Koraaleiland Cayo Largo.

Vanmorgen, heel vroeg, kon de motor uit, het begon opnieuw te waaien.

Heerlijk zeilend, zien we het lage zand-koraaleiland Cayo Largo steeds dichterbij komen. De golven bouwen zich op. De wind blaast zo een 6 bf intussen. De aanloop tussen de riffen is lage wal. (De wind blaast daarheen.) Zou het er veilig binnenlopen zijn? Misschien zijn er wel hoge golven bij de ingang. Dat vraag je je steeds weer af. Het valt allemaal reuze mee en met de hulp van ons pilot boek, de dieptemeter en de GPS vinden we onze weg richting marina.

 

Niet diep genoeg.

Tot we plots op een ondiepte van minder dan 2 m stoten. Daar raken we met onze 2 m diepe boot niet omheen, wat we ook proberen. Wat nu? Stekelige opmerkingen vliegen heen en weer. Een obstakel, een oud koppel en een paar nachten met weinig slaap, meer is daar echt niet voor nodig. 

Kapitein Tony geeft een ruk aan het stuurwiel, we varen een stuk terug. Goed zeemanschap en de enige oplossing. Daar zagen we beiden nog een ander beboeid kanaal. Heel langzaam, de dieptemeter steeds in de gaten, varen we daarheen.

Pfff, het kanaal is overal 4 m diep..gedregd zonder twijfel, voor cargo’s die het eiland bevoorraden.

 

Snuffelhond.

Ons plaatsje in de haven is al voorbehouden. De palmen, het terras vlakbij, de bedrijvigheid op de steiger, het helder blauw-groene water… eerste indrukken en dan begint het. Het "inklaringstheater". 

Nummer 1: de dokteres. Mét witte schort. Heel vriendelijke meid. Stelt ons een aantal vragen over onze gezondheid, besmettelijke ziektes en de laatste havens die we aandeden. Vult ijverig papieren in en of we dan straks, als we geld gewisseld hebben, even hiervoor willen komen afrekenen in de clinica.

 

Dan volgen immigraties, douane, drugshond, havenmeester en het ministerie van landbouw en hygiëne. En allemaal trekken ze hun schoenen uit. Zeven personen, zestien formulieren. Die ze, gelukkig, wel allemaal zelf invullen. Het wordt een gezellige boel in de kuip. Ze zijn nog niet van plan te vertrekken.

De cocker spaniël vindt, buiten een hoogst interessante tas met schoenen, geen drugs. Zij doet anders moeite genoeg, springt op ons bed, op de salonbanken, snuffelt in kasten. Haar nagels tikken op onze houten vloerdelen.

 

Gezondheid van groenten en fruit.

Maar…dan komen de officieren-dokters van het departement "Sanidad Vegetal". Ze vragen of ze het fruit en de groenten mogen zien. De eerste, Snorremans, diept een vergrootglas uit zijn tas en bekijkt het kroontje van één van mijn pas gekochte appelsienen. Hij kijkt veelbetekend naar zijn collega en toont mij wat hij gevonden heeft. Een dood insectje. Al de sinaasappelen worden gecontroleerd én de aardappelen, de uien, de bananen, de knoflook bolletjes, de yam. Op die laatste vindt hij warempel nog een (naar wij dachten lang uitgeroeid) zwart meelbeestje. De afgekeurde groenten verdwijnen in een plastic zak. In de koelkast vinden de, eveneens pas gekochte eieren, geen genade. In de plastic zak. De zakken worden verzegeld onder het gemurmel van : "Duizend keer sorry, we h(g)ave to do our job." Rijst en macaroni (in die ene kast die ik hen toon tenminste) zijn ok. Sinds onze belevenissen met de zwarte beestjes zit alle pasta, bloem en rijst in plastic doosjes en dozen. Belet hen van rond te crossen in de boot. 

Ik ben al iets sluwer en laat de heren dokters niet dadelijk mijn grootste kast zien. Ze vragen niet verder. Oef.

Ook Snorremans en collega komen morgen geld innen. 5 CUC ( = 5 $) per zakje.

