Mijn verhaaltjes hebben wat tijd nodig om te rijpen. Dat weet je. Dus er zit altijd wel enige vertraging op.

Maar nu even niet. De uitzondering op die regel. We houden nl. een monster in de gaten, een monster op de oceaan in de vorm van een zich uitdiepende tropische depressie.  Het ligt ergens 400 mijl ten oosten, op onze breedtegraad, op de loer.


Via onze HF radio voorspelde NOAA eergisteren dat deze tropical wave (wie zei weer : een goeie naam voor een cocktail) de potentie had een cycloon te worden, toen nog een 30 % kans. In de gaten houden, dachten we.

www.stormpulse.com geeft dezelfde voorspelling, maar je krijgt er mooie kaartjes bij en verschillende  prognoses (Forecast Models op on zetten) over het pad dat de depressie zal volgen. Vandaag spreekt men daar al van 100 % kans op een cycloon.

Op Martinique, Dominica, St. Lucia, Guadeloupe zullen de harten wel sneller beginnen slaan. Grenada zit goed, voorlopig.

Daarom zijn we vandaag nog maar een stukje gaan zeilen, de hoek om als het ware. Naar het zuid-oosten, Prickly Bay. Lieflijke grasvelden op de heuvels, rond dure huizen en resorts. Weer een nieuwe anchorage en buurt om te verkennen, steeds met één oog op de weerberichten.

Ik houd je op de hoogte.

 






Tijd voor weer wat onderwateractie. Dus wij met Jakker 2,5 mijl richting noord. Van andere zeilers hoorden we dat je er goed kan duiken.
Vlakbij het sculpturen park bij Dragon Bay pikken we een mooringboei op, daar gelegd opdat je het jonge koraal niet zou beschadigen met je anker.
Orkaan Ivan hield met het rif geen rekening, verwoestte het volledig. Daarom heeft een kunstenaar het initiatief genomen om standbeelden onder water te plaatsen, tevens fungerend als kunstmatig rif waar nieuw koraal op kan groeien.
Kinderen in een kring, een schrijver achter een heuse tikmachine, Indiaanse petroglyfen....
elke dag komen snorkelaars en duikers er een kijkje nemen.

Dus wij ook. Flessen aan dek. Ademautomaten, jackets, vinnen, brillen, snorkels verzamelen...mens, wat heeft een duiker allemaal nodig. Alles zorgvuldig in elkaar zetten en in de Jak leggen. Vervolgens het gevecht met het duikpak..of hoe noem je dat aanwurmen van zo'n pak als je bezweet bent. Komt daar ook nog een vissersboot golven maken...of nee, Marine Patrol. Dit staat in het groot op de boot.
Ze komen langszij. Het eeuwige "How are you doing today", klinkt alweer over het water. "You guys gone scuba dive?" Hallo?! Nee, wij hijsen ons voor de lol in die pakjes. En die flessen in onze dinghy dan.....
Ze speuren naar een spear gun in onze Jak. Maar dat geschenk van JM ligt goed verstopt aan boord.
En dan : "Jullie weten toch dat jullie niet mogen duiken zonder guide van Grenada? " Echt waar? Nee, dat wisten we niet.... haha.

Pff, alles terug uitpakken dan maar terwijl zij iets verder op de loer gaan liggen, niet van plan om al meteen te vertrekken.

Snorkelen mag wel en is prachtig. De onder water beelden zeggen ons niet zoveel. Het jonge koraal is veel mooier. Er zit veel vis. Tony probeert een schuwe riddervis op de foto te krijgen.

En ons "braaf gehoorzamen" wordt beloond met een zeldzame steenvis.

 

 

P7250075 (Medium)P7250096 (Medium)P7250100 (Medium)

 

 

 

 

 

 

                                                                     Midden : riddervis                            Steenvis : meester in camouflage

 

 




Programma voor vandaag : St. George’s verkennen en boodschappen doen.
Ontbijt verorberd en weg zijn we. Niks opruimen. Snel vertrekken, het wordt elke minuut warmer.  De middaghitte straks vormt een bijna dodelijke combinatie met de steile straatjes.
In de Carenage, met het prachtig gerestaureerde waterfront, laten we Jak gewoon aan de kade, tevens straatrand, achter. Er is geen dinghy dok en zolang je je bijboot maar niet aan de lantaarnpalen vastmaakt, is alles ok.

Orkaan.
Meteen zet je de klim in naar het centrum van de stad. Even een kijkje nemen bij het Fort George en de overblijfselen van de Presbyteriaanse kerk. Evenals de twee  andere kerken in town verwoest door de meest recente orkaan op Grenada, Ivan.  Ja, Grenada, zogenaamd orkaansafe, is in 2004 toch getroffen en wel door één van de 10 zwaarste orkanen ooit. Het herstel van de kerken loopt flink achterop, maar er wordt aan gewerkt. De rooms- katholieke kerk is als eerste klaar. Ze hebben de grootste groep gelovigen (60 % van de populatie) en worden het best gesponsord.


Van hieraf daalt de weg naar de fruit-en groentenmarkt. “Come, what can I do for you, my love. Sweet bananas, dear!” Jonge vrouwen en omaatjes in de kleurigste kraampjes prijzen hun fruit aan. Goed opletten wat je koopt. Bij deze temperaturen is alles overrijp in no time. De ganse dag bananen vreten om het rottingsproces voor te blijven, niet echt leuk.

Service.
Tijd om wat op adem te komen. En waar doe je dat het best? In de airco van één van de grote supermarkten. Van Martinique is dat geleden.

