Wat een kabaal buiten. Tony is duikflessen aan het vullen en dat gaat nu eenmaal niet op fluistertoon.
We zijn net terug van een eerste proefduik samen met Paul (Godot). Gewoon achter Jakker, hup, naar beneden. Waw, dat belooft voor de volgende dagen.
Ik weet niet hoe je dit allemaal beschrijft, hoor. Zee-aquarium in de tweede graad?
Zoveel vis zagen we nog niet tezamen. En het rif is prachtig. Meer kan ik echt niet zeggen, behalve misschien : Kom zelf eens kijken!

Het aanpassen hier op Bonaire gaat in sneltreinvaart.
Inklaren : geen probleem. Ze spreken immers onze taal. Overal, in winkels en op terrasjes, hoor je Nederlands. Ja, ook Papiamento een heerlijk mengtaaltje van Hollands , Portugees, Spaans, Indiaans dat planters met hun slaven spraken. Ik ken al een paar woordjes.

Als ik de radio aanzet, voel ik me in Zeeland, met nieuws en weerbericht van thuis.
De frietkraam : ook al gedaan.

En wil je nu wat weten : iedereen hier kijkt uit naar het bezoek morgen van koningin Beatrix, prins Willem-Alexander en prinses Máxima.
Maar niks kan er op tegen óns bezoek!  Begrijp me niet verkeerd, ik heb niks tegen de koningin, hoor.
Straks landen Karen en Jean-Marc hier, samen met een aantal mensen van duikclub Time to Dive. Je zal wel minder van me horen de volgende weken, wegens meer onder water dan erboven.


 

PA270650 (Medium)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 




Bonaire. Een serieuze schok na de van mensen verlaten eilandjes. Auto’s, motoren, sirenes, auto-alarmen, drilboor op bouwwerf… Wat maken wij mensen toch een herrie. Maar Kralendijk ziet er leuk uit…een kluizenaarsbestaan da’s niet echt iets voor ons.

We zoeken een vrije mooringboei. Ankeren mag je hier nergens op dit eiland waar “het milieu” bekommernis nummer één is. Ze hebben hier dan ook het mooiste “aquarium” van de Carieb en het begint gewoon bij het strand. We hebben de voorbije maanden al één en ander gezien, maar hier valt je mond gewoon open. Je kijkt van je boot in het water en je ziet meteen tientallen sergeant majoorvisjes als zebraatjes in het water zweven. Kristalhelder noemen ze water als dit. Snorkel op en hup in het water. De drop off is vlak achter Jakker. We hebben dus meteen een huisrif om te duiken. Twee French Angelfish komen zich presenteren. Grote papegaaivissen, egelvissen, het zwemt gewoon onder Jakker.  

Aan de wal, da’s een ander verhaal. De auto’s rijden hier weer rechts. Oeps. Eindelijk na maanden op Grenada, zijn we erin geslaagd het lang geleden aangeleerde gedrag : “Eerst links kijken, als je een straat oversteekt, daarna rechts …bla, bla“ om te turnen. En nu wil onze kop steeds naar rechts…kan je dat geloven?  Staan we wéér onzeker weifelend aan de stoeprand…hoe was het ook alweer? Moeilijk!

Op het terras van Karels bar met Paul, Anne-Mette, Bengt en Ritwa, klinken we op onze aankomst. We bestellen een biertje, gewoon in het Nederlands.

Hier is ook weer wifi. Ik koop meteen 20 uur en lees de comments op mijn verhaaltjes. Heel erg plezant. Heb ik toch meer dan die ene fan, waarmee Tony mij altijd plaagt.

Om half elf draaien ze de knop van de geluidsinstallatie bij Karels op tien. We liggen toch nog iets té dichtbij om rustig te kunnen slapen. Oplossing : onze ventilatortjes, ook op vol, zoemen ons in slaap.

 

 


 

Van lllinks naar rrrrechts, heen en weer, zo schommelend op de zeedeining naderen we mijl na mijl Bonaire. Op motor, want op deze golven klapt het zuchtje wind dat er waait gewoon uit het zeil. Godot heeft dit net nog uitgebreid gedemonstreerd.
Een poging tot verslagje over de voorbije dagen dan maar.

