Despacho.

Gisterenavond zaten we nog aan tafel met een stel nieuwe vrienden van Aluna, Titaro en Lion King. Een live band speelde salsa. Vandaag is het alweer afscheid nemen.

Eerst de haven betalen, dan komt de guarda frontera aan boord. Ze zijn met z‘n drieën : de jongste komt echt binnen nakijken of we geen (Cubaanse) verstekeling verstopt hebben ?! Alles ok, we krijgen we een despacho. Mogen via de Cayos (=koraaleilanden) de Dios aan de beschutte binnenkant van het rif naar Cienfuegos varen. Daar moeten we ons dan weer melden.

 

Met een licht hartje verlaten we de marina. Natuurlijk, we gaan ons Karen weerzien en Jean-Marc. Ze brengen Leander, zoontje van JM, mee, een hoop ‘verzoekspulletjes’ en vooral, zoveel verhalen van thuis.

 

Calamares.

Even buiten de vaargeul ligt….. een blauwe boot. Calamares! Verdorie, dat we die niet eerder opmerkten. We kunnen slechts even langsvaren, schreeuwen boven het motorgeluid en de wind snel snel wat nieuwtjes heen en weer.  Vóór het donker willen we op een veilige ankerplek liggen.  Zo gaat dat met cruisers, zij komen van Cienfuegos, wij varen erheen.

 

Hakken.

Al meteen kan het misselijk makend geboenk op de golven beginnen. We moeten voorbij de huurcatamaran die een week geleden ‘s nachts op het rif liep. Hoog en droog staat hij er nog steeds. Twee mannetjes zijn aan het werk om dingen eraf te halen. Dikke pech!

 

We hakken en jakkeren evenwijdig aan de kust tot er na anderhalf uur een doorgang is in het rif. Steeds de dieptemeter in de gaten houdend, gaan we eerst noord en dan oost uit op de dieptelijn van 5 m. Er staat al behoorlijk minder deining.

Net vóór 17 u droppen we het anker achter Cayo Sal. Eén palmboom staat daar zeer eenzaam te zijn. Nog even snorkelen en dan genieten van de zalige rust. Het wordt een green flash vandaag, zeker weten.

 

Langoesten.

Maar daar komt een vissersbootje aan…zover van het vasteland? Wat dacht je…de grootste langoesten ooit liggen in hun bootje. Twee exemplaren van meer dan een kg elk kosten samen zo een 25 eurocent!!!

 

De green flash missen we dus, te druk aan het praten, maar met die langoesten in onze buik (ja, ik weet het, we eten er te vaak) kunnen we tegen een nachtje rocken.

Want zo gauw het donker is, begint het weer te waaien. Zelfde scenario als een paar dagen geleden bij het rif. Alleen, nu komen de flink bruisende golven van voren. Het lijkt alsof we varen. We slapen toch behoorlijk wat op de banken in het salon.

 

Varkensbaai.

Vroeg op en we vervolgen onze weg. We komen weer in dieper water nu, voorbij Cayo Iguano del Este. Het verboden gebied ten zuidoosten van de Varkensbaai moeten we mijden. Ja, we varen zowaar in de buurt van dié legendarische Varkensbaai van de invasie in 1961. Invasie door Cubaanse vluchtelingen, opgeleid en gesteund door de CIA. Bloedig neergeslagen door Fidel. Reactie : het Amerikaans handelsembargo. Cuba raakte betrokken in de rivaliteit tussen USA en Rusland. Koude oorlog. Een begrip in die tijd.

 

Zoon van de walvissen.
We hadden het weer fijn uitgekiend.
We zouden gaan ankeren 3 NM van de haven vandaan, achter de Cayo Hijo de los Ballenatos. Een paar kale rugjes van eilandjes, in de vorm van walvissen.20

Je ankert daar achter het rif in poederig zand. Je zware ijzer op het kwetsbare koraal uitgooien, doe je niet, is strafbaar bovendien.
Het geluid van een voortdenderende trein klinkt tot binnen in de boot, de brekers op het rif.

 

Feest.
We komen hier om te snorkelen en Roxie’s geboorte te vieren. En wat voor een feest is me dat?! Binnen een half uur zien we tien barracuda’s. Een schildpad. Een grote Jodenvis (= een soort tandbaars). Een slapende verpleegstershaai, kop onder een blok koraal, slechts rug en sierlijke staartvin steken uit. Twee lunchende pijlstaartroggen. Wie wil er in godsnaam in zo een wolk van opwaaiend zand eten? Blijkbaar moet het zo. Met hun ‘vleugels’ maken ze, steeds op dezelfde plek, sierlijke bewegingen, zand en beestjes opwervelend. Andere kleine visjes hangen erboven en profiteren mee. Overal zie je ronde putten op de bodem. Rog was hier.

