Panama kanaal 100 jaar.
Onze datum is bekend. We gaan door het Panama kanaal op zaterdag 8 februari 2014. In het jaar dat het Panamakanaal zijn 100ste verjaardag viert. Normaal gezien vertrekken we in de namiddag als onze adviser aan boord is. Ja, elke kleine boot krijgt een adviser mee. Aan boord van grote schepen gaat een loods. Overnachten doen we op anker in het Gatun Lake. Zondagochtend zetten we onze tocht verder en je zal ons kunnen zien op de webcam van de Miraflores sluizen ergens in de loop van de zondag... Als alles volgens plan verloopt tenminste.
Maar eerst moeten we nog iets afwerken...ons onderwaterschip. In Almirante, Bocas del Toro, zagen we het ineens niet meer zitten...dat uit het water gaan. Te moeilijk, te veel verrassingen. Hier bel ik woensdag en voor we het goed en wel beseffen staan we vrijdag hoog en droog op het terrein van Shelter Bay Marine, helemaal aan de west kant van de ingang van het Panama kanaal.
Uit het water.
Nooit voorheen kon Jakker gewoon "vooruit" binnenvaren over de banden om haar op te hijsen. Ook nog nooit gezien : een kraanman die in het water springt en met duikbril gewoon gaat kijken of de banden op de juiste plek zitten.
Tja, in België of Nederland zien de meeste mensen het niet zo zitten om nu, maar ook niet in de zomer, in het water te duikelen.
Eerst komt nu het vreselijke schuren, dan twee lagen aangroeiwerende verf aanbrengen. De propeller schoon krijgen is ook hard labeur. Maar waar zelfs in mei in Nederland onze oren van onze kop afvroren tijdens dit klussen, gebeurt hier alles in de tropische hitte, onder de koningspalmen en met het gezang van talloze vogels in onze oren. Eentje roept er de hele tijd : Kiekeboe....echt waar.
Onze afgebeulde spieren kunnen we 's avonds ontspannen in de pool, vlakbij. De douches zijn subliem én ik hoef niet zelf te koken.
Morgen laat de hijskraan ons terug in het water, al zullen we naar onze plek in de haven gesleept moeten worden. We kunnen de motor niet starten, een bronzen busje van de zoutwaterinlaat voor de motorkoeling is afgebroken. De man van Pesqueros (de scheepswinkel hier) heeft beloofd ons aan een nieuwe bus te helpen.
Schoon schip.
Met ons prachtig nieuw onderwaterschip, zonder zeepokken en andere, wervelingen veroorzakende aangroei, zullen we zeker snel genoeg kunnen lopen in het kanaal. We hebben ons ertoe verbonden minstens 5 knopen te kunnen lopen en dit uren aan één stuk. We kunnen wel 7,5 knopen op motor, maar dat maakten we hen niet wijs. Als je om één of andere reden de beloofde snelheid niet kan blijven waarmaken, krijg je een boete.
We moeten immers mee met de stroom en zijn echt een kleine visje tussen de monsters.
Banden en lijnen.
Onze to-do list wordt stilaan korter.
De kanaalautoriteiten verplichten je om 4 extra lange dikke lijnen en een hoop stootwillen aan boord te hebben. Die hebben we niet maar zoals iedereen huren we autobanden en lijnen. Roger blijkt de goedkoopste. Voor 90 $ brengt hij 4 lijnen en 10 banden.
Je moet ook 4 line handlers bij hebben voor het werk aan de touwen. Karen, JM en ik dat zijn er al drie. Via David (Rewa) raken we in contact met Vlaming Paul . Voilà, onze vierde man.
Tony speelt zijn eigen onvolprezen rol van captain.
Rest ons nog : inkopen doen want al die mensen, line handlers en adviser incluis, dienen geregeld van natje en droogje te worden voorzien tijdens de twee daagse tocht.
Zal het allemaal gaan lukken? Of komt er nog een kink in de kabel op het laatste ogenblik? Spannend !
Nog nooit hebben we zo een zenuwachtige beambte aan boord gehad.
Mr. Chong komt ons schip meten. Een verplichte procedure voor iedereen die door het Panamakanaal wil. Hij vult wel vijf formulieren zorgvuldig in. Haalt dan effectief een meter boven en meet, met behulp van captain Tony, onze lengte en breedte.
Intussen slikt hij voortdurend, kijkt schichtig rond, herschikt zijn papieren om de haverklap. Het is zó druk, beweert hij. Maar vriendelijk is hij wel. De Pilotboot haalt hem netjes weer af. Wij zijn gewogen en goed bevonden !
Pas gisteren belde ik voor een afspraak voor meting. Vandaag kon die al doorgaan. Hals over kop zijn we dan uit Portobelo vertrokken, voor een zeiltocht van zo een vier uur, richting Colón. Op het anker- en wachtgebied The Flats, waar we al zoveel van lazen, werden we zonet gemeten.