O ja, de verzegelde zakjes moet ik bewaren en eenmaal buiten de territoriale wateren kan ik ermee doen wat ik wil ?! Toch ook nog een vingertje : die zakjes zeker niet bij de vuilnis droppen!!  Buitenlandse-boten-afval hoort in de "Basura International ton" en ook die wordt gecontroleerd.

 

Welkom in Cuba.

Alles is ok nu. Twee en een half uur later : handjes geven, welkom in Cuba, iedereen verdwijnt, het doek valt. Nog 'to do' voor ons : geld wisselen, zegels kopen en betalen voor alle documenten, tezamen 100 CUC.

 

Een hoop vragen spoken door mijn hoofd. Is de controle zo willekeurig? In sommige havens neemt met de vuurpijlen mee, hier vroeg men er niet eens naar?? Evenmin naar elektronische apparaten? Onze Nederlandse buren van de Lion King konden in La Havana ongestoord eieren, ham, fruit en groenten meebrengen? Heb ik pech gehad?

 

Maar de zon schijnt, iedereen lacht en is vriendelijk, salsa klinkt van een radio dichtbij, de palmen wuiven in de wind…we zijn in Cuba!!! Akkoord, het échte Cuba is pas op het vasteland te vinden. Dat komt nog.

 

 

Schommelen.

Je zal het zeilers steeds horen zeggen : de eerste dag maar vooral de eerst nacht op zee, dat is aanpassen, man. We hadden de voorbije dag al veel wind, weinig wind, hebben flink gezeild, ook wat gemoterd. En we hebben genoten van het op open zee zijn. Nu zijn we het geschommel min of meer gewoon. Ik kan nu binnen op de 'bewegende' laptop tikken en je vertellen over onze laatste dag in Montego Bay.

 

Die dinsdag zou rustig verlopen, zo dachten we. Een laatste keer naar de Megamart. Jakker opruimen voor het vertrek morgen. Spaghetti met saus maken voor onderweg. Het papierwerk bij douane en immigraties regelen. Niet dus.

 

Platte Jak.

Als we terugkomen van het winkelen, blijkt de wind flink toegenomen. Het stukje water van aan het dinghy dock tot bij Jakker is wit van de schuimkopjes. Maar Jak kan dat wel aan, vier boodschappentassen en twee personen. Net vóór we afvaren van de kaai, raakt hij even onder de steiger…en is er ook weer zo onderuit. Hup, weg hier. Tony zit al in zwembroek want we gaan nat worden. Ik trek mijn T-shirt uit…maar wat is er nu aan de hand? De rechterkant van onze trouwe dinghy is zo plat?…Tony kan niet blijven zitten…alle lucht loopt er langzaam uit. Terug naar de steiger, onmiddellijk. Dit halen we niet met zulk weer en zoveel bagage. Een nagel onder de steiger heeft Jak lek gestoken.

 

Op zoek naar Mister Mike, dock master en onze redder in nood. Hij brengt ons en onze boodschappen, met de daycruiser van de haven, naar huis. De vragende ogen van andere cruisers volgen onze tocht. Nu wordt het plots haasten. Om 16 u afspraak met de douane en om 18 met immigraties. Tony gaat mee terug om Jak te plakken en ik ga boodschappen wegstoppen…in de nog overblijvende gaatjes.

 

Zoals steeds loopt dat plakken niet van een leien dakje.  Lijm die niet goed meer is, moet er terug afgehaald. Een ingesmeerd stuk rubber wordt door de wind meegenomen….opnieuw beginnen maar.

 

Toch zijn we om 4 u bij customs en immigraties halen we ook nog op tijd. Een heerlijke douche in het mooiste sanitair decor van Jamaica en klaar.

 

Woensdagmorgen weet Bert ons klaarwakker te krijgen met het bericht dat we misschien een schrikkel-kleinkindje krijgen. Maar het blijkt loos alarm en we wachten verder af …iets rustiger dan zij wellicht.

Komt goed uit, tijdens de nachtwachten amuseer ik mij, zoals vaak, met denken aan de thuisblijvers.