Belgisch weer.
Behalve dat we elke dag opnieuw weer elk moment getrakteerd worden op het meest exotische postkaartbeeld van riffen en piepkleine witte eilandjes met één palm. Beeld voor de meeste mensen enkel voorkomend in dure vakantieboekskes. Ik weet het, een mens zou er nog gewoon aan raken.
Behalve dat...hebben we echt Belgisch weer gehad, maandag. Lage lucht en veel regen. Fris was het : 28 °. Dat weer trok een streep door onze snorkelplannen, maar leverde wél 80 liter heerlijk water op.

Lobsterseizoen.
Denk nu niet dat we ons verveelden. Zelfs voor show wordt gezorgd op dit godvergeten eiland, Isla Sur (Aves de Barlovento). Show in de vorm van een vissersboot en 16 Venezolanen die plots opduiken in onze baai. In razendsnel tempo beginnen ze kamp te maken. Een houten skelet op het strand, we merkten dat gisteren al op, toveren ze met doeken en een plastic zeil om tot basistent. Voorraden worden aan land gebracht. Diesel, water, voedsel in grote tonnen. Wij zitten onder de paraplu-bimini en kijken ernaar. Ze willen hier duidelijk een tijd blijven. Komen ze lobsters vangen? In Venezuela start volgende dinsdag het seizoen.
Dan wordt het donker en kruipen  ze allemaal in hun hangmat aan boord van het vissersschip. De wind neemt pas rond 1 u af, zodat we dan rustig in bed kunnen. Geen ankerwacht meer.

 


IMG_3425 - Version 2 (Medium)

PA240621 (Medium)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Barracuda.
Dinsdag : meeting op Godot. Ik ga graag, ze hebben een expresso machine. Hurricane Rina is ver ten noordwesten van ons. In Yucatàn moeten ze zich voorbereiden op het ergste. De depressie is voorbij getrokken dus de bemanningen zijn akkoord, we gaan vandaag verder naar de Aves de Sotavento. Tijdens het buitenvaren tussen de riffen, vangen ze op Godot een flinke barracuda (40 cm).

Wij kunnen toch niet achterblijven. Vislijn uit.
De tien mijl naar de volgende eilanden zit erop. Eyeballend varen we binnen, een kanaaltje tussen ondiep water volgend. Beet! Net nu, we hebben eigenlijk geen tijd. Vlug haalt Tony de lijn binnen. Wat is dat nu weer, een grote vissenkop : onze buit? Een mooie albacore tuna, denken we, of is het een makreel? Enkel de borstvinnen hebben we om het te bewijzen.

 

PA250628 (Medium)PA260644 (Medium)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Saki Saki.
5 mijl varen we naar het noorden langs de meest schitterende witte eilandjes met branding omspoeld, en ja, ik kan er ook niks aan doen, een paar fotogenieke palmen. Maar we rollen van boord naar boord. Ankeren hier? Forget it! Bij Saki Saki proberen we ons geluk. Zig zaggend tussen koraalformaties die hier en daar boven het water uitsteken.... vinden we een ankerplek. Niet naar volle tevredenheid. Prachtig is het genoeg en geen swell, maar opgesloten als ratten in een val als het weer verslechtert en er zijn nog steeds squalls rondom ons. Maar de zon gaat onder, waar kan je dan nog heen?
We slapen niet gerust en willen hier zo snel mogelijk vandaan. De wind gaat nog toenemen. Enkel helemaal in het zuiden, bij Isla Larga, is beschutting, maar Godot steekt te diep, kan daar niet binnen. Weg hier. Spijtig, ik had nog even op Saki Saki willen gaan wandelen. Maar och, de lelijke metalen vuurtoren verbrodt toch één en ander, troost ik mezelf. Verwend nest, besef ik ook.  

Dus heen en weer deinen we nu naar Bonaire. Het heuvelachtige noorden kan ik al zien. Nog 7 mijl.


 

Tevreden veeg ik mijn mond af. Dat was nog eens lekker, zeg. Verse langoest Belle Vue. Chique naam voor gewoon : langoest in de pot met de groentjes die ik nog over heb, na 11 dagen zonder inkopen.

Het beestje hebben we gescoord via ouderwetse ruilhandel met de visser, Luis, die hier samen met zijn zonen een tijdelijk optrekje heeft op één van de eilandjes van Aves de Barlovento.

