niet luidop zeggen. De grote projecten zitten erop.
Nu kunnen we echt met de laatste voorbereidingen beginnen.
Niet dat die in één, twee, drie klaar zijn.
Ik zei het al vaak. Alles kost hier heel veel tijd en moeite.

Gisteren gingen we "winkel prospecteren" om "er in" te komen! Iedereen heeft het over Riba Smith en wat voor een super supermarkt dat wel is. Wij dus daarheen.
Eerst de bus naar Albrook, dé terminal. Vandaar de bus naar de Transistmica en dan goed uitkijken waar je moet uitstappen.
Dat lukte wonderwel. En de info klopt ook nog. Hun vlees ziet er bijzonder goed uit en ze kunnen het vacuüm verpakken voor je. Dan bewaart het langer.
Hun assortiment is anders dan de standaard producten bij Super 99 of El Rey.
Ik vind er zelfs sesam- en lijnzaad en meer ingrediënten om eens wat anders dan wit brood te bakken.

Na een superlekkere Chinese lunch pakken we de bus terug naar Albrook. Die neemt ons mee op een sightseeing trip doorheen de mindere wijken maar dropt ons uiteindelijk netjes bij de bekende terminal. We hebben de hele tijd in de bus rechtgestaan, dus even een ijsje in de koelte van de  Albrook mall airco moet kunnen.


Daarna weer op de bus wachten, rechtstaand in de middaghitte, in het gezelschap van Frieda en Erno van Tara weliswaar, dus nog best gezellig. Maar het duurt meer dan een uur voor we kunnen zitten. Uitgeteld komen we thuis, weer een dag voorbij.

Er is nog veel te doen de volgende dagen : diesel en water tanken, een zarpe (uitreis toestemming ) halen bij de havenkapitein, een nieuwe gasbus kopen, fruit en groenten, vlees en nog wat kratten drank en zo.

O ja, ook nog te doen : een paar keer naar de Nationale Bank. Dat komt zo.
We hebben nog een aantal 100 dollar briefjes. Hierover doen ze bepaald moeilijk als je ermee wil betalen in een grootwarenhuis. Ze halen dan een papier boven om in te vullen, vragen je het hemd van het lijf, moeten je ID en je handtekening enz. Wij willen er dus vanaf. Bij de Nationale Bank (!) zegt men. Maar zelfs die bank wisselt de honderdjes in 20 dollar briefjes a rato van één (ja echt één) bankje per keer. Ik kijk stomverbaasd naar de bankbediende en maak een opmerking om toch enige reactie uit te lokken, maar het kan de blik van uiterste verveling op haar gelaat niet breken.
O boy, was zij nu maar eens de uitzondering op de regel...maar helaas,  heel werkend Panama legt hetzelfde enthousiasme aan de dag.

Ook hiervan word je zo moe...tijd om te vertrekken, zeker.

 

 

 

De radarkoepel prijkt in de mast ! Glanzend groot en gloednieuw.
Maar de "prijs" die we ervoor betaalden, was niet min.
Tony, met felle pijn, één dag volledig buiten strijd en trouwens nog steeds herstellende. En wij beiden, flink geschrokken.

Alles liep nochtans mooi volgens plan. Eerst haalden we een aluminium plaat bij een werkplaats in de stad. Die zou op de oude steun in de mast komen, de nieuwe radar is immers veel groter dan de vorige. Tony maakte die plaat mooi passend met gaten om alles te bevestigen.
Vermits de nieuwe kabel dikker is, moeten de dekdoorvoeren groter. Weer een dagje werk.
Alles binnen vrijmaken, keuken- en kleerkast leeghalen, witte plafonddelen wegnemen, want de kabel moet overal achter en doorheen tot in de kuip waar de display staat.
 
Drie-dagen plan.
Dan gaat ons 3-dagen plan in werking. Elke dag begint om 6u15 met het ophijsen van Tony in de mast.

Dag één :
Hij haalt de oude dome eraf. Gewoon beneden, testen we de nieuwe radar, alvorens hem in de mast te monteren. Goed, die doet het.
Dag twee :
We doen een poging de nieuwe kabel (mét stekkers), verbonden aan de oude kabel, door de mast te trekken. Op een bepaald punt zit hij vast. Zelfs met hulp van Erno krijgen we er geen beweging in. Verdorie, de oude kabel was er al een aantal meter doorheen getrokken, terug naar boven sjouwen dus. Met bovenmenselijke krachten, dixit Tony achteraf. Dat zal hij later geweten hebben.

 

 

 

 

 

 

 


Dag drie :
We trekken de nieuwe kabel (doorgeknipt), via de oude, door de mast. Zonder probleem.  Aluminium plaat naar boven en vastschroeven. Nieuwe dome omhoog hijsen. Deze is niet erg zwaar, maar één persoon moet wel die glanzende koepel van de mast weghouden en beletten dat hij ertegenaan botst. Daarna dat ding bovenop bevestigen. Tony moet werken vanop een bootmansstoeltje, zijn benen rond de mast, vaak met één hand zichzelf vasthoudend als er weer eens een cargo passeert die grote golven opstuwt.
Maar het lukt hem.  Klaar.  High five!!!

Helse pijn.
Eerst een lekker ontbijtje om onze prestatie te vieren. Opruimen doen we erna wel....Maar zover komen we niet.
Plots krijgt Tony erge krampen in zijn buik.  Bij elke beweging schieten pijnscheuten door zijn lijf. Ik maak me echt zorgen, bel Erno om raad. Maar bedenk dan plots dat er misschien een dokter onder de cruisers hier op de ankerplaats dobbert. Grijp de marifoon en vraag of er een dokter luistert. Prompt reageert Schotse dokter David van de "Aros Mear" die vlak vóór ons ligt. En daar komt hij al aangetuft met zijn dinghy. Grijze dokter, met pensioen, enkel gewapend met zijn stethoscoop.
Daarmee onderzoekt hij Tony een hele poos, zegt dan dat we zeker niet naar het ziekenhuis moeten. Hij sluit een heleboel ziektes uit. Het zal waarschijnlijk een spier zijn die opspeelt. Niet te verwonderen na dat harde labeur in de mast. Rust en veel drinken, dat is de remedie. "O ja, je mag een pijnstiller nemen!"

Met een kwinkslag dat hij geen euro's wil, die gooit hij, overtuigde Brit als hij is, nog liever in zee, verdwijnt hij weer naar zijn boot.

Een beetje gerustgesteld wachten we af...tot 's nachts (heel wat pijnstillers later) de pijn eindelijk minder wordt. De volgende dag kan Tony weer bewegen. Toch moet hij nog voorzichtig aan doen, die overbelaste spier laat hem niet zomaar met rust.

Eindelijk kunnen we eens gaan zitten en het nieuwe radarbeeld bewonderen. Prachtig, elke boot in de buurt een vlekje, de haveningang helemaal afgetekend.

Zijn we nu bijna klaar voor vertrek?

 

 

Geïnteresseerd? Het nieuwste fotomapje toont hoe Jakker uit het water gaat en hoe zij door het kanaal vaart.

 

JSN Mini template designed by JoomlaShine.com