Kaap.

Eindelijk, eindelijk hebben we ze dan toch verdiend, die iets rustiger tocht. Als we eraan beginnen om 6 u 's morgens, lijkt het weer niet te zullen lukken. Vooral rond Cabo Beata spookt het aardig. Maar wat had je anders gedacht bij dit meest zuidelijke punt van Hispaniola ( Haïti en Dom. Rep. tezamen) dat een flink eind de Caraïbische Zee insteekt? Elke zeeman weet dat je bij kapen steeds op je hoede moet zijn, ze zo ruim mogelijk moet ronden. Zelfs landrotten kennen de reputatie van Kaap de Goede Hoop en andere Kaap Hoorns!

Maar één keer die "kaap genomen", worden de golven stilaan minder stijl en hoog. De wind neemt zelfs zo erg af dat zeilen geen zin heeft. Onze voorraad diesel wordt dus weer aangesproken en pas de laatste 5 mijlen kunnen we voor de wind de Bahia de Neiba binnen stuiven.

Vissers.

We krijgen alle tijd om die mooie, ruige zuidwestkust van de Dom. Rep. te bewonderen. De bergen lopen op vele plekken gewoon ín de zee, af en toe is er een strandje, een klein dorp. Opletten voor kleine vissersbootjes en de plastic flessen-boeitjes die ze overal uitgooien.

Als we rond 16 u mooi tussen de rode en groene boeien Barahona binnenlopen, is het flink beginnen regenen. Vóór ons een klein baaitje : aan één kant mangroven, aan de andere kant een groot vrachtschip, afgemeerd aan de kade. Moeten we hier ankeren? We checken snel onze gratis, digitale gids van Frank Virgintino. Inderdaad, klopt. Naar beneden maar met dat anker.

Machete.

Hoe lang zou het duren vooraleer de officials hier zijn? Nog even tijd voor een krentenbroodje? Snel dan maar. Daar klinkt al geroep en gefluit. Op de militaire boot naast het vrachtschip staan twee jongemannen breed te gebaren : "Dinghy in het water!!!! Ons komen halen". En dan doe je dat braaf.

Het is zondag en wij vrezen dat ze een flinke "overtime fee" zullen vragen. Niks van dat alles. Twee zo een vriendelijke, goedgemutste officieren hebben we nog nooit aan boord gehad. Bijna terloops schrijven ze de gegevens van boot en bemanning op. Eentje moet weer "kastjes neuzen", weet Tony's machete (uit Kongo) en baseball knuppel aan zijn kant van ons bed te vinden, maakt er grapjes over. Zo gekscherend, gaat hij nog even verder en voor we het weten, staan ze alweer buiten. O ja, we moeten 73 dollar betalen voor boot en twee toeristenkaarten. En 10 dollar voor het doorzoeken van Jakker. We hebben geen gepast geld. "Ningun problema! Kom maar mee, captain," achter op de motor naar een ATM machine, een pin-kastje in de muur.

Een half uur later is Tony weer terug met meer info over de stad en een vijftal muggenbeten opgedaan in het kantoortje van immigraties.

8 mei 2012 : Bachata en motoconchos.

Lang geleden.

Zowat 16 jaar geleden maakten we al eens een backpacker reis doorheen de Dom. Rep.

Toen logeerden we een week in Barahona. We kennen de stad dus. Zou ze erg veranderd zijn? Dat gaan we nu uitzoeken.

Nat.

Kletsnat komen we bij de steiger van de Commandancia (het havenkantoor) aan. Jakker ligt dan wel in vijverkalm water. Maar als je naar die steiger wil, dichtbij de stad, moet je een stuk open zee oversteken. Jak, onze Avon, is bepaald niet bekend om zijn spatvrije eigenschappen, elk golftopje "klatcht" met een frisse wind gewoon in het bootje en op de bemanning. Mijn bikini is kletsnat, een droog T-shirt eroverheen helpt ook niet echt. Eerst loop ik er als een mislukte miss wet T-shirt bij , later tekenen er zich al drogend grote witzouten plekken af.

Hotel met herinneringen.

Maar kom, op zoek naar ons hotel van toen. We wuiven de ijverige "motoconchos" (motortaxi's), die ons geen stap te voet willen laten doen, vriendelijk weg. Langs de Malecón (de dijk) lopen we er zo heen. Het bestaat nog steeds. Hotel Guarocuya. Het lage, lange gebouw, aangenaam fris door de grote open ramen aan beide zijden. Als het meisje aan de receptie blij verrast ons verhaal hoort, biedt ze aan nog eens te kamer te zien.

Op zoek naar de bank komen we voorbij een terras. De bachata muziek lokt ons dichterbij. Hoewel het nog niet eens middag is, zitten mannen al aan hun Presidente biertje. Wij houden het bij cola en genieten van het langzame ritme van de bachata, tegenhanger van de supersnellle merengue. Ontstaan in de boerengemeenschappen, werd er vroeger in de stad laatdunkend over gedaan. Nu heeft de bachata het tot populairste dansritme in de Dom. Rep. geschopt.

In de bank raken we vlot aan Dominicaanse pesos. Het meisje achter de balie, lacht plots erg breed : "Jacqueline" staat op haar badge, ook de officiële schrijfwijze van mijn naam.

Internet & blogs.

Volgende doel : het cybercafé. Voor minder dan 1 euro mogen we een uur surfen. Lijkt lang, maar als je meer dan 2 maand achter bent en in je inbox 75 ongelezen mails vindt...

De hokjes zijn donker en warm. We foeteren op dat stomme querty toetsenbord en tarten de muggen met onze met "Off" ingesmeerde armen en benen.

Terwijl ik mails beantwoord, probeert Tony zoveel mogelijk vriendenblogs te lezen. Ik hoor constant : "O nee " en " Niet te geloven" en krijg in het naar huis lopen het verslag.

Frank (African Seawing) overvallen in Colón. Nadien mastbreuk van de African Seawing in de buurt van Key West. Baros ook mastbreuk. Zeevonk vanuit St. Maarten naar de Azoren vertrokken, na drie valse starten. Veel regen en slecht weer. Angelique (inmiddels ook in St. Maarten) benzinetank van dinghy gestolen.

Zijn ze eigenlijk te benijden die zeilers ver van huis?