"Dit noemen wíj nou champagne zeilen", klinkt Hans (Baros) aan de radio. Gelijk heeft hij. Nadat we om 6 u het anker uit de grond van Portobelo sleurden en nog vlug een foto van de Cyan maakten, hezen we meteen de zeilen. Sindsdien lopen we vlot 6 knopen over de grond. De wind iets voorlijker dan dwars. Een comfortabele golfbeweging. Zo krijg je het niet vaak gepresenteerd.

Hans hoopt dit de volgende 100 mijl zo vol te houden en dan is ie al content. Het weerbericht voorspelt immers dat de wind zal wegzakken hoe dichter we bij Bocas del Toro komen. Maar nu genieten we ervan zolang het duurt.

Een lekker visje vangen is blijkbaar té veel gevraagd. Een mens kan niet alles hebben.

Ik ga al om 18 u te kooi en het lukt me nog te slapen ook. Tony is al aan zijn tweede wacht bezig als  hij de motor aanzet. De wind is op!  We gaan geen 2 knopen meer vooruit. De wind komt ook niet meer weer...totdat hij vergezeld gaat van bakken water. We zijn te laat met het plaatsen van de wateropvang, maar 10 liter scoren we toch nog. 

Perfect timing, als de zon weer tevoorschijn komt, bij het binnenlopen van Bocas. Niet dat dat moeilijk is. We hoeven Baros maar gewoon te volgen. Zij kennen het hier.
Een dolfijn steekt even zijn kop boven water, welkom.

Een geschikt plekje vinden we in 3 m diep water. Zo kristalhelder, ik zie het anker gewoon liggen langs de boot. En daar zwemt een adelaarsrog voorbij.

Om ons heen kijkend, zien we mangroven eilanden, het verre bergachtige vasteland van Panamá en het turkoois water. Weer een zoveelste prachtige baai, met kleuren waarvan je in het grijze België enkel kan dromen.