Leander, Lyam, Roxie, luister eens. Eindelijk, eindelijk hebben we hem gevonden. Net zoals in de film, wonend in een anemoon-huisje, druk naar binnen en buiten zwemmend, fel bewegend met zijn vinnetjes (oma kon niet goed zien of er eentje groter was dan het ander). Kan je al raden wie we zagen ? Jullie vriendje Nemo, het clownvisje !
Jammer genoeg hadden we het fototoestel niet bij. Maar Karen (die dit tekstje op de site plaatst, wij hebben even geen internet) kan wel voor een foto zorgen.
Dit moest ik toch even rechtstreeks zeggen aan de kleintjes thuis. Hoe vaak hebben we samen "Finding Nemo" gekeken?
Alle andere vissen uit de film zien we hier, zoals steeds, ook weer. Hoe prachtig en natuurgetrouw ze verschijnen in de Disney tekenfilm, ongelooflijk. Enkel de kleuren van het koraal zijn wat overdreven, vind ik, tenzij je zwemt in de Fakarava Zuid Pas.
We beloven Seppe en Fien (Nautilus) morgen mee te nemen op bezoek bij Nemo.
"Nooit iets beloven," is Tony zijn devies.
En wat gebeurt er : de golven nemen tijdens de nacht flink toe. s'Ochtends staan er echt gigantische rollers op het rif. Surfersweer ! Die enorme, holle branding slaat kubieke meters water over het rif in de lagune, water dat door de passen weer naar buiten móet, en snel ook. Daardoor ontstaat er een alles meesleurende stroming in de lagune, snorkelen is haast onmogelijk vandaag.
We doen een poging maar hoewel Nemo zich in zijn anemoon zwemmende houdt, de kinderen stromen er gewoon voorbij. We blijven dicht bij de dinghies, houden de kinderen goed in de gaten. Ze leren vandaag veel bij maar de piepkleine Nemo kunnen ze niet zien.
En weer is er een happy hour en weer zeggen we: "Tot ziens...in Bora Bora, dit keer." Nautilus gaat verder naar Taaha. Wij gaan hun geheim strandje hier op Huahine zoeken.
We vertrekken niet zonder een aantal elastiekjes-"loom"armbandjes die de kinderen voor ons haakten.
Het verbaast ons steeds opnieuw, de wereld is toch echt een dorp, of dacht je dat hier in de enige supermarkt van het slaperige eilandje Huahine, de Super U, geen zulke knutseldoosjes te koop zijn?
Heidenen bekeren.
Het vriendelijk madammeke op het strand Ta'ahiamanu (die namen !) in Baie d'Opunohu waar we met onze Jak landen, loopt breed lachend op ons toe. Ze stopt ons een papiertje in de handen. "Op deze website vind je antwoorden op al je vragen !", belooft ze. Madamme is Getuige van Jehovah ! De omgekeerde wereld. In de 18 de eeuw kwamen Europese missionarissen de mensen hier tot het protestantisme bekeren. Nu proberen zij het met de Europese zeilers.
Wij beklimmen de steile helling naar de Jardin Botanique waar ze vanille kweken en tropisch fruit. Je kan er "confiture" kopen en heerlijke ijsjes eten met onvergetelijk uitzicht op de baai. De oude dame achter de toog wijst ons op de bultrug en haar kleintje die elke dag in de baai komen spelen. In het blauw, diep beneden, zien we de twee "spuiten".
We stoppen om te eten bij Chez Fifi. Een zeilend Frans koppel besloot hier vier jaar geleden te blijven. Opende het restaurantje. Gwendolyn vertelt ons dat hun boot in de marina Vaiare hier op Moorea ligt. Heel goed beschut en veel goedkoper dan Marina Taina op Tahiti. Iets voor ons? We gaan zeker informeren.
Huahine.
En de trein van zeilers langs de zwembroekenroute trekt verder. De stress om op tijd, lees in november, vóór het orkaanseizoen in Nieuw-Zeeland, of nog verder weg Australië, te geraken, laat zich voelen. Wij kennen die stress niet, maar zeilen mee om wat langer leuk gezelschap te hebben en omdat de Nautilusjes het zooo lief vragen.
Volgende eiland in de eindeloze rij : Huahine. Cook, ja, hij weer, zette als eerste Europeaan hier voet aan wal.
Na een nacht op zee (de afstand Moorea - Huahine, 85 mijl, is net iets te ver voor een dagtocht) komen we een beetje uitgewrongen bij de pas aan. Weinig slaap die eerste nacht, weet je wel. Druk onderweg. Zes schepen volgden dezelfde route als wij.
Drie pogingen hebben we nodig om een perfect ankerplekje te vinden. Kristalhelder water achter het rif in de lagune, piepklein stadje voor ons, majestueuze dichtbeboste bergen er vlak achter.
Iles Sous-le-Vent.
We zijn nog steeds in de Genootschapseilanden. Tahiti, Moorea en Tetiaroa ( eens eigendom van Marlon Brando) noemt men de Bovenwindse groep. Aan de Benedenwindse eilanden (acht in het totaal) beginnen we nu.
