Dinsdag 29.04.2014 : (vandaag 120 NM )
Ik vreesde het gisteren al. Pas op als je als zeiler om wind vraagt, dan kan je zeker zijn dat er wind komt en veel wind.
Na onze klaagzang over weinig wind tegen Tony van de NOL radio-amateurs en het gezamenlijk gezeur, dat we het niet leuk vonden, met "brother in arms" Erno (Tara) die in hetzelfde schuitje zit als wij, nl. op hetzelfde tijdstip uit de Galapagos vertrokken, begint de wind gestaag toe te nemen.
Om zoveel mogelijk wind te vangen en te voorkomen dat de zeilen te erg zouden klapperen, hadden we de genua uitgeboomd en het grootzeil aan de andere kant vastgezet. Je hebt dan aan elke kant een zeil, de boot lijkt op een vlinder vandaar : vlinderen.
Die boom is een soort buis die je tussen mast en zeiluiteinde zet zodat het zeil niet naar de andere kant kan. Tony is een meester in het zetten van dat ding. Geen sinecure op een te keer gaand voordek. Hij lijkt dan een beetje op een koorddanser.
Bij daglicht niet makkelijk, als het donker is, wordt dit werkje een nachtmerrie. Zeker nu ons deklicht stuk is en de nachten pikdonker. Vóór het donker moet de boom dus weer naar beneden.
Dit gedaan, kan onze nacht beginnen. Maar van slapen komt niet veel in huis. Zware buien met regen wisselen elkaar af. 20 tot 28 knopen wind, 6 bf. We manipuleren de ganse nacht met de zeilen. Reven zetten en er weer uithalen. Gelukkig kan dit alles vanuit de kuip gebeuren, dank zij onze rolzeilen.
Bovendien regent het binnen, want we zeilen voor de wind. Het luik in de ingang dan maar.
Maar zoals steeds wordt het uiteindelijk toch licht en de wereld ziet er dan weer iets beter uit. Toch hadden we van die Pacific niet verwacht dat ze zou kunnen lijken op de grijze Noordzee met witte schuimkoppen overal en regelmatig een regenbui. Ik krijg in die regen zelfs kou.
Positieve noot : de flinke wind sinds gisteravond maakt ons dagtotaal weer goed, 120 NM het laatste etmaal.
En weet je wat, nu ik dit zit te typen komt de zon weer stralend van achter de wolken vandaan.
Maandag 28.04.2014 :
Vroeger, toen we nog wedstrijd zeilden met de 420, noemden we dit "pietjesbak".
Heel weinig wind zodat je niet kan zeggen uit welke richting hij precies waait en dus je zeilen niet kan regelen. Ja, hij waait op de kont maar soms van stuurboord, soms van bakboord. En met zo weinig kracht dat de golven het klein beetje wind uit de zeilen klappen. Het grootzeil dekt de genua natuurlijk af, dus hebben we die voor een stuk ingerold. Zo blijft het sukkelen en niks helpt ons vooruit.
Ons mooie gemiddelde van 5,5 kn over de eerst dag ligt helemaal in duigen.
Heeft Gunther ons toch een verkeerde raad gegeven om voorlopig niet lager dan 2° Z te gaan varen?
We hebben wel nog zon. Rondom ons pakken overal dikke regenwolken samen...daar zit wind onder, wellicht té veel.
Er zit niks anders op dan zo nog wat aan te modderen en op wind te wachten, die ongetwijfeld nog komt.
We hebben goed geslapen ondanks de felle slagen van genua en grootzeil. Ik doe sowieso stopjes in mijn oren. En alles is wel aan boord.
Mijn plannetje om elke dag om 11 u onze positie door te geven en een dagverslagje aan webmaster Karen, kan niet doorgaan. De propagatie is zodanig slecht overdag dat ik totaal geen mails kan binnenhalen of versturen. Pas namiddag wordt het beter...maar dan ligt thuis al iedereen in bed.
Ik kan niet anders dan er me bij neerleggen. Jullie kunnen dit dus ten vroegste morgen lezen . Het zij zo.
