Ontmoeting op zee.
Na de nachtelijke kook-workshop : vis en langoesten blancheren, slapen we uit en vertrekken pas 's middags voor een motortochtje, want geen wind, naar Cayo Media Luna, Cayo Halve Maan dus.

Zie, daar komt een snelle motorboot aan in de verte. De AIS zegt dat we op aanvaringskoers liggen met de "Lambda". Vreemd, we merken blauw-wit-rode strepen schuin over de romp. Politie? Hij roept ons niet op. Maar als we onze koers verleggen, blijft hij toch recht op ons afstevenen. Een man fluit tussen zijn tanden. Cubaans teken om te stoppen? Een bootje wordt te water gelaten. Liefst 6 mannen en een hond stappen in en varen naar ons toe. Mannen maken paparazzi gewijs foto's van ons. Ik waag het ook, een beetje stiekem, een kiekje te maken. Mag eigenlijk niet, een militaire boot fotograferen. De stem van Emmy ( Calamares) toetert plots via de VHF over het stille water : "Wat is dat daar bij jullie? Wat is er aan de hand? " .

Snuffelhond.
De hond, overal hetzelfde ras, Springer Spaniël (?) maakt zijn baasje me duidelijk, snuffelt grondig door het interieur van Jakker. Tony helpt de jonge leerling die, op een oud stuk printpapier met lijntjes; onze gegevens en die van Jakker noteert. Het gaat aan eerste leerjaartempo, nog net niet met zijn tong uit zijn mond. En zweten, mijne man. In de kuip babbel ik wat met de andere 4 mannen van de Guarda Frontera. Totdat de baas plots zegt dat die man binnen niet álles moet noteren, vooral despacho controleren en data noteren.  Ze hebben niet meer veel tijd, moeten ook Calamares nog doen. Dan gaat het snel, voor we het weten, zijn we weer alleen. Adiós!
We vervolgen onze weg naar de perfect halvemaanvormige baai van de gelijknamige cayo.

Perfecte zeildag.
12.04.12. Rond deze datum mag voor mijn part een gouden cirkeltje. Het vroege opstaan is even wat pijnlijk, maar bij het hijsen van de zeilen, schieten we meteen als een pijl uit een boog vooruit. Het hele traject naar de doorgang tussen de riffen, die naar open zee leidt, blijft het zo maar doorgaan. 8,5 knopen lopen we. Waw. Ook Calamares, toch een stuk kleiner, loopt fantastisch. Om niet te veel op hen uit te lopen, zetten we de schroef in "achteruit". De schroefas draait dan niet mee, werkt als een rem en verslijt ook minder. Als we sneller willen gaan, zetten we de gashendel in neutraal. Bij de rotvaart die we nu lopen, davert de boot door de ronddraaiende schroefas. Het doet pijn aan de oren van de boordmechanicus. In achteruit dus maar weer.

Cabo Cruz.
Pas rond half drie valt de wind weg. De laatste mijlen motoren we met plezier. Onze dag kan niet meer stuk. Zeker niet als we vlak bij de ankerplek in Cabo Cruz nog een prachtig klein rif ontdekken met heel veel leven.
Wat kan het zeilersleven mooi zijn.
We kunnen zelfs lachen als er een snorkelaar vlak bij de boot opduikt, hij steekt drie langoesten omhoog. Heel erg voor deze Cubaan, die een centje wil bijverdienen, maar nee, gracias, geen lobster meer! (voorlopig)

 

Het Noordzeegevoel.

We zagen hun silhouetten al in de verte, op weg hierheen. Vertrouwde Noordzee silhouetten...grote garnalenvissers. Nu liggen er een vijftal voor anker rond een soort fabrieks-moederschip in Cayo Cuervo. Cuba is tweede grootste wereldexporteur van "crustaceeën". Hier komen die dus vandaan.

 

"Vissers, die hebben diesel bij", zo redeneert Tony. "Ik ga vragen of ze wat kunnen missen." Nee, diesel niet, camarones (grote garnalen) des te meer. Met een emmertje vol komt schipper terug. Verontwaardigd, beledigd waren ze, toen hij vroeg hoeveel het kostte. Met de helft voor Calamares houden we nóg 2 kg over.

Dat wordt paasfestijn met scampi's.  Flink uit de kluiten gewassen exemplaren bovendien.

 

Scampi's beu?

We zijn nu een week onderweg. Kip en vlees zijn op. Dus leven we van de zee.

