7 en 8 maart
Mens, wat een grote natuurlijke baai. Ik geloof best dat Colombus dit de "mooie haven" noemde. Op zijn vierde reis naar de West-Indies in 1502, trouwens. Ik stel me de vele galjoenen voor, schommelend achter hun anker. Wij, met een zestigtal, zijn de moderne "vloot".
54 klassieke vloten vertrokken, volgeladen met Midden- en Zuid-Amerikaans goud, van hier naar Sevilla. Tot de Britse admiraal Vernon Portobelo vernietigde in 1739.

Goed 15 jaar later bouwden de Spanjaarden forten en stad weer op. We wandelen rond tussen de koloniale gebouwen in de stad. Er is duidelijk te weinig geld om ze goed te conserveren. Zelfs de informatieborden roesten weg en zijn onleesbaar.

De levensgrote zwarte Christus in de "Spaanse" kerk, zegt men, verricht wonderen. Elk jaar komen bedevaarders op hun knieën hierheen gekropen, zelfs vanuit buurland Costa Rica.

Verder zijn er een vijftal Chinese mini-supermarkten waar we meteen onze basisvoorraad beginnen aanvullen. Culinaire hoogstandjes, als chocola, kaas, serano ham verwachten we te vinden in de grote supermarkten in Sabanitas en Colón.

En er is het fenomeen : Captain Jack. Ex-wereldzeiler, zakenman, oprichter van bar-restaurant-hotel met zijn naam. Backpackers en cruisers verzamelen hier. Met open armen word je ontvangen, maar eerst moet je de heuvel beklimmen.

Vandaag vieren we er die andere captain, Tony's verjaardag.
Er is zelfs voor de gelegenheid een Belgisch koppeltje om mee te babbelen, puur toeval.



10 maart

Hoe doet het aapje?
Voor mij betekent Portobelo : brulapen!
Stipt 6 u beginnen ze eraan. Hebben ze zich tot doel gesteld ons te wekken?
Eerst hoor je een soort luid en diep geblaf, dat gaat in crescendo naar een brullen, krachtig als van een leeuw, zonder die grauw van de koning der dieren.
Dit is jungle!

Ik dacht altijd : "Horen ja, maar die dieren zien? Ga weg." Tot onze klim naar de "casemat" van het oude Fort San Fernando. Terwijl we drijfnat uitpuffen en rustig rondkijken over de baai, zien we twee van die knapen, in de bomen. Op een flinke afstand van ons, dat wel.
Oeh, oeh, oeh, zo beginnen ze. Het perfecte antwoord op : "Hoe doet het aapje?" Je kent het spelletje wel.
Dan zetten ze een bek op dat horen en zien vergaat. Kippenvel. Als Leander, Lyam en Roxie dit eens konden meemaken.

 

dinsdag en woensdag : 5 en 6 maart: Panamarina. 
We vergeten de storm, vandaag schijnt de zon ! Na drie dagen bootarrest, springen we in Jak en gaan op zoek naar de dinghy passage voor Panamarina. De nog niet geheel gekalmeerde golven stuwen ons naar de ondiepe doorgang. Daar waar de branding niet bruisend breekt, daar kan je een weg tussen de koralen zoeken. Dicht langs de mangroven varen we het smaller wordende "kanaal" binnen. Moeten we die lage tunnel tussen de mangrovewortels induiken? Na vijf minuten opent zich een lagune en daar liggen een veertigtal boten geparkeerd tussen boeien. Panamarina.

Meer dan tien jaar geleden zeilden Jean-Paul en Sylvie Orlando hier zelf nog rond. Nu bouwen ze steeds verder aan hun marina. 
Jakker zetten ze op de wachtlijst voor een plekje, als we in de zomer naar België vliegen. Maar eigenlijk zitten ze eivol. Logisch, met zo'n een service, zo'n vriendelijke mensen, zo een heerlijk restaurantje en zulke prijzen. 

Terwijl we mails checken, draait de wasmachine vrolijk mijn meegebrachte was schoon. 
Dik gegeten (biefstuk, echte frietjes, chocolade mousse, bijna zo lekker als die van Opa Wetteren!) vatten we de terugweg aan. 
Van de twee anacondas, die, zo vertelde men ons, zouden wonen in de mangroven, gelukkig geen spoor. 
Wel kruist een zeilend Portugees oorlogsschip ons pad, vlak voor onze deur. Oeps, toch maar eerst goed de omgeving verkennen vóór we nog eens een bad nemen.