In "leeftijd" zitten deze eilanden tussen de Markiezen en de Tuamotus in. Tussen vulkanisch eiland en atol. Grillig, groene pieken, maar ook al een rand van koraalriffen, die ruimte laten voor azuurblauwe lagunes tussen berg en rif. De meeste doorgangen door het rif zijn niet zo angstaanjagend als in de Tuamotu atollen.
Huahine verwelkomt ons met...regen. Voor het eerst sinds maanden kunnen we onze regenopvangbuizen weer bovenhalen. Regen beperkt het zicht tot een paar honderd meter. Zijn ze hier jaloers op al die herfstberichten uit Vlaanderen die ons bereiken via mail en internetkrant ?
Klik op "Foto's" en je ziet ons fotomapje van Tahiti. Als je foto per foto bekijkt, krijg je zelfs een regeltje uitleg.
Om eten bedelende honden, we kennen het fenomeen. Katten, rond je benen strijkend, bedelend om een brokje, een vertrouwd plaatje. Maar vissen die, van zodra je in het water springt, naar je toe komen zwemmen, bedelend tegen je masker tikken, omdat ze zo gewoon zijn gevoerd te worden en helemaal niet meer bang zijn voor mensen, dat zagen we nog niet vaak.
Helemaal bizar wordt het bij grote vissen, die als gevaarlijk beschouwd worden, zoals pijlstaartroggen.
Hier in Frans Polynesië wordt er overal in de buurt van de resorts gevoerd, ten behoeve van de toeristen, die de vissen dan van dichtbij kunnen zien. We zijn ertegen, dieren vergeten hun natuurlijke angst voor de mens...dit kan voor hen gevaarlijk zijn.
Maar tegennatuurlijk als het is, we willen dat hallucinante schouwspel toch ook niet missen.
Wij dus al vroeg, voor de toeristenboten er aankomen, op weg naar de roggenvoederplaats dichtbij het Intercontinental Resort in Moorea. Van ver horen we Seppe (Nautilus) al wenen. Op de rug van zijn papa zittend, wordt hij belaagd door een viertal roggen die echt op hem "kruipen". Niet leuk voor een ventje, een stuk kleiner dan de vissen zelf.
Jen (Rewa) heeft wat stukjes vis bij. Je geeft die aan de roggen als aan een paard, op je uitgestrekte hand. Alleen, in het water moet je dat stukje vis wel wat vasthouden, anders gaat het wegdrijven, dus kan zo een gulzige rog toch wel even in je vingers bijten. Het voelt aan als een hond die niet doorbijt. Normaal bestaat hun menu uit schaaldieren.
Buik tegen buik met zo een "platte vis", raar gevoel. En hun huid voelt zo zacht. Zou je die kunnen beschadigen door hen te aaien? Dingen die ik dringend moet googelen.
Eén ding merken we wel duidelijk. De zwartpuntrifhaaien zijn een stuk schuwer. Blijven op een afstandje. Al komen ook zij met honderden naar deze plek als er vis verdeeld wordt.
We zijn er. Op Moorea, het tweeling eiland van Tahiti. Amper 10 mijl breed is de Zee van de Maan, het water tussen de twee eilanden. Wij motoren bijna 30 mijl van de ene ankerplek naar de andere. Achteraf gezien een beetje een misrekening, langs het noorden was korter geweest. De crew van de Nautilus bevestigt dit met veel vuur.
Geen wind, geen dolfijnen, geen walvissen. Klopt die info wel, dat het het seizoen is dat de bultruggen hier komen om hun kleintjes te krijgen.
Opunohu Baai krijgt van ons, na Hanavave Baai in Fatu Hiva, een tweede plaats in het "baaienklassement". Indrukwekkend. Een echte kraterrand voor je, met de hoge "Haaientand" piek boven alles uittorenend.
We crossen wat rond met Jak om de baai te verkennen. De Nautiluscrew komt al terug van het klimmen naar de Belvedère. Dat doen we nog wel.
Ook dit eiland, net als de ganse driehoek : Hawaii, Nieuw-Zeeland, Paaseiland, is bevolkt door mensen uit Zuid-Oost Azië. Ze kwamen hier 1500 jaar voor Christus aan op hun grote "dubbele" vaartuigen. Woonden in deze valleien met vele mensen, zijn de uitvinders van de tatoeage en brachten op de stenen platformen, de marea, mensenoffers aan hun vele goden.
Wat moeten ze van voorbije en volgende nacht gedacht hebben. We hebben een supermaan, de grootste volle maan van dit jaar. Ze staat het dichtst bij de aarde. Je kan buiten lezen. Het is hallucinant, we zien de bodem op 7 m diepte en onze Jak lijkt ergens achter onze boot te zweven doordat water en lucht even helder en licht zijn. Waw !
Over die nachten. Ik heb al een tijdje een dekentje nodig. Mijn schouder speelt prompt op als het te koud wordt. Maar pas op...als zelfs Tony naar zijn fleece deken grabbelt. Koud in de tropen, jongens ! Tja, het is winter hier : 24° tijdens het koudste van de nacht. Lekker is dat, weer eens onder een deken slapen.
Benieuwd hoeveel we er in België zullen nodig hebben in...november en december!
Zelfs de Windstar komt "zonsondergangen" in onze baai.