Keerzijde van de medaille : als je niet oplet, binnen de kortste keren een degout van al die mooie beestjes die zwaar op je maag liggen. Onvoorstelbaar voor ons. Wij, die elke (feestelijke) gelegenheid aangrepen om Scampi Alessandro te gaan eten bij Da Lydia in Maasmechelen !

 

Zoveel cayos.

We zeilen weer verder, in de beschutting ten noorden van de Cayos en de Laberinto de las Doce (=12) Leguas. Hou je vast : dit barrière rif kreeg zijn naam van Columbus himself. Heet nog steeds zo. Legua is een Spaanse zeevaarders lengtemaat uit die tijd, 5,5 km, die barrière is dus 66 km lang.

 

Gewapend met dé bijbel voor Cuba, onze in Curaçao natgeregende pilot van Nigel Calder, onze gps-kaartplotter en een back-up met andere kaarten op de laptop, durven we ons tussen de riffen te wagen.  Nooit verliezen we de dieptemeter uit het oog.

 

Een overzicht.

Pasen : Cayo Manuel Gomez.  Grote baai.  Zachtgekookte eitjes als paasontbijt. Daarna snorkelen. Zachtmoedige Walter wordt, bij het zien van drie langoesten onder een koraalblok, plots een wrede jager. Maar stok, emmer, handschoenen, wat baat het allemaal als je niet snel genoeg bent om het beest in je net te strikken als hij plots vrij zwemt.

 

Harde wind.

Paasmaandag : Cayo Algodón Grande. Jakker waagt zich een stuk verder de lagune in. Ligt daar veel rustiger dan Calamares. Vooral nadat we, als de felle noordoosten wind 's avonds opsteekt, toch nog wat verder van de ondiepte weg, opnieuw ankeren.

 

Vissersboot.

Dinsdag : Cayo Grenada. Zeven uur anker op. Het is inmiddels ook in Cuba zomertijd! Toevallig op de radio gehoord. Heerlijk zeilen tot de middag. We lopen 8,5 knopen door het water! De rest van het traject, een denkbeeldig kanaal tussen riffen door, moet de motor ons weer helpen. De namiddagwind komt uit het zuiden, van de zee, en blaast zwakjes. Tony " eyeballt" ons binnen in de baai. 

Dichtbij de mangroven ligt hij, een vissersboot : Plastico 350 !

 

In de keuken tot 's avonds.

Het is 22 uur. Tony en ik in de keuken. Zweet parelt, nee, niet enkel op ons voorhoofd. De laatste kookpot is afgewassen. De kajuit ruikt naar vis. De koelkast zit vol. 

 

Wanhopig was ik. Wat doen die vissermannen, met al hun goede bedoelingen en hun regalos (cadeaus), ons aan.  In hun mooiste, vers uit hun plunjezak gepakte t-shirts komen ze naar ons toe roeien met...langoesten.  O nee, geen langoesten. Geen nood.  Eventjes heen en weer roeien, naar het moederschip, voor een pracht palmeto, die ze aan dek bij Calamares vakkundig fileren. Filets die we met vier man niet in één keer opkrijgen.

Geld willen ze niet, wat gezelschap van "andere" mensen zeker wel. En een biertje, kostprijs 1 CUC. Een godsgeschenk. Onbetaalbaar voor hen, met hun maandloon van 12 CUC.  En toch houden ze van hun "revolutionaire" Cuba. Wij zullen dat wel nooit kunnen vatten.

 

Afscheid van..een zitzak.

Sigaretten, rum, t-shirts ze nemen het met grote dankbaarheid aan.

Dit is dé situatie waarop wij al meer dan een jaar wachtten. Sorry, Stefie :  "Je zitzak ligt nu onder een dankbare Cubaanse zeemannenkont". Die zitzak was een enorm, halve kajuit vullend geschenk. Menig romantisch uurtje brachten verliefde stelletjes, al liggend op die zitzak, op het voordek door. Voor ons in de kuip een heerlijke "zetel".  Mits enige oefening lukte het vrij aardig ons er op de juiste manier in te nestelen.

In het frisse klimaat thuis, was het een heerlijk isolerend bedje, dat je eigen warmte perfect bewaart...Hier in de tropen enkel 's nachts te gebruiken, overdag een soort gloeiend heet martelbed. Nu een jaar al niet meer gebruikt (het laatst door Karen en JM). Perfect voor vissers tijdens de frisse nachten, lijkt ons.

 

Het houdt niet op.

Maar....dit wordt echt een straatje zonder eind. Nu willen zíj ons weer iets schenken.  Vis, natuurlijk, ze hebben niks anders.  En of ze aan boord kunnen komen.