We voelen ons hier een beetje als op de Westerschelde, omringd door grote container- en autoschepen. Gecontroleerd door Cristobal Signal Station, die je op kanaal 12 op de hoogte moet houden van je bewegingen.
Met al de ontvangen paperassen moeten we nu gaan betalen bij de Citibank in Cristobal (Colón). 1875 $ in cash (je krijgt 891 $ teruggestort als je geen schade aanricht) . Daarvoor varen we naar de Clubo Nautico. De vroegere Clubo Nautico moet ik zeggen, er is bijna niks meer over van de Yacht Club. Je kan er je dinghy achterlaten aan 3 $ per persoon en de taxi nemen naar de Citibank. De rit door Colón, één van de gevaarlijkste steden ter wereld, valt al bij al wel mee. Je rijdt weliswaar doorheen een soort Beiroet met zwaar toegetakelde gebouwen. Af en toe een oud koloniaal gebouw dat getuigt van de pracht van het vroegere Colón. In de straat van de bank hebben we ons, te voet onderweg, nooit onveilig gevoeld. Op minder dan een uurtje is alles gepiept en zijn we terug aan boord. Straks na 18 u kan ik bellen voor een datum van doortocht door het kanaal.
Je zal ons niet horen zeggen dat dit alles niet pico bello geregeld is en zelfs voor een particulier een makkie. De 300 à 400 dollar die een agent vraagt voor zijn diensten, steken we liever in onze zak.
.
Zand.
De stilte aan boord is oorverdovend. De ruimte binnen te groot en zo leeg.
De matroosjes en hun mama en papa zijn gisteren afgemonsterd. Met pak en zak hebben we ze naar de jeeptaxi gebracht. Nog een laatste ferme knuffel, een natte kus en weg zijn ze, naar de luchthaven.
Wij vliegen er ook in. Laten onszelf geen tijd om te piekeren en te treuren. Eerst een stuk varen naar de West Lemon Cays en dan boot opruimen.
Moet er nog zand zijn? Het lijkt wel of we van elk "stlandje" ganse emmertjes zand hebben meegenomen aan boord. Ik dacht nochtans dat we telkens alles en iedereen zo grondig afspoelden en borstelden ??
Afscheid voor hoelang ?
Tijdens het werken klinken stemmetjes in mijn hoofd : "Oma-a, water hewwen. " "Oma, papa in water vallen!" (Roxie) . "Oma, krijg ik affeblief een flesje?"" Haan we naar het stlandje?" (Lyam) Je moet weten, onze kleinkinderen praten in een mooie mix van Limburgse en Oost-Vlaamse invloeden. Hun g is een h en hun r een brouwende huig-r. Grappig. Maar mijn lachje is eerder weemoedig. Wanneer zullen we ze terugzien? Wanneer zullen we nog eens drie zo intense weken doorbrengen met de grote en kleine kinderen? Zullen we Bert nog eens zien kiten zó dichtbij dat hij een high five kan doen in het voorbijsuizen? Zullen we nog eens gezellig samen afwassen? Koffietjes met chocolaatjes genieten? Lekker zeilen met z'n allen?
Film.
Maar de film met talloze enige momenten in mijn hoofd is weer gerefreshed. Lyam die uitlegt dat die vis in de tekening niet één oog heeft zoals je zou kunnen denken, maar het andere oog zit aan de andere kant en dat zien we niet! Roxie "paaldansend" aan de blinkende, spiegelende maststeun waarin ze zichzelf ziet.
De twee matroosjes duizend keer "tappend" op onze bijna 2 m hoge, gevaarlijke trap. Eerst omdraaien, dan zich goed vasthoudend stap voor stap naar beneden. Roxie met een speciale knie techniek.
De tientallen ritjes met onze Jak. Roxie en Lyam op het bankje, bij terugkomst in spanning afwachtend tot bompa "boem" deed tegen de spiegel van Jakker en zijzelf als in botsautootjes naar voor vliegen.
De opwinding toen dolfijnen rond onze boot in de golven surften.
Wij moeten verder nu.
Eerst naar Portobelo (op 52 mijl), de laatste baai voor Colón, om de kanaaldoortocht-procedure te starten. Want zoon gaat, dochter komt om samen met JM op Jakker door het Panama kanaal te varen.
Zo worden we weer getroost met een heel ander soort lawaai aan boord.
Bert en Stefie kunnen intussen weer volop genieten van Senseo en vaatwasmachine, terugdenkend aan de dolfijnen rond Jakker.
Tocht naar de Jakker
Oma heeft even rust. De matroosjes doen, uitgeput na het ravotten in zee en zand, hun middagdutje. De groten verbranden onze vuilnis op een eilandje.
