Dinghy wieltjes.
Lang geleden...het moet in Portugal geweest zijn, kochten we wieltjes voor onze Jak. Dat was na onze ervaring in de Spaanse Rias. Grote stranden met overal keien en meters tijverschil tussen hoog en laag water. We moesten Jak dus heel hoog het strand optrekken, anders dreef ze weg als het water opkwam. Haar gewoon over het stenige strand slepen bleek erg ongezond voor haar onderkant. Haar het hele eind dragen, slecht voor onze rug.
Dé oplossing : hulpwieltjes.
Maar we hebben ze al erg lang niet meer gebruikt. Helemaal achteraan in onze derde kajuit, alias berghok, moeten ze nu verzeild zijn.  

 

Eb en vloed.
Hier in de Baai van Panama hebben we voor het eerst weer tijverschillen van 3 m en meer. Even je dinghy een meter het strand optrekken, zoals in de Carieb, is er niet meer bij. Die wieltjes, waar zitten ze, die moeten we weer hebben. Op zoek maar en dan bandjes oppompen en monteren. Ze zijn speciaal gemaakt om makkelijk op en neer te laten. Geen gezicht maar wel erg handig. Met dat landingsvaartuig maken we de stranden op Las Perlas onveilig.
Zo genieten we vanavond van de laatste zonnestralen op Isla Chapera. De krabben voeren een ballet op speciaal voor ons.

 

 
Koud water.

De onderwaterwereld van de Pacific ontdekken, daar kijken we al een tijdje naar uit. Maar het water is hier kouder dan we gewoon zijn, 5° kouder. Waar we tot nu gewoon, zonder nadenken, in het water sprongen, het koelde je zelfs niet eens af, moeten we nu iets overwinnen. Ken je dat? Zoals in het afkoelbad na de sauna... maar de beloning mag er zijn. Veel meer vis. De soorten die we kennen, maar net ietsje anders van tekening en kleur en véél groter !
Hier zullen we ons hartje kunnen ophalen.

Relay.
Vrijdag komen JM en Karen met hun twee duikmadammen terug naar Panama City. Dat weten we zeker. Maar dat is dan ook het enige dat we zeker weten.
Hun duikavontuur op Isla Coiba, een prachtig eiland - natuurreservaat, is een beetje uit de hand gelopen. De boot waarmee ze zouden gaan duiken is gezonken. De compressor, "onze" Lufti, belandde onder water, buiten strijd dus. De meeste andere spullen hebben ze kunnen redden.
Hulpvaardige David (Rewa) wil zijn compressor wel lenen. Prompt wordt die door een taxichauffeur 's nachts in Panama City opgehaald. Nu kan het duiken daar op Coiba beginnen. Mondjesmaat krijgen wij nieuws. Over prachtige duiken, over cruiseschepen die op bezoek komen en de gestrande dames uitnodigen op diner en party, over de super vriendelijke rangers.
Mondjesmaat, want de communicatie is enkel mogelijk via één munt-telefoon . Zij hebben geen muntjes meer dus moeten wij bellen, maar bijna steeds klinkt het muziekje van "geen verbinding" .
Elke avond proberen we het weer, om het kwartier. Na twee avonden zonder succes, lukte het gisteren toch heel even. Net genoeg om het thuisfront weer gerust te kunnen stellen. Dank zij onze nieuwe "tablet", 3 G en een pre-paid telefoonkaart kunnen we go-between spelen en mailen en face book'en.

Vrijdag zullen we het hele verhaal horen.

 

Ik merk dat de uitleg over onze tocht door het kanaal moeilijk te vatten is voor "leken". Als je nog vragen hebt, laat maar komen.

The point of no return.
Als je door het Panama kanaal vaart, ga je voorbij the point of no return.
Nu móet je eigenlijk wel verder, kan je niet zomaar in één seizoen terug naar huis via de Atlantische oceaan.
Als je van hieruit naar huis wil, moet je de wereld rond...of je boot verkopen.
We beseffen dat en bereiden ons al een tijdje voor op de Grote Oceaan, letterlijk een enorm grote plas water, waar je goed je plan moet kunnen trekken. Eind maart, begin april willen we naar de Galapagos varen. Na een kort verblijf daar, worden de Markiezen ons volgende doel.