 

Vrijdag 1 maart 2013
Isla Grande bevalt ons wel.
Het vakantie eilandje ziet er uit alsof er een orkaan overheen raasde. Een paar hotelletjes kunnen er nog mee door. Alhoewel...Europese normen ?! De rest staat reeds eeuwig in de steigers.
Na vijf keer vragen, vinden we het piepkleine winkeltje. We liepen er liefst twee keer langs. Een toonbank in de hoek van een restaurantje. Valt echt niet op. Veel heeft de knorrige man niet te koop.
Er loopt een leuk pad langs de waterkant tot bij de surfspot bij de zuidoost punt, met flinke branding en een eco lodge.
Het vermolmde houten terras van "hotel" Congo adverteert : "El mejor desayuno" en brengt ons op een idee. We hebben wel een uitje verdiend. Zo kan je ons de volgende ochtend op de onmogelijk slechte stoelen zien genieten van roerei en onze eerste kop "buitenboot" koffie sinds Colombia. Met een grote smile klimmen we daarna helemaal tot bij de oude vuurtoren. Doorheen de mini-jungle, in bewondering voor de mieren die een autosnelweg aanleggen over het bospad. Onze beenspieren vinden het maar niks. Na al die vlakke stranden, plots dit hard labeur.

 

 

Dinsdag 5 maart 2013
Isla Linton.
We eten binnen vanavond. Lang geleden. Buiten krijg je kippenvel. Het is er 25 °!
De wind loeit in het want. Regen roffelt aan dek. Het voorspelde koufront is gearriveerd.
Dit lijkt wel, een wat warm uitgevallen, Zeeland in de herfst. Ok, daar leven geen apen in de bomen.

Gelukkig vonden we hier gisteren een prachtig, vrij plekje, prima beschut.
Door de wind, met uitschieters van 40 knopen (=storm, 8 bf.), maken we grote zwaaien achter ons anker. Maar rock and roll is er, voor ons, niet bij. Het water is rustig.

Minder fortuinlijke collega's dansen driftig de ganse dag en nacht op grote golven die de baai inrollen. Masten zwiepen van links naar rechts in grote uithalen. Die zeilers moeten overleven, op de buik gaan liggen en bidden.
Dan komt de regen. Goed zo, in geen tijd 100 liter!
We slapen vannacht op ייn oor, met het luik open. Je mag dan zelf goed vast liggen, er kan toch steeds een buurman op drift raken.

Ook maandag blijft zwaar bewolkt en winderig. De branding op het buitenrif lijkt nog steeds even hoog. Nog een dag gevangen aan boord.
Tony neemt Jefke (elektrische stuurautomaat) liefdevol onder handen. Smeren, koolborsteltjes nakijken... Stom of juist goed dat we, om bij Jefke te raken, het rommelhok - achterkajuit moeten leegmaken.
Ik houd me nuttig bezig en poets de bakskisten. We mogen toch niet uit het rollenpatroon vallen.

Tekstjes schrijven op de laptop is verboden. Ik maak een kladje op papier. Drie dagen weinig zon betekent lege batterijen. Geen muziek, slechts ייn keer de radio aan voor weerbericht, geen film kijken.
Het is me wat.

 


Gebaseerd op een waar gebeurd verhaal.

Er was eens een jonge man. Vrijgezel, solo zeiler op een kleine maar gerieflijke boot.
Laten we hem John noemen. Hij is Amerikaan.  Na zijn wereldomzeiling bevalt zijn leven, in Kuna Yala, hem wel. Maar hij heeft een droom. Hij droomt van een lief vrouwtje aan boord. 

Plots wordt zijn stabiel bootje danig aan het wankelen gebracht. Oorzaak : een telefoontje van een vriend. Vriend van vriend heeft twee blonde "backpackende" vriendinnen op doortocht. Of ze welkom zijn op zijn boot? 

Alles gaat dan erg snel. 's Morgens dropt een lancha uit Cartí hen aan boord. Twee blonde zussen. Hij is de koning te rijk. Trots brengt hij samen met hen bezoekjes aan de buurjachten. Morgen gaan ze zeilen naar een mooi strandje. Wat zonnen, zwemmen. Ze willen zelfs wat poetsen aan de boot. 