Dan heb ik nu vrij en ga verder lezen in mijn Kindle-boek.
Zaterdag 26 april 2014 : 11 uur.
Jakker gaat anker op en verlaat de baai van Puerto Villamil, Isla Isabela, Galapagos.
JC heeft woord gehouden. Om 8 uur arriveerde hij aan het dok, mét de zarpe voor een vijftal boten die allen vandaag vertrekken. Allen met dezelfde bestemming : Marquesas, Frans Polynesië.
We hangen onze Honda op de zeereling, halen Jak uit het water, laten alle lucht eruit en als een pakje op het voordek zal hij de overtocht maken. Nu is meteen het voordek vrij om er met de spiboom te manipuleren. Spiboom die we wellicht nodig zullen hebben om de genua uit te bomen en zo te voorkomen dat dit zeil te erg slaat tijdens het voor de wind varen.
Nog wat laatste mailtjes via internet. Ik aarzel om de verbinding te verbreken. Wanneer zullen we weer kunnen inloggen op het wereldwijde web?
We kijken elkaar aan. Klaar? Ja ! Laten we beginnen aan die langste oversteek tot nu. Laten we die 3000 zeemijl maar eens gaan aanvallen. Op hoop van zege!
In de haven is het trouwens erg onrustig geworden met een flinke swell, het kan op zee al niet veel erger zijn. We motoren tot buiten de riffen en dan kunnen meteen de zeilen hoog.
Jimmy Cornell, dé paus van de zeezeilers, raadt aan niet te erg zuidelijk te gaan in het begin omdat er een vervelend gebied ligt ten zuiden van de Galapagos. Ok, wij brengen zijn waypoints in.
Gelukkig hebben we meteen de stroom mee. Wat een verschil met de tocht hierheen.
Eerst scherp aan de wind, later ruimer, lopen we een gemiddelde van 5,5 knopen over de grond. Daar zijn we tevreden mee. Ook met de deining kunnen we leven.
Een grote school dolfijnen met echte spinners in hun gezelschap komen ons een goede vaart wensen.
Vanaf 15 u beginnen onze lijntjes naar de buitenwereld. Eerst komen de radio-amateurs aan de beurt. Prachtig signaal, zoals Tony G. (ON6TM) zo mooi zegt. Zelfs Jos (ON2JF) kunnen we eindelijk gewoon verstaan. Nu we op zee zitten, maken we elke dag contact. Leuk voor ons, ook een stuk veiligheid.
Dan volgt Erno (Tara) die ook vandaag vertrok vanuit Isla San Cristobal.
Het netje van de Zweedse boten, die samen met ons vertrokken, doet nog even een oproep in het Engels. Ook met hen maken we een praatje. We zien hun zeilen nog in de verte. Morgen zullen we allen alleen zijn. Je vaart elk een iets andere koers en omdat we zo laag op het water zitten, kunnen we niet ver kijken.
Om 20 u is er dan het Duits "weernetje" (Je geeft aan Gunther uit Costa Rica je positie en krijgt een weerbericht op maat. We zitten op de autosnelweg, zegt hij. Alles is groen. Ga zo verder, liefst niet zuidelijker dan 02° Z. nu. Pas binnen 500 zeemijl.
Ik heb te lang aan de radio binnen gezeten, bij het begin van de reis is dat niet slim. Dan word ik toch altijd wat zeeziek. Ik kan er niet buiten, ik moet de vissen voeren.
Maar daarna kan ik toch goed slapen.
We zijn vertrokken. En alles is goed aan boord.
O ja, Een nieuw positierapport vind je elke dag onder "Positie" en het fotomapje van de Galapagos bij "Foto's".
En dan loop je het pad naar de stad, dat je tientallen keren nam, voor het laatst. Het wordt ernst nu. Morgen zijn we weg...of toch niet?
JC heeft ons in het "systeem" ingebracht zoals hij zo mooi zegt maar op de capitania werken ze niet zo goed mee. Een paar keer gingen we al langs voor onze "zarpe". Telkens hebben ze smoesjes. Hij is nog niet klaar want de elektriciteit is uitgevallen, er is te weinig personeel. Ons idee : ze hebben gewoon geen zin.