Weer een nieuwe uitdaging. Foodland, Food Fair: de namen van de Amerikaans geïnspireerde supermarkten. Het eerste half uur heb ik nodig om producten te “analyseren” en om mijn weg wat te vinden.
Veel is “diet”  en toch, zó (kunstmatig) zoet . Koffie (behalve oploskoffie) bijna onvindbaar in dit land van theedrinkers. Yoghurt is ook vaak niet voorradig, gelukkig maak ik die zelf. Kaas, hesp?? Waar?
Maar ik blijf rondsnuffelen en alles bestuderen, tot wanhoop van Tony. Ik kom er wel uit. Aan hulp in de winkel anders geen gebrek. Man, personeel dat hier "rondloopt", meer dan klanten zou je zweren...supervriendelijk bovendien. Ook hier klinkt weer het alom : “How are you doing today?”

En dan kom je aan de kassa. Thuis is dat stressen. Uitladen maar ook al inpakken aan het andere eind. Alles gaat zo snel en de volgende klant zit je op de hielen. Wat een verrassing hier ! Een lieftallige trainee pakt alles in. Zuinig met plastic zakjes? Noooooit van gehoord. Mijn eerste reactie : “Dat doe ik liever zelf ….“ Maar ze rangschikt alles precies op mijn manier. Loopt mee tot je auto...euh...dinghy. Weer iemand die een job heeft. Onbetaalbaar in Europa. Toch een toffe service. Hier kan ik aan wennen.




Shelley met haar boot, Northwind. Simon met zijn boot, Colombe.
Beide Nederlanders wilden solo met hun scheepje naar het andere eind van de wereld. Tijdens hun voorbereidingen leerden ze elkaar kennen. Sindsdien varen ze “samen alleen“ zoals ze dat zelf zo mooi zeggen. Ondanks tal van tegenslagen en met elkaars steun hebben ook zij, weliswaar wat laat, deze kant van de oceaan bereikt.
Pure romantiek of hoe noem je het volgende : toen, nog 1350 zeemijlen te gaan,  Shelley haar beide stuurautomaten het begaven, sloopte Simon zijn eigen elektrische stuurautomaat om die vervolgens op een vlotje van stootwillen naar haar boot te laten drijven.
Niet enkel spullen drijven naar de andere boot. Shelley maakte meerdere malen, midden in de oceaan, een uitstapje, op een luchtbedje nota bene, richting Colombe voor het broodnodige menselijke contact.

Vorig jaar lazen we in Zeilen een artikel over Shelleys vertrek…nu genieten we, samen met haar en Simon, van iets te veel heerlijke sundowners (schuld van het happy hour).
Ze brengen ons de groeten van La Luna, weet je nog wel, Etienne en Denise waar we o.a. samen mee in de hete modder ploeterden op St. Lucia.

Zij komen afscheid nemen vóór ze naar Tobago vertrekken. En dan moet je natuurlijk hier zijn, in de Victory Bar van Marina Port Louis (St. George’s). The place to be voor cruisers, boaters, yachties ….of welke naam de Engelstaligen ook geven aan ver-weg-zeilers als wij.
Honderden Amerikanen en Canadezen moeten er wel op dit eiland vertoeven. Hun verzekering verplicht hen immers hier te blijven tot het einde van het orkaanseizoen.
Een echte community met een VHF netje (een radio uitzending op de marifoon met weerbericht, nieuwtjes, vragenuurtje…) , een heuse facebook groep en zoveel things to do and parties to go to, dat je er stress van zou krijgen.

Daartussen lopen toch ook nog heel wat Europeanen rond. Stephan en Gaby (Pas de Deux) zijn ook weer van de partij. En…Balu (een Zwitserse boot) één van de eerste “overstekers” die we in Camaret sur Mer (bij Brest), een eeuwigheid geleden ontmoetten, komen ook meegenieten van het happy hour.

De gesprekken gaan over onze verdere plannen : heel veel opties, weinig concrete lange-termijn plannen. Over de veiligheid op diverse bestemmingen, Trinidad en Venezuela om te beginnen.  Over thuis en de familie. Over het bezoek dat zal komen. Over, voor even maar, terug naar huis vliegen. Over oma’s en kleinkinderen. Over ieders ex-job.

Maar vooral over dat wij het toch maar gedaan hebben, die grote ommezwaai in ons leven, die grote oversteek. En “Zie ons hier eens zitten“, want daar moeten we elkaar toch telkens weer even op wijzen. Die overweldigende natuur, die prachtige zwoele avonden, die kleuren van de zee. Een mens vindt alles meteen zo gewoontjes, heeft ook overal ter wereld, hoe je het draait of keert,  weer zo z’n eigen kleine beslommeringen.

Heel leuk al die nieuwe ontmoetingen, maar als we in het donker terugtuffen naar de Jakker kan ik het niet helpen, in een melancholische (rumpunch)bui, te denken : “Stel je voor dat we zo aan de bar zouden kunnen kletsen met onze kinderen! Geweldig zou dat zijn.”
Familie, vrienden, vriendinnen…je mist ze. Wifi, skype, facebook, QSO, fantastisch maar…soms toch, een pleister op een houten been.

 

 

 

Koffie vóór happy hour.                                                                                             Wie herkent het VVW vlagje?

 

P7200048 (Medium)P7190041 (Medium)P7190040 (Medium)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 



 

{pgslideshow id=35|width=670|height=480|delay=4000|image=L}

 


De één houdt van verhalen, de ander van foto's. Voor elk wat wils.