Onze volgende bekommernis nu : de toestand van de radar.
Onze radar, 16 jaar oud (!) heeft kuren. Hij speelt met ons voeten. Weigert te werken op een bereik groter dan 3 mijl. Lacht Tony uit door eerst wél te werken, na zijn minutieus gepruts aan verbindingen en stekkers, en dan het toch weer op te geven.

Finito. We kopen een nieuwe radar. Hier kan het nog. We bestellen hem bij West Marine, laten hem in Panama  bezorgen via Marine Warehouse.  Ergens rond 5 maart moet hij hier zijn, vlak na de carnavalgekte in Panama City ! Als dat maar niet voor vertragingen zorgt.
Daarna zal Tony nog genoeg mogen werken om alles te installeren en in de mast te bevestigen.

Vakantie.
Daarom besluiten we nu vakantie te houden. Het roet (van de grote schepen of van de stad), het lawaai en het rollen van onze boot op de golven van pilotboten zijn we beu. Wellicht nog erger vinden we de beestjes die ons 's avonds aanvallen. Het zijn geen chitras en geen muggen. Hun steken voelen aan als een soort felle naaldprik. Je móet gewoon krabben. En dat zeker drie of vier keer binnen de minuut. Dan neemt de jeuk af en echt veel zie je er later niet meer van. Maar we kunnen ze met muggengaas niet buiten houden en het lijkt wel of ze zich in onze lakens verstoppen. Weer een ander soort no-see-ums?

La Playita gezien vanuit de bus. Jakker onder de palmboom vlak voor het blauwe jacht.

 Panama City verdwijnt (rechts de Trump Tower)

Naar Las Perlas.
Tijd om te verkassen, we zeilen..euh...motoren naar Las Perlas. 40 mijl van La Playita, Panama City, vandaan. Eerst is er nog wat "kustwind" . Die laat het snel afweten. Motor aan dan maar. Alvast wennen aan ons traject naar Galapagos ....ook zonder wind waarschijnlijk.  We bevinden ons hier immers in de typische zone zonder wind aan beide zijden van de evenaar.

Rond 15 u arriveren we bij Isla Contadora, één van de grotere eilanden van de Perlas. Nog nooit hebben we zo lang naar een goeie ankerplek gezocht. Er liggen een 10tal cruisers. Daartussen ontelbare boeien. Bedoeld voor lokale boten? Daar kan je niet vlak naast gaan liggen. Bovendien zijn de geschikte plekken te diep, dan moet er veel te veel ketting neergelaten worden. Tony houdt daar niet van. Kris kras varen we door het ankergebied. Zonder resultaat. Foert, we gaan het een stuk verderop proberen. Ja, hier lukt het wel.
Eindelijk motor uit en rust.

Op anker ver van iedereen vandaan.

Ons uitzicht.

 

Hotsen en botsen.
Eerste ankerplek van de Pacific en het is meteen "reuzen schommel" met af en toe een gigantische mokerslag achter tegen de spiegel. De hele boot davert ervan.
We liggen in de baai aan het einde van de "pier" (Amador) van Panama City. Toeristenboten vertrekken uit de haven vóór ons. Ook pilotboten varen af en aan.
Het begint al om 6 u 's ochtends. Ze geven gewoon vol gas, alsof er geen zeilboten voor anker liggen. De golven die ze trekken, zorgen voor deze heksenketel. Karen en JM vliegen letterlijk tegen het dak van hun kajuit. Uitslapen, vergeet dat maar.

Maar we zijn gelukkig. We zijn in de Stille Oceaan.
Nadat David (Rewa), is komen buurten, nieuwsgierig naar het verhaal van onze transit, gaat onze ganse crew met hem mee van boord, weg met één taxi. Paul wil naar de bergen in Boquete reizen. Jean-Marc en Karen gaan een auto huren.
Wij moeten ons weer eens met één en ander in orde stellen. Zarpe afleveren aan de havenkapitein. Betalen, om in La Playita, aan een scheef ponton, waar je moet opletten dat je niet verpletterd wordt door een toerboot, onze Jak te mogen afmeren.

