Donderdag : 3 juli 2014 : 

Tony heeft een schaafwonde aan zijn knie. Tja, als je vrijduikt tussen koraalblokken en bovendien probeert de ankerketting rond zo een blok uit te wikkelen, raak je het koraal soms even. Zo een wonde geneest erg moeilijk, ontsteekt vaak, zeker als je elke dag opnieuw in het zeewater gaat. 

Dankzij de bacterie dodende zalf van Katrien (Nautilus) krijgt Tony weer een mooi nieuw velletje, maar hij wil het lot niet tarten en blijft nog een paar dagen uit het water.

Het project, vuil verbranden op het strand, is als nuttig tijdverdrijf dus perfect getimed. 

 

We verzamelen het brandbare afval van drie boten. Met de afgewerkte olie die Tony nog heeft, ontsteken we een prachtig vuur op het strand. De aangesleepte dode palmbladen houden het mooi brandend. 

Onze vuilverbrandingsplek is iets te dicht bij het nest van een Jan-van-Gent. Mama probeert ons weg te jagen, maakt schijnaanvallen vlak boven ons hoofd. Het jong, even groot haast als mama en eigenlijk "uit zijn nest gegroeid", kijkt onverstoord toe. 

 

Als de as met de eb wegdrijft naar de oceaan, springen we weer allemaal in onze auto euh dinghy en tuffen terug naar huis euh boot. Het was weer gezellig.  

 

Vrijdag : 4 juli 2014 :

Ik ga vandaag wél snorkelen. Voel me onrustig als we te lang op één plek blijven, wil dan vanalles doen, anders ga ik te veel aan thuis denken. Thuis waar de vakantie begonnen is en waar ze oppas nodig hebben voor de kleintjes en hulp met het uitpakken na de verhuis. Karen en JM (en wij dus ook) wonen immers weer op een andere plek. In Halen, terug in Limburg! 

Heimwee begint aan me te knagen. De keerzijde van onze droom-medaille !

 

Al snorkelend probeer ik dat gevoel te verjagen. De koraalblokken die ik wil verkennen, liggen vrij ver weg. Tony brengt me met de Jak. Van zodra je je kop onder water steekt, ben je in een andere, stille wereld. Grote baarzen staren me verbaasd aan, ze worden hier "gepoetst" door piepkleine poetsvisjes. Ik zie zoveel knalgele vlindervisjes, met de knapste zwarte streeppatronen. Plots verschijnt in het 2 m diepe water een zwarttip rifhaai van zo een anderhalve meter. Heeft hij mij gehoord? Hij komt op me toe, zwaait in één soepele typische 'haai"beweging weg. Ik trek me toch maar terug tot bij onze dinghy. Zo een held ben ik nu ook weer niet. Steeds komt hij weer een kijkje nemen, zwemt rondjes rond ons bootje. Tony kan hem niet zien, er staan te veel windgolfjes. Hij beweert, zolang je het liedje van Jaws niet hoort, ben je safe ! 

Ik krijg het koud en neem afscheid van dit prachtig beestje, onvoorstelbaar dat ze hen doden enkel voor hun vinnen!?

 

JSN Mini template designed by JoomlaShine.com