Maar wij wimpelen hun af, moeilijk hoor. De zon is al onder en we moeten maar eens beginnen met al die vis klaar te maken voor de koelkast. Dat begrijpen ze. Overboord gooien is toch geen optie.

Als ze weggaan, ik durf het haast niet zeggen, hebben ze ook nog stiekem drie grote langoesten achtergelaten. 

 

Je zou toch voor minder visioenen van een heerlijke steak krijgen, niet?

Maar, ik neem mijn woorden terug. Die palmeto is wellicht de lekkerste vis die wij ooit aten. Met zoveel vriendschap gegeven.

 

 

 

Woensdag 4 april

Tien poten.

We zijn weer eens bezweken. De vissers, die met hun langoesten langszij kwamen roeien, keken zó beteuterd toen we : "Nee" riepen. Vooruit dan maar, tenslotte is 5 dollar geen geld. Voor hen echter een fors bedrag. Nu het lobsterseizoen voorbij is, kunnen ze enkel aan ons, zeilers, wat bijverdienen.

Dus steken twee enorme langoesten in één emmer en een toegift van twee kleinere (voor wat kleren)  in de andere. Ze leven nog. Natuurlijk, die beesten gaan niet zomaar dood voor ons plezier. Kop, sprieten, tien poten...het steekt allemaal buiten de emmer. Als je eentje oppakt, bij de sprieten, en het staat hem niet aan, dan klapt hij met kracht zijn volledige staart, met kleine mesjes, helemaal naar binnen tot tegen zijn kop. Als je daar tussen raakt.

 

Kookpot.
Hoe help je die beesten nu, zonder veel gedoe, naar de andere wereld? Ik bespaar je de details, wil liever geen boze comments van dierenliefhebbers. Maar ik kan je verzekeren dat het toch niet zo simpel was als het : "Je steekt de lobster met de kop eerst in het kokende water" uit de kookboeken. Om te beginnen heb ik niet zo een enorme kookpot. Vervolgens heeft een langoest ook geen, met elastiekjes samengebonden scharen, maar lange sprieten...waarmee je ze kan oppakken, ja, dat wel. Maar hoe krijg je ze dan 'kop eerst' in de pot? Niet dus. Enkel met die in het kokende water wild klappende staart eerst, zeker. Geen goed idee.

In ieder geval 's avonds hebben we twee lekkere staarten op ons bord. Langoesten Belle Vue ! En nog genoeg over voor de twee volgende dagen. Curry van langoest, langoestencocktail, soepje van langoest....

Maar, je hoort het goed, nu even niet meer ! Onze cholesterol heeft een ferme boost gekregen.

 

Donderdag 5 april.

Mooie Cayo Cuervo.
We liggen in het midden van de lagune van Cayo Cuervo, omringd door rif en mangrovebossen. Sinds we zondag uit Cienfuegos vertrokken, is dit de eerste écht mooie cayo.

Het weer blijft uitermate kalm. Vriendelijk golfjes maar ook weinig wind. We motoren veel om onze bestemming te bereiken. Maar als de windmeter richting 10 knopen schiet (toch geregeld) leggen we onze herriemaker het zwijgen op en daalt een zalige rust over Jakker. De zeilen omhoog. Je hoort enkel het bruisen van de boeggolf. Wat verkies ik dat geluid boven het monotone gedreun van de Volvo. Je oren gaan ervan tuiten.

Calamares vaart nog steeds met ons mee. Veilig, zo met zijn tweetjes in deze immense plas, waar je ook áchter het rif de ganse dag alleen water ziet, met enkel wat 'pannenkoekeneilandjes' in de verte. Een kijkje op google earth toont wat ik bedoel.

Stechelen.
Stukken met stijle IJselmeergolfjes, gebieden waar je je op de Grevelingen waant...een heel apart vaargebied die Golfo de Ana Maria en de Tuinen van de Koningin.

Af en toe moeten we door ondiepe kanaaltjes. Soms liggen de beloofde boeien er, soms ook niet.
Af en toe vrezen we dat we dat we niet over een ondiepte heen kunnen. Dan wordt het even onrustig aan boord van beide boten. Luid worden meningen verkondigd, binnensboots" welteverstaan. Uiteindelijk hakt iemand de knoop door.

's Avonds zijn de plooien al lang gladgestreken. Lachen we gezellig babbelend in de kuip. Niet moeilijk met Emmy en Walter, hartelijke mensen van onze leeftijd en met een beetje vergelijkbaar gezin. Extra makkelijk dat het met Hollandse Emmy en Oostenrijker Walter, in het Nederlands kan .