Nieuwe ankerketting.
Zullen we ook maar in de scheepswinkel binnen lopen? Abernathy, vlakbij. Meestal kijken we wat rond, vinden alles te duur, kopen slechts het onontbeerlijke. Maar nu hebben ze precies waar we naar op zoek zijn : ankerketting, een gans vat vol en bovendien precies de maat van schakel die we nodig hebben. 60 meter, por favor.  Een kruiwagen vol. Zwaar en onhandelbaar.  Immers je kan zo een ketting niet als één geheel oppakken. Maar we krijgen ze in onze Jak en aan boord.
Karen helpt bij het karwei om ze mooi aan dek uit te leggen en daarna merken we ze netjes elke tien meter met een ander kleurtje. Veel soepeler dan de oude ketting valt ze in de ankerbak. Alle schakels even dik. Die zullen we kunnen vertrouwen op de diepe ankerplekken van de Pacific.

 

 

 

 

 

 

Nog even vrij.
Karen en JM hebben nog even vakantie. Woensdag zeilen we dus heen en weer naar het eiland Taboga op 7 mijl. Vooral het zeilen zelf is leuk. Karen haalt haar hart op en stuurt het ganse traject. Nog eens goed scheef gaan met Jakker. Ook Bert houdt daar nog steeds van, merkte ik. Als je op een zeilboot bent opgegroeid!

Vrijdag vertrekken Karen en JM naar David (Panama), om met gasten te gaan duiken. Al het duikmateriaal aan boord van Jakker moet naar het gehuurde busje...in de enige, enorme plensbui van deze maand.
Met wat vertraging vertrekken ze hals over kop naar de luchthaven.  We zijn weer alleen.

 

Klaar - Listo.
Het is zaterdagmiddag 14 u als Jakker de marina van Shelter Bay verlaat. Klaar voor de strijd. Zestien stootwillen en ingepakte autobanden bungelen langszij. Het "harnas" om haar romp te beschermen tegen onzachte aanrakingen van andere boten en/of de sluismuur. Ook de bemanning is voltallig, helemaal klaar en geslaagd in het examen "paalsteek maken". De enige nieuweling, Paul, uit Waregem, die een lange reis met alternatieve vervoermiddelen maakt, is meteen opgenomen aan boord. Vlamingen onder elkaar, je hebt niet zoveel woorden nodig.

 

 

 

 

Franklin is aan boord(links).

 

Op nu naar het ankergebied aan de andere kant van de grote kanaalingang, de Flats. Er is geen in- of uitgaand verkeer, we mogen gewoon oversteken. Hier op de Flats zal onze adviseur, die aan elk jacht kleiner dan 50 voet wordt toegewezen, aan boord stappen. We doden de tijd met een koffietje en kijk, daar lijkt een pilotboot al onze richting uit te varen. Ja, de witte snor is recht naar ons gericht. Een paar minuten later verwelkomen we Franklin, onze advisor, aan boord. Een rustige man die al onze vragen in enkele zinnen beantwoordt. Over hemzelf bijvoorbeeld  : advisor is een bijberoep enkel voor mensen die al een job bij PanCanal hebben.

Op naar de eerste sluizen.
We gaan meteen anker op en volgen catamaran, Begonia en super zeiljacht Infinity (30 m lang) aan de uiterste stuurboordkant van het kanaal naar de eerste, de Gatunsluizen. "Onze" cargo Cape Flattery (van de Pacific Basin lijn)  is pas bij de ingang van het kanaal, maar die haalt ons wel in.
"Onze cargo" inderdaad, want met haar tezamen zullen we de tocht 26 m "omhoog" door de drie eerste sluizen maken. Dat vrachtschip mag ook niet te groot zijn, dan passen wij er niet achteraan. Slechts een enkele keer schut men een jacht alleen.

