Wat is dat met ons?
Eerst vechten we, tegen wind, stroom en golven, om op die ene nooit geziene, ultieme plek te raken. Daar aangekomen zwelgen we in euforie, ontspannen volledig, genieten...een paar dagen. Dan begint het opnieuw te kriebelen. Vergeten zijn de voornemens om hier lang te blijven. Steeds verder moeten we. Opnieuw snuffelen we in pilots en verslagen van andere zeilers (die in deze digitale tijd in talloze mapjes op "stick" staan) naar nieuwe uitdagingen, nieuwe bestemmingen. Het moet iets in ons bloed zijn. Reizigers ADHD ?!

Hoe oogverblindend de motu's (= eilandjes) aan de zuidoost kant van Tahanea ook zijn. Hoe leuk de feestjes bij het grote kampvuur, die specialist stoker Hans (Nautilus) aanlegde. Hoe aangenaam het zitten op de, eveneens door Hans gesjorde banken van "wandelende bomen hout", in het gezelschap van de Canadezen (Fluenta), de Zweden (Litorina) maar vooral de Vlaamse schatten van Nautilusjes ook is : wij scheuren ons los.
We willen echt geen tranerig afscheid nemen en zeggen gewoon : "Tot ziens !", na een laatste drankje in de kuip van Jakker.

Tot ziens.
Tevergeefs wachten we maandag op de beloofde afnemende wind. Komt hij niet? Ok, dan steken we maar mét harde wind de lagune over. We hoeven enkel onze route lijn op de plotter in omgekeerde richting te volgen. Zo zijn we veilig hier geraakt, zo raken we ook weer veilig terug bij de uitgang van Tahanea. Als we daar twee uur later aankomen, is de wind wel afgenomen. Het kalme jade-groene, ondiepe water in de beschutting van het rif, overgaand in diepblauw, dieper water, blijven fascineren.

Paaltje pikken.
Een kwartier voor zonsondergang verlaten we Tahanea. Anderhalf uur voor hoog water, dat moet kunnen. De inkomende stroming zal al wel wat afgenomen zijn. Toch nemen we onze voorzorgen. Altijd : personen aanlijnen, luiken, ook de ingang, dicht. De golven zijn middelmatig, één keer pikken we een serieuze paal. Zo heet dat echt in oeroude Nederlandse zeetaal. Geloof me, zo een klap op een golf is echt als een smak tegen een paal.

Buiten kalmeert de zee snel. Zeilen maar ! Naar Fakarava, volgende atol, 55 mijl.
Zoals verwacht, laat de wind ons halfweg de nacht in de steek. Op motor halen we de kentering bij laag water precies op tijd. Hoe we aan de exacte tijd komen? Vraag dat maar aan onze dochter. Die schat mailt ons de getijden door voor de atollen die niet in ons getijdenprogramma staan.

Rond zonsopgang komt een bevoorradingsschip voor de Tuamotus, Tapoko 9, op ons toe. Voor Tony kan vragen wat zijn koers is, wijkt hij uit voor ons, vraagt of we problemen hebben en of hij kan helpen. Zo een vriendelijke kapitein, du jamais vue !

Rustig stromen we rond 8 u Fakarava Zuid Pass ( Passe Tumakohua) binnen. In het midden liggen een hoop koraalblokken boven water. Pas op, de stroming zet er ons heen. Hard bakboord uit en we zijn er voorbij, in dieper water, tussen de rode en groene boeien.
Lang geleden dat we die nog zagen. Hier, in dit stukje exotisch Frankrijk, komen we ze weer tegen. Rood links als je van zee komt. "De kant van je hart, want dat klopt voor je liefje," zeiden de zeemannen vroeger.

JSN Mini template designed by JoomlaShine.com