In Sabanitas stappen we van de express bus uit Panama City. Op de schermpjes in de bus, speelt de film over de lotgevallen van een familie tijdens de tsunami ramp. Vader en zoon hebben elkaar net gevonden.

Een half uur later zijn we, zwetend en half platgedrukt, terug in Portobelo, mét onze aankopen. Twee zware rollen plastic en canvas voor een nieuwe buiskap.

We hadden een zalige tijd in de stad. Allemaal dank zij Jack (Tin Hau), die nu in Panama City woont. Hij pikt ons op bij de immense busterminal annex mega shopping mall. Om elkaar daar te vinden, niet simpel.

Eerst maar eens Linda en Yannick (Baros) naar hun hotel gebracht. Ook zij bezoeken de stad.

Vervolgens moeten we beslist kennis maken met de "Berg" Cerro Ancon,  Jacks habitat. Hij kent er een leuk eethuisje, middenin een weelde aan tropische planten. Schitterende locatie, lekkere lunch. We zien prachtige vogels, maar de mono tití aapjes laten zich door de bananen niet lokken. Toen wist ik nog niet dat 's namiddags twee zulke, tamme  exemplaren in mijn nek zouden komen kriebelen. Huisdiertjes van Jacks buurman. Deze "monstertjes" brengen een soort klikgeluidjes voort. Je reinste tekenfilm figuurtjes.

 

In de prachtige Amerikaanse houten huizen, anno begin vorige eeuw gebouwd voor de hogere legerofficieren, wonen nu burgers. Wat een plek om je thuis te noemen. Op het terras zit je op de eerste rij te kijken naar de woekerende jungle in de kloof. Het ons beloofde wild life houdt ons eerst flink in spanning. Maar vóór we vertrekken hebben we ze allemaal aangevinkt. Wilde herten. Heen en weer rennende knaagdiertjes verwant aan de capibara. Toekans, vuurvliegjes, zwarte kikkertjes, met een huid als de lakschoentjes uit mijn kindertijd. 

 

De oude stad doet ons sterk aan Havana denken. We rijden een stuk langs het kanaal. Zien de Pedro Miguel sluizen, de brug van de Americas. Via de Causeway rijden we naar de Pacific en genieten van een biertje bij de Flamenco Jachtclub. De skyline op de achtergrond...Miami!? Cultuurshock, jazeker, Karen.

We vergeten onze boodschappen niet. Vinden bij El Tapiz net wat we zoeken.

Na het etentje bij een echte Italiaan, slapen we lekker midden in de jungle ín de stad. 's Nachts zijn er de vreemde schuifelende geluiden van dieren. Welke dieren? Om half zes ontwaken we in een volière. Er valt niks meer te slapen. Dus opnieuw op het terras beestjes kijken.

We doen nog een ochtendwandeling, klim naar de top van de berg, waar de enorme Panamese vlag wappert. Met de prachtige vergezichten nog in ons hoofd, nemen we de bus terug naar ons Jakker "huis".

Dank je, Jack, voor je tijd, je bed en je deskundige info over de stad. We spreken af in Bocas del Toro.

Morgen, zaterdag 6 april, hopen we, samen met Baros, te vertrekken voor de 155 mijl erheen.