Wat dan volgt, verbaast ons erg. Advisors en pilot (van de Infinity) starten een heen en weer overleg via de draagbare marifoon. We vangen woorden als "dangerous" op en "small catamaran and big yacht".... Moet het grote jacht alleen en wij met de cat tegen elkaar er achteraan. "Ja, zo zal het gaan, "zegt Franklin. "Nee, nee, toch niet, er zijn niet genoeg mannen aan de kant. " Dus we gaan met de drie jachten aan elkaar vast gemaakt. Op Infinity, die voor en achteraan  ruim uitsteekt, zal de crew de touwen naar de sluismuur hanteren.  Uiterst voorzichtig leggen we naast haar aan. De crew is als de dood voor krassen op de prachtige romp. Goed en wel aan elkaar geknoopt, ontvoert Thomas, de baas van de crew, Karen zowat...ze hebben te weinig bemanning, of zij kan komen helpen. Hup, en voor we het beseffen staat Karen aan de elektrische winch dikke landvasten te controleren.

 

 

 

 

 

Met drie op een rij.
Ondertussen is ons vrachtschip in de sluis en mogen wij aansluiten. Met twee schoeven én een boegschroef maneuvreert de schipper van Infinity ons extra brede driespan naar binnen. Het personeel aan de wal gooit de "monkey fists" :  met lood verzwaarde keesjes aan een lange, dunne lijn. De wereldwijd gebruikte methode om zware touwen van gelijk welk schip aan wal te krijgen. De bootcrew vangt die keesjes op, bevestigt de zware, lange lijnen die ons in het midden van de sluis moeten houden, daaraan.  Vervolgens trekken de mensen aan de wal de zware touwen tot over de bolders.

De deuren gaan dicht, het water loopt binnen en we beginnen te stijgen. 26 m in drie achtereenvolgende sluizen. De line handlers moeten ervoor zorgen dat de touwen zodanig geregeld worden dat wij met ons driespan mooi in het midden van de sluis blijven liggen, terwijl het kolkende water ons opzij tracht te duwen.  De advisors en pilot geven af en toe orders. Zelfs de Israëlische eigenaar van Infinity maakt zijn handen vuil aan de touwen. Jakker komt een paar keer vrij dicht tegen de muur, zonder echter te raken.
Karen socialised met Fernanda, derde crewmember van Infinity.

Gatun Locks bij kunstlicht.
Gedurende de hele tocht doorheen de drie sluizen blijven onze schepen aan elkaar gebonden. Als we vooruit varen naar het volgende gedeelte lopen de mensen aan de wal gewoon met onze landvasten mee via een steile trap.
Speciale Panamakanaal-treintjes, "ezels", trekken het cargoschip vooruit. Ook die treintjes nemen de helling bijna steil naar boven.
Onze line handlers, Paul, JM en ik, bevinden ons in stand-by modus. Letten enkel op dat onze Jakker niet te dicht bij de sluiswand komt. Onze motor staat in neutraal en captain Tony moet enkel in geval van nood ingrijpen.
Maar de schipper van Infinity heeft ons konvooi perfect onder controle en we kunnen zelfs wat schip naar schip keuvelen en grapjes maken.

Bijna de hele doortocht door de Gatun sluizen gebeurt in het felle kunstmatige licht. Als we uiteindelijk losgooien op het meer, moeten we wennen aan de duisternis. Franklin helpt ons, samen met Begonia aan de enorme boei af te meren en vertrekt dan huiswaarts. Ik heb de gebraden kip en pasta klaar en het Two Oceans wijntje smaakt heerlijk.
Iedereen is uitgeteld, maar Paul en ik doen toch nog even de afwas en gaan dan ook snel te kooi. Morgen half zeven komt de volgende advisor aan boord voor het tweede en langste stuk.

 

 

 

 

 

Zwemmen met de krokodillen (?) in Gatun Lake.
Waarom laten we ons altijd vangen? Om zes uur opgestaan. Een duik in het heerlijk frisse maar vooral zoete water waarin we geen krokodilen bespeuren. En dan maar wachten.
Ook de rich and famous moeten wachten, Infinity ligt ook nog steeds vlakbij.

Pas om kwart vóór één nadert er weer een pilotboot...met Franklin, ons wel bekend.
Een verklaring krijgen we niet echt. Verder dan : het is erg druk, geraakt Franklin niet.  
Maar kom, we zijn blij eindelijk te kunnen vertrekken. Nog snel probeer ik mensen thuis via onze SSB radio een mail te sturen, want internet hebben we niet. Provider Klaro doet het niet. Wist ik toen veel dat de webcam buiten dienst was?