In het donker komt Tony terug...weer zonder zarpe. Morgenvroeg zal JC het broodnodige document aan de steiger brengen. Benieuwd. Is dit dan toch een beetje een bananenrepubliek, zoals Jan, onze Zweedse buur beweert ? Wij veel betalen en zij doen geen inspanning voor ons.
In principe vertrekken we dus morgen, met letterlijk drieduizend mijl voor de boeg . De afstand België - Nigeria.
Ons doel : Fatu Hiva, het meest zuid-oostelijke eiland van de Marquesas groep. Het is geen officiële haven waar je kan inklaren, dus mogen we er niet stoppen. Maar het moet er zo mooi zijn, dat we er toch langs willen. Hopelijk krijgen we geen boete.
Het zal ons wellicht een maand kosten om er te geraken. Er moet dus genoeg eten mee. Vooral vers voedsel moeten we hier aanvullen en dat is makkelijker gezegd dan gedaan op Isla Isabela. We zijn speciaal naar dit meest afgelegen eiland van de Galapagos gevaren omdat het hier het mooist is en je er nog zonder gids een aantal dingen kan en mag doen.
Maar de bevoorrading is soms een probleem.
We hebben echter geluk. Vanmorgen ging er een cargo voor anker. Alle goederen worden moeizaam in kleine boten overgeladen, die het op hun beurt naar het dok brengen. De stad wordt overrompeld met goederen. Je moet wel snel zijn want zo is alles ook weer uitverkocht.
Als afsluiting van ons verblijf hier, brengen we, samen met een aantal cruisers, nog een bezoek aan een restaurant in de agrarische zone. Bij een Belgische chef eten we een verrukkelijke lunch en gaan daarna verse groenten en fruit inkopen bij "de boer". Hij plukt de tomaten, watermeloenen, ananassen zo van het veld. Lekker.
Ik begin om 20 u 's avonds nog spaghettisaus en cevapcici te maken voor de eerste dagen op zee. Als JC nu morgen onze zarpe brengt, kunnen we echt weg.
Dinsdag 22 april 2014 : Fietsen.
We kunnen het niet laten. Fietsen huren. Straks zullen we weer vloeken dat het veel te warm is voor dat pedalenwerk en dat we het nooit meer doen. Maar 's ochtends vroeg zien we het helemaal zitten.
Opgewekt vertrekken we op pad langs de kust. Gelukkig hebben we een mountainbike anders was het helemaal ploeteren in het zand.
Bordjes wijzen de weg naar bijzondere plekken. Overal stoppen we even.
Hier is een soort ondergelopen tunnel onder de lava. Daar is een mooie poel tussen mangroven, doet ons aan thuis en de Maten, denken.
Een prachtig strandje aan het eind van een paadje. Het stinkt hier verdacht naar stront. O ja natuurlijk, daar ligt een zeeleguaan langs mijn voet. O, nog eentje. En nog één...niet te geloven. Hoe langer je kijkt, hoe meer je er ziet. Zeker tien van die beesten liggen hier in de schaduw. En geen kleintjes. Zo goed gecamoufleerd, ze vallen helemaal niet op.
Muro de las Lágrimas.
De volgende stop is erg ver. Ongenadig schijnt de koperen ploert op ons neer. We zijn na een tijd echt buiten adem van dat vals plat. Weten jullie nog, Hans en Linda, die andere fietstocht in Bocas? Jullie zouden het hier ook erg naar jullie zin hebben.
Eindelijk komen we bij de Muro de las Lágrimas. Voor ons letterlijk een muur van zweet en net nog geen tranen.
Tussen 1946 en 1959 hebben gevangenen deze muur uit lavablokken gebouwd, 100 meter lang, 7 m hoog. Zomaar, als straf. Velen lieten er het leven bij.
Nu hoort het terrein aan de reuze schildpadden.
Het leuke aan dat klimmen in het heengaan is het bergaf racen op de weg terug. Oppassen dat we niet vallen op de wasbordweg die je hersenen en nog zo één en ander door elkaar klutst.