Een stripje pijnstillers, voor een vriend van Luis, die gevallen is (?), en een fles limonade en over ons avondeten hoeven we ons geen zorgen meer te maken.

Ik bak nog wat gekookte yamwortelstaafjes in een bodempje olie : heerlijke frietjes, geloof me.  De geur van "langoest op de barbecue" waait over van Godot, Luis was ook bij hen op bezoek.

 

Wij zijn toch nogal verwende stinkers. Vandaag verruilden we het ene prachtige eiland voor weer een ander. Adios Archipiélago Los Roques. Hola, Isla Sur, Aves de Barlovento.

Pelikanen die zich kamikazegewijs loodrecht naar beneden gooien, recht op hun prooi, zijn hier minder talrijk. Welkom in het rijk van de Roodpoot Jan Van Gent. De mangroven stikken ervan. Bomen zitten vol en bij zonsondergang komen van alle windstreken nog meer van die gekke vogels aanvliegen. Felblauw masker en snavel, maar vooral ...rode zwempoten. Sneeuwwitte tieners vallen het meest op.

 

De eilanden zelf... niet meer dan een uitgestrekt mangrovengebied op een joekel van een rif. Overweldigend! Mijn superlatieven raken stilaan uitgeput. We proberen met onze Jak niet verloren te varen in de vele kanaaltjes tussen de mangroven, kanaaltjes spetterend van de visjes. Twee spartelen er al op de bodem van Jak, zomaar aan boord gesprongen. We gooien ze terug. Op Jakker wacht een beter diner.

En na het afwassen genieten we van de stille, pikdonkere nacht. Zelfs de puri-puri laten ons vandaag rustig de immense sterrenhemel bewonderen. Af en toe klinkt het hese gekras van een booby wiens gebuur te dicht bijkomt.

 

 

Aan 50 km per uur vliegen we over het water. Wow, da's eens iets anders dan een zeilboot. Sensatie! Taxiboot Tarpon brengt ons in no time naar Gran Roque waar toeristen zich op de pier verdringen nét om naar de eilandjes te vertrekken.
Wij doen voormiddag eens wat anders dan snorkelen, zwemmen en caipirinha's drinken op het strand. Wij dwalen door de zandstraatjes, de ontelbare posada's gloeien al in de voormiddagzon. Wat een sfeervolle backpack bestemming! Maar hou het stil.
Met Ritwa en Bent klim ik naar de oudste vuurtoren van het eiland. Het uitzicht is schitterend, in de verte ligt Jakker. De hitte valt wel mee of zijn we al één en ander gewoon?

De anderen vinden we terug in een knus cafeetje waar de patron ons weet te vertellen dat we een halfuurtje extra kunnen verpozen bij hem. Het is hier in Venezuela nl. UTC - 4,5.
We eten dus nog wat overheerlijke "tequenos" kaaskroketjes voor we stipt om 12 u, Venezolaanse tijd, weer aan boord van de Tarpon zijn. Vlug, vlug, de reddingvesten aan, gebaart onze gids, de Guardacostas boot komt eraan. Vermits we al een paar dagen proberen niet op te vallen voor die ambtenaren, luisteren we gedwee. We zijn niet officieel ingeklaard in Venezuela en sluipen hier een beetje illegaal rond, elke nacht elders ankerend.

Naar een volgend eilandje nu. Crasqui, met het langste, eindeloos witte strand van Los Roques. Een beetje zoeken over de ondiepte heen. 3 m gaat nog net voor Godot met haar 2,7 m diepgang. Weer is de beloning : prachtig fluo groen-blauw zwembadwater dat boven het witte zand gewoon kristalhelder wordt als ...kraantjeswater.
Op het strand de schattigste loungebar. Een paar toeristen : parasol, twee zeteltjes, frigobox daartussen.

Verveel ik je? Ja, alle eilandjes, en het water ertussen, zien er hetzelfde uit...kan ik toch niks aan doen! En dat het er zoveel zijn?

Eén klacht hebben we slechts : 's avonds moeten we ons opsluiten achter het muggengaas om niet opgegeten te worden door de muggen en die fucking "no see ums" die hier "puri-puri" heten, overigens even hard en gemeen bijten. Alle potjes en zalfjes uit onze apotheek kunnen niet verhinderen dat we ons tot bloedens krabben. Eens te meer : het paradijs...