Op weg door het kanaal.
Vijf uur ongeveer duurt het motoren over het kunstmatige Gatun meer en de rest van het kanaal naar de Pedro Miguel Sluizen. Jakker kan sneller maar we moeten samen blijven met catamaran, Begonia. Superjacht Infinity gaat alleen verder.
We varen door een mooi zeilgebied, overal eilandjes, inhammen, heuvels. Hoinderd jaar oude, dode bomen, met de voeten in het water sinds het meer gemaakt is, nog steeds rechtop staand . Maar zeilen in het Panama kanaal mag niet.

Regelmatig voorzie ik Franklin en de bemanning van drank, koekjes, chips en nootjes. De advisor voorzien van eten staat in onze overeenkomst.
De spaghetti zou Franklin liefst verorberen tussen Pedro Miguel en Miraflores sluizen.  Euh, we hebben dan zo een 10 minuten...

Voor Pedro Miguel, we zijn net onder de nieuwe Centenario brug door,  begint het stechelen tussen de adviseurs weer. We moeten wachten op ons cargoschip van vandaag : Mobile Pearl. Eerst willen ze aan een boei afmeren, dan aan de muur. Franklin zegt ons geen touwen klaar te leggen, we gaan de touwen van Begonia gebruiken. Eén seconde vóór afmeren moeten toch onze touwen dienst doen. Nog vlug de lange lijnen verwisselen door onze landvasten...man, man.

 

 

 

 

 

Spaghetti "tussen twee sluizen".
Als we vastliggen gaan Karen en ik in de keuken aan het werk.
Het eten is bijna klaar als we langszij Begonia als een span de sluis invaren. In deze sluizen moeten wíj eerst en komt het groot schip achter ons aan.  We gaan aan bakboord tegen de muur, aan stuurboord blijkt geen personeel voorhanden om touwen aan te nemen....waarom? Het is zondag en bijna 19 u, daarom ? Paul windt zich op, maakt Franklin duidelijk dat hij verantwoordelijk is voor eventuele schade. Paul is nl. al twee maal door het kanaal gegaan, was twee keer getuige van geklungel met schade, wil niet dat ons dit overkomt.
Op de catamaran moet er flink gewerkt, geduwd en afgehouden worden om te voorkomen dat de romp, waar wij ook tegenaan duwen, beschadigd wordt.

Op de tien minuten vaart naar de Miraflores sluizen is er net tijd genoeg om te eten.

Laatste sluizen, Miraflores, met (?) webcam.
Ook hier gaan we weer vóór het enorme schip binnen. Nog steeds hangen we aan Begonia vast.  Hoe kan het ook anders, er volgt weer een discussie over hoe de laatste sluis nemen. Uiteindelijk maken we los van onze siamese tweelingboot en gaan alleen de allerlaatste sluis binnen, een suggestie van captain Tony.
 
Deze sluis vliegen we binnen met een stroming van bijna 2 knopen, zonder de motor te hoeven gebruiken. Het grote schip achter ons, past net tussen de muren. Al het water dat zij wegduwt, kan enkel naar voren en stuwt Jakker naar binnen.  Wat een krachten.
Maar we kunnen ze in toom houden en leggen vlot langszij de muur aan, Begonia achter ons, daar weer achter : de Mobile Pearl.

Vuurwerk.
De deuren gaan open en daar is de Pacific. Wij zien vooral de haven van Panama City, de brug van de Americas én een vuurwerk, om ons te verwelkomen ?

Franklin neemt afscheid, stapt op de pilotboot. Wij moeten bij de Balboa Yacht Club onze touwen en autobanden nog in de opgeroepen lancha werpen en kunnen dan een paar mijl verder voor anker gaan in de baai La Playita.
23 u stopt de motor na 10 uur trouwe dienst. We zijn in de Grote Oceaan.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

We zijn er ! Jakker dobbert in de Stille Oceaan. Het verhaal van onze doortocht door het Panamakanaal vertel ik binnenkort. 

 

 

 

 

 

 

JSN Mini template designed by JoomlaShine.com