Zeven uur. Gewekt door het gebalk van de ezels, lopen we over het maagdelijke strand van La Blanquilla. Hier geen dames die hun huid met zand scrubben. Enkel de pelikanen kijken ons verveeld aan.

Een ezelpaadje ligt er uitnodigend bij. Ezeltjes zijn echter nergens te bekennen. Goed dat we schoenen aantrokken, de stekels van de cactussen zien er vervaarlijk uit.

Hagedissen en krabben schieten weg voor onze voeten. Daar...een kapelletje of grafsteen? Hoe eenzaam...een paar vissers en soldaten dat zijn de enige eilandbewoners.

Rond La Blanquilla krioelt het wél...van vis. Het snorkelen is zalig. Prachtig koraal en als ik een Queen Angelfish zie, ben ik helemaal in de wolken. Een echte "postzegelvis" dat hebben ze in the Grenadines goed begrepen.20 Het water is kouder dan in het Oosten. Maar het verfrist tenminste.

Waar hebben we dit allemaal verdiend? Dobberen in het azuurblauwe water, een visser van Pampatar langs ons. Pelikanen scheren in bommenwerperstijl over ons heen en sinds gisteren : Spaanse salsa op de radio. Radio Rumba de Margarita, alsjeblief!

Geloof het of niet, sinds lang zijn we weer echt met vakantie.

We wuiven Zeevonk uit. Ze zeilen verder, hun chartergasten hangen immers vast aan het strakke schema van de luchtvaartmaatschappij.

Het bezoek van de "Vikingen", zo noemen we onze Noors - Zweedse vrienden van de Godot,  sluit deze perfecte dag af. De lach van Paul klinkt nog lang na in de maanverlichte nacht.

Morgen zeilen we verder naar Los Roques. Dan zijn we klaar voor weer een nachtje op zee.