Rustig valt de avond, de volle maan schijnt zilver op het water. Dan is er een eerste boenk onder de spiegel. Een golf slaat met veel kabaal onder tegen Jakker aan. Nog één en nog…de wind is noord gedraaid. We liggen aan lager wal, een heksenketel rondom ons. "Dat is hier, verdomme, één grote klotsbak," Tony’s commentaar.

 

Klotsbak.
Terug naar de haven? In het donker? Maar… we wilden zo graag ook morgen nog van dit plekje genieten! Een poging tot slapen dus maar, één oor luisterend naar het ankeralarm en eventueel verontrustende geluiden buiten.
Rond 3 u draait de wind opnieuw naar het oosten, een bui trekt over. De 'walvissen' nemen ons weer in bescherming. Het water wordt rustiger. We kunnen slapen. Crisis voorbij.

 

Balu.
De volgende dag, terug op ons plekje in de haven, ligt daar warempel 'Balu'. Laatst gezien : eind september in Grenada. Ze brengen nieuws over andere vrienden, cruisers die in Cienfuegos liggen. Balu, de Zwitserse Etap, met Thomas en Regula aan boord.  We zagen hen voor het eerst in het Bretoense Trébeurden. Toen antwoordden we nog wat onzeker en aarzelend op hun vraag naar onze bestemming : "Ja, ook naar de Carieb?!"

En zie ons nu liggen hier, in Cuba, begot !
Geen wifi, dus ben ik nog wat foto’s van Roxie gaan bekijken op de computer in het hotelletje. Ook al de comments op onze blog gelezen.

Liefste allemaal, dank je voor al die reacties en gelukwensen. Ons hartje wordt er warm van. Intussen ontpopt Roxie zich tot een rustige baby, die zich van alle heisa weinig aantrekt.

 

9 maart 2012 : Roxie.
Eindelijk is ze er!!! Lyams zusje! Roxie. 50 cm en 3,470 kg. Blakend gezond.
Even liet ze ons fantaseren over hét ultieme verjaardagscadeau voor een opa : een kleindochter. Maar, een beetje plagerig, heeft ze toch maar voor de dag erna gekozen. Een grapjasje?!

 

 

 

 

8 maart 2012.
Want wat ging er vooraf? (Dit tekstje was al klaar.)

Captain Tony is jarig!
Ik sta om halfzeven op om voor hem een appel-kruimel vlaai te bakken. Goed gelukt, vind ik zelf.
Met een lekker ontbijt, de binnengehaalde proficiat-mails van de kinderen en het traditioneel gedichtje, starten we deze speciale dag….die toch wel erg lijkt op alle vorige dagen.
We genieten van de Cubaanse zon. De felle wind (nog steeds) moeten we erbij nemen. We crossen rond met de opnieuw geplakte Jak, wandelen op het witte strand tot we bijna blind zijn van de weerkaatste schittering.

Lion King.
Onze Nederlandse buren van de Lion King, Ans en Harry, komen het glas heffen op Tony's gezondheid. Ze brengen zelfs een Cubaans(zeep)cadeautje mee! De Cubanen willen tegenwoordig misschien liever dollars, Tony is er blij mee. We drinken Cuba Libre en zien de zon ondergaan en de volle maan opkomen. Ondertussen supporteren we hevig voor dat ultieme verjaardagscadeau. We weten inmiddels dat het niet lang meer zal duren.

Geen skype.
Met een vette knipoog naar ons heeft Roxie dan uiteindelijk vandaag(9.3)het eerste licht gezien.

Skypen met haar, zoals vorige keer met Lyam, zit er niet in. De enige computer met internet in het hotelletje vlakbij is supertraag. Er is geen wifi. Onze gsm kunnen we niet gebruiken (een simkaart voor Cuba kunnen we pas kopen als we in Cienfuegos zijn).  Felicitaties op onze gsm's bereiken ons dus niet. Het is al meer dan een week geleden dat ik onze mails checkte en de reacties op onze blog. Morgen beslist doen.

Enkel onze radio is de link met thuis en wat voor eentje. De mails vliegen heen en weer, bijna als met wifi.
We hebben zelfs al een fotootje. Het binnenhalen duurde 7 minuten.

Ik voel me trots, blij samen met onze kinderen, opgelucht dat alles goed is gegaan. Ik voel me ook wat triest dat ik er nu niet bij kan zijn, om Roxie te bewonderen en vast te pakken, te delen in hun geluk, om een handje te helpen…
Maar we zullen haar zien als ze wat groter is.

 

 

Cayo Largo: een resort eiland.