Even tijd dus om je van de vorige week te vertellen. KLM leverde onze kapoentjes en hun mama en papa vrijdag 3 januari netjes af in Panama City. Zaterdagochtend arriveerde ik met jeep en chauffeur aan de deur van hun hotel. Het weerzien was bepaald onstuimig. Lyam en Roxie liepen me in al hun enthousiasme bijna omver. Geweldig gevoel! Dank aan hun mama en papa die met veel verhaaltjes zorgen dat oma en bompa "dichtbij" blijven. Nu eerst naar supermarkt El Rey. In een uurtje laden we onze kar bomvol. We weten dat inkopen doen in San Blas op zijn zachtst gezegd een uitdaging is, hier bevoorraden is de boodschap. Nu gaat het echt richting "bootje". Bergop, bergaf, de ene bocht na de andere bereiken we na 2 uur Cartí en de baai waar Jakker dobbert. Roxie, die gedurende de hele tocht sliep, ontwaakt bruusk en in één vloeiende beweging belandt de inhoud van haar maagje op haar knuffel, haar kleedje en de zetel van de jeep. Maar onmiddellijk is ze weer haar goed gemutste zelf en loopt ze samen met Lyam naar Bompa die ons met Jak komt ophalen. Drie Jak-tochtjes zijn er nodig om alle bagage en de voorraden aan boord te brengen. Namiddag wordt de boot verkend, wordt er uitgepakt en weggestouwd en voor we het weten, zitten we kip te smikkelen in de kuip. Janneke Maan ziet dat het goed is.
Eerste mijlen op het water.
Met twee vroege vogeltjes aan boord hebben we om 9 u al ontbeten, alles is aan kant en we zijn klaar om te vertrekken. Op motor tegen de wind stampt Jakker flink, maar onze matroosjes worden enkel wat slaperig en zijn helemaal uitgerust als we bij de East Lemons komen, hun eerste eilandengroepje. De kennismaking met het warme water en het witte zand is meteen een succes. We moeten ons enkel wat hoeden voor schaduw zoeken onder palmen met veel kokosnoten...als die op je hoofd vallen.
Kiten.
Maar papa wil kiten en daar doen we de volgende dag wat aan. We zeilen naar Chichime, zoeken een plaatsje dichtbij het strand. De kinderen kunnen er spelen en papa kan er de kite oppompen en starten. Ook mama kan haar board nu uitproberen, babysitters genoeg. Het waait flink. Ook de windvoorspelling is prima. Hier blijven we een aantal dagen. De langskomende "groentenboot" zorgt dat we zeker niet verlegen zitten om groenten en fruit.
Indiaantjes.
De dagen vliegen voorbij. De matroosjes zwemmen veel, in zee, maar ook in het zand. We wandelen rond op de eilandjes, maken kennis met de Kuna kindjes. Weldra lopen de grotere meisjes rond met Roxie op de arm, geven kleine kokosnootjes cadeau aan Lyam.
Een trotse Kuna papa nodigt ons uit in hun hutje. Zijn pasgeboren dochtertje, één week oud, ligt in de armen van mama die heen en weer schommelt in de hangmat. Tegen de wanden van hun huisje staat de huisraad. In het midden is ruimte voor de hangmatten. Deze familie heeft een generator en kan dus een koelkast draaiende houden. De vrouwen maken mola's, de mooie drielagige met heel, keine steekjes geborduurde doeken, die ze in hun bloezen verwerken maar ook aan toeristen verkopen. Wij kopen een kokosnoot. Je mag hier immers nooit zomaar een op de grond liggende kokosnoot meenemen. Steeds is ze eigendom van iemand. En kokosnoten zijn het goud van de Kuna.
Verder zeilen.
Eén week al voorbij. Tijd om morgen elders heen te zeilen. We zijn trots op onze matroosjes die echt zuinig met water kunnen omspringen. Maar de tanks raken toch leeg. In Nargana kunnen we ze vullen, inkopen doen en een tochtje maken op de overgetelijke Rio Diablo. Iedereen kijkt uit naar de zeiltocht. Ook hoog op hun verlanglijstje tijdens de "vakantie" in Panama.
Hierbij eindelijk het verslag van de tocht naar San Blas:
Kerstdag vandaag.
Toch vertrekken wij in alle vroegte richting Oost-Panama. Gisterenavond vierden we kerst met z'n tweetjes en een heerlijke beef stroganoff vlakbij één van de uiterste eilandjes van Bocas del Toro. Een bui van jewelste zorgde op de valreep nog voor volle watertanks.
Het kerstkind schenkt ons een pracht van een "weervenster" waarvan wij dankbaar gebruik maken. Op motor varen we de grote baai bij Isla Popa uit. Te weinig wind en nog behoorlijke golven...we blijven dus motoren tot onze eerste stop 40 mijl verder : Escudo de Veraguas.