Hoe is alles zo snel fout kunnen gaan? 
De blondjes blijken dwingelandjes. Eten en drinken voor tien van zijn, in San Blas zo moeizaam aan te vullen, voorraad. Commanderen John de klok rond. Willen zich niet op bootse wijze wassen. Inzepen, in zee afspoelen, even naspoelen met het, als goud zo kostbare, zoet water aan boord. Wat denk je wel, zeewater is nefast voor je mooie haar. 

Het wordt John allemaal te machtig. Hij probeert hen aan het verstand te brengen dat ze niet langer welkom zijn. Nee, hij wil hen ook niet naar een andere boot brengen. Stel je voor...hij wil vrienden zeilers zeker niet opzadelen met zijn probleem. 

Zeilen in het paradijs onder de zon... niet enkel de domme blondjes hadden het zich anders voorgesteld. Huilend pakken ze hun boeltje. 
John kan weer lachen en droomt verder.

26 februari 2013 :
Chris Parker, de Armand Pien van de Caribische zeilers, voorspelt het op de ssb radio op 8.104 Mhz om 12u45 UTC. Vanaf zondag : wind "near gale" en golven "huge". Zijn woorden.
We willen vóór al dat geweld vertrekken uit Kuna Yala.
Afscheid nemen van de ons omringende Amerikaanse vrienden. Mailadressen uitwisselen.
Het enige leuke eraan is dat je nooit weet wanneer je ze ooit weer zal zien. Toch is de kans dát dit gebeurt, groot.

Weerzien op de valreep.
Neem nu Anne van Flow. Laatst gezien in Tenerife vóór ons vertrek naar de Kaap Verden. Nu kruist ze hier op de valreep ons dinghy-pad.
Jammer dat we niet wat langer kunnen bijpraten. Het gaat goed met haar en Marcus. Hun laatste plannen zijn : terugzeilen richting Europa. Met een laatste groet aan Karen, die ze ook leerde kennen in de haven van Las Galletas, neemt ze afscheid.

27 februari 2013
Sms.
"Ik ga straks duikles geven!" en "Ik ben plinten aan het zetten!"
Twee sms wondertjes van de andere kant van de oceaan, piepklein en hartverwarmend. Respectievelijk antwoord van dochter en zoonlief op mijn bericht dat we nu, 7 u lokaal, vertrekken uit Porvenir en Kuna Yala achter ons laten, met een zarpe voor de regio Colón op zak.

Het wordt een heerlijke zeiltocht. Steeds zo een 6 knopen lopend. De wind half achter, roetsjend van de 2,5 m hoge, maar comfortabele golven. Zon is er ook, af en toe versluierd. We krijgen zelfs een plensbui cadeau.
Was zeilen maar altijd zo.

Vis.
Het is 14 u als we de baai van Isla Grande willen binnen lopen. Sinds mensenheugenis (= sinds onze eerste zeilstapjes op de Noordzee) begint het bij het aanlopen van baai of haven plots echt hard te waaien, worden de golven ambetant hoog. Nog niet genoeg stress in de kuip. Nee, net nu bijt een kanjer van een vis aan de lijn die Tony eigenlijk net "zonder buit" wilde binnenhalen.
Vlug, de snelheid uit de boot halen, want we verloren hierdoor al twee vissen op deze trip. Ik stuur in de wind, Tony gaat het gevecht aan. Gelukkig is de kleine tonijn snel uitgestreden. Hup, in de emmer. Zijn staart steekt er bovenuit. Het spartelen houdt toch nog een tijd aan, bloed spat rond. Zelfs een klap op zijn hoofd met een "fish billy" werkt niet echt. Sorry, visje. Maar wat zal jij smaken!

Isla Grande.
We droppen het anker bij een strand en hotelletje op de zuidpunt van het eiland. Zien huisjes, hotelletjes, terrasjes op eiland en vasteland er tegenover. Helemaal niks chic, hoor. Integendeel.
Zien jungle op de hoge berghellingen. Zien, ja, echt een weg langs het water en af en toe...een rijdende auto! Zien zwarte mensen, geen indianen meer.
Na drie maanden van palmeneilandjes, een pannenkoek hoog boven het water, Kuna dorpjes, hutjes en zand...een schok.