Een duizendtal Cubanen werken hier twintig dagen en gaan dan voor tien dagen naar huis en familie op het vasteland. Dat geldt voor de dokter, de kelner in het hotel, de catamaranschipper, de douane….tenslotte is iedereen beambte.

We zijn hier nu 5 dagen. En echt, dit is de meest bedrijvige marina. Het begint 's morgens rond 7 u al. Het luide, radde Spaans van de mensen die de dagtripcatamarans klaarmaken, klinkt over het water. Om 9 u komen de eerste busladingen witte resortmensen toe, voor uitstapjes naar strand en eilandjes. In kleine groepjes worden ze tot de boten toegelaten. Controle bij de steiger.
De motorboot met voorraad en personeel voor het strandrestaurant op Playa Sirena vaart ook rond deze tijd af. De mannen in donkerblauwe bermuda, wit hemd en allemaal, zonder uitzondering, zo een 'rugtas' met één brede riem, die je dwars over de borst draagt, weet je wel.

Daartussen lopen de alomtegenwoordige officials die alle scheepsbewegingen in de gaten houden en nieuwkomers inklaren.  De inspector schudt handjes met ons. Wij zijn al opgenomen in het plaatje.

 

Verwaaid.
Door de felle noordenwind van de laatste dagen ligt ónze steiger vol verwaaide chartercatamarans met hun gasten. Eentje is zelfs niet tot hier geraakt, vernemen we. Die ligt hoog en droog op het rif bij de ingang. De mensen hebben een bang nachtje op hun cat moeten doorbrengen, vooraleer ze 's morgens werden weggehaald.

Noordenwind, ja, Overdag is het als steeds, bakken en braden.
's Avonds is het bepaald koud, 24°.  Lange broeken en sweater-weer als we buiten, op het enige terras bij de haven, iets gaan drinken. De wind blaast ongenadig.
Ook nu klinkt het radde Spaans én de salsamuziek uit de richting van de catamarans die terugkeerden van de laatste trip. Elke avond opnieuw, schrobben en poetsen.

En morgen beginnen ze weer van voren af aan.

 

 

Tweedekker.

Elke morgen om 11 u vliegt hij over ons heen. De Antonov II. De grootste eenmotorige tweedekker ter wereld. Hij dropt dagelijks een pakje kranten voor Cayo Largo.

Bij het horen van zijn typische stermotor geluid, gaat ons hart sneller slaan. Ooit zaten we in het team dat met de Antonov, Anoushka (D-FBAW), op talloze airshows en andere evenementen met passagiers rondjes vloog in de buurt. Pure nostalgie. 

 

We liggen vlakbij het vliegveld afgemeerd. Aan landende, over de palmen scherende, vliegtuigen geen gebrek. Het is zo eens wat anders al die Antonovs, Yaks en Lets.

 

Winkelen op z’n Cubaans.

Ook elke morgen ga ik even langs bij de winkel van de marina. Die is duidelijk gericht op de chartercats die hier geregeld aanleggen. Reuzengrote blikken gepelde tomaten, zoals ze in restaurants gebruiken. Massa’s rum en andere drank. Pakken koffie van 1 kg. Geen vlees, groenten, fruit. Op mijn vraag of er ooit groenten te koop zijn, antwoordt de kassa mevrouw : "Ja… ze zal me waarschuwen als er iets ‘binnenkomt’"

 

Vandaag heb ik geluk. Ze rammelt het lijstje af van wat er is : ananas, meloen, limoenen, pompelmoes. "Zeg maar wat je wil en kom het straks halen. " Waar ze dat fruit vandaan organiseert ????

 

Dinghy exploration.

Intussen maken we een schitterend dinghytochtje langsheen de ontelbare mangroven eilandjes en belanden bij het ondenkbaar witte droomstrand Playa Sirena en het ‘dolfinarium’. Daar kunnen toeristen zwemmen met twee dolfijnen. Ik vind het triest, die beestjes opgesloten in dat kleine bad, op bevel kunstjes vertonend. Als ik denk aan hun soortgenoten op de oceaan, die ons springend en wel aan een rotvaart voorbijkwamen, heerlijk vrij.

 

Namiddag begint het te betrekken en tegen de avond wakkert de wind, die naar het noorden draait, aan tot 30 knopen.  Netjes zoals voorspeld. Jakker waait daardoor naar voor, tegen de steiger. We proberen haar meer naar achter te trekken. Makkelijk gezegd. Tenslotte lukt het ons, met de motor in achteruit. Jakker rukt nu bij elke vlaag aan de strakgespannen touwen, die schreeuwen alsof ze fysieke pijn voelen. Vooral vooraan. Nat gieten, wil wel eens helpen.

 

Maar geen nood, wij gaan slapen in de achterkajuit…normaal het domein van onze gasten.