Enkel wat verlaten hutten van vissers op dit prachtig ogende Robinson Crusoë eiland.
Ons anker valt op 5 m diepte aan de westzijde. De best beschutte plek volgens "Bauhaus", de bijbel van de Panama zeilers. Als, en let hier even goed op, áls de wind uit het noordoosten komt.
Met eten, een beetje opruimen en lanterfanten na een, voor ons al weer lang geleden, voormiddagje op zee, verdoen we onze kans om aan de land te gaan. Er komt slecht weer opzetten met veel wind en regen. Tot overmaat van ramp draait die wind 's nachts naar het WESTEN. Wat dacht je dat dit doet met ons zo beschut plaatsje? Plots liggen we op open zee, aan lage wal. 10 meter achter ons dondert de branding op het strand. Van slapen komt niks meer in huis. Om de paar minuten heffen de golven Jakker op om haar vervolgens met geweld weer neer te ploffen. Geen mens die zo rustig kan slapen.
Vliegende vissen, lang niet gezien.
We bijten op onze tanden tot 4 uur 's ochtends. Dan is de maat vol. Weg hier. Gelukkig is er de maan die ons een beetje bijlicht. Maar de zo vertrouwde gebaren van Tony, die me wijzen waarheen ik moet sturen terwijl hij het anker ophaalt, kan ik niet goed zien. "Ik ga hard roepen ", waarschuwt hij mij. De man is al een tijdje met me getrouwd en kent mijn overgevoeligheid voor schreeuwen.
Alles lukt prima. Als de zon opkomt, zijn we helemaal tevreden. Vliegende vissen zweven weer gedurende minuten boven het water. Een school dolfijnen zwemt een eind met ons op. Kris kras door elkaar schieten ze heen en weer voor onze boeg, aan hoge snelheid. Nooit botsen ze.
Wij bijna wel, met een boom.
We zitten rustig in de kuip. Plots springt Tony recht, ontkoppelt Jefke (automatische piloot) en zwaait helemaal stuurboord uit. Langs ons drijft een boomstam even lang als onze boot, heel erg dik en robuust. Dat was even geluk hebben. Wat als dit 's nachts gebeurt? Dan kan je zo een gevaarte niet zien aankomen. Wat als je er tegenaan vaart? Zou er dan veel schade zijn?
We proberen te zeilen. Maar deze golven slingeren Jakker enkel heen en weer en ook genua en grootzeil flapperen mee. Niks voortgang.
Al motorend genieten we van de meest prachtige green flash ooit! Het bovenste kwartje van de zonne-bol wordt even fluo groen. Brengt dit fenomeen geluk? Ik geloof het vast.
Colón
Van ver schittert de ingang van het Panamakanaal in het donker. Zoveel schepen op anker. Allemaal verlicht. Een paar van die lichtjes bewegen. Hoe snel varen die schepen? Komen ze onze richting uit ? Hier helpt de AIS weer enorm. Je leest gewoon af. Boot : ISLAND PRINCESS : binnen 15 minuten het dichts bij Jakker nl. op 1,5 NM afstand.
Eindelijk kunnen we nu gaan zeilen. Met ruime wind loopt Jakker als een trein en de golven vallen ook wel mee. Zo stuiven we in het donker verder langsheen de kust. Hier ligt o.a. Nombre de Dios waar één van de schepen van de laatste reis van Columbus zonk, aangevreten als het was door houtworm.
Rif bij Chichime.
Bij het eerste ochtendlicht komen we aan bij El Porvenir (San Blas) en zien de doorgang door het rif. We willen vandaag gaan ankeren in Chichime. In de verte vaart nog een zeiler...maar zijn voorzeil flappert zo vreemd. Zo kan je toch geen voortgang maken. Zit hij op het rif????
Het eerstvolgende uur hebben we het druk met onszelf om veilig op de ankerplek te belanden, zigzaggend tussen de riffen.
Later zien we een tiental lokale open bootjes en boten rond het jacht zwermen. Proberen ze het nog te redden? Het belandt enkel hoger op het rif. Dan tillen een tiental indianen een zware motor uit een bootje, stouwen hem weg onder een zeil op het strand. Anderen proberen de mast eraf te halen en te bergen. Zeereling, teakdek, zeilen, kussens verdwijnen in hun bootjes.
We horen het verhaal. Een Noor liep op het rif, de zeiler is in veiligheid gebracht, het schip verlaten, de Kuna indianen verdelen de buit.
Maar ook de boomstam zorgde voor een slachtoffer. Op facebook lezen we dat vrienden van ons die naar het Noorden zeilden, wèl een aanvaring hadden. Omwille van schade aan de zelfstuurinrichting, besloten ze de 80 mijl terug te varen. Terug naar Bocas voor reparatie.
Wij vallen uitgeput in bed. We zijn in Kuna Yala (San Blas) !