Dinsdag : nog steeds in de baai van Le Marin op anker. Hoe dat zo komt? Hebben we de Caribische way of life al overgenomen? Na het vertrek van Karen zijn we nochtans met zoveel dingen bezig geweest, rustig aan, natuurlijk. Lukt het vandaag niet, dan doen we gewoon morgen verder. Drie maal 80 liter water halen in de gekende jerrycans, telkens met Jak over het woelige water. Telkens kletsnat gespat door combinatie hevige wind en golven. Drie dagen na mekaar naar de Mango Bay om TGV tickets te reserveren. Dag 1 : geen internetverbinding. Dag 2 : wél verbinding, maar onze digipass voor de betaling niet bij. Dag 3 : gelukt. Naar de douane, die, daar kwamen we wat laat achter,  enkel voormiddag open is, om uit te klaren omdat we toch eens eindelijk naar een ander eiland willen,  St. Lucia wellicht.

De baai van Le Marin dus. Cul-de-sac (doodlopend straatje) du Marin.
Door ons ook wel : baai van de Broken Dreams gedoopt. Als je wat dichter bij de mangrove gaat varen, zie je ze liggen. Verlaten schepen, enkelen vastgemaakt aan de mangrovebomen, sommigen opengebroken, alles geplunderd, half gezonken. Twee zeilschepen zonder mast, steun zoekend bij elkaar, nog bewoond, een sjofele hond blaft opgewonden als je te dicht nadert. Lijkt wel het erf van een oud, vervallen boerderijtje ergens in Vlaanderen.

Schepen waar de verf afbladdert, verroest, vieze ouwe lappen zeil zorgen voor wat schaduw. Wat smoezelige bewoners scharrelen erop rond. Je komt ze wel eens tegen aan de dinghy steiger. Hun bijbootje half gezonken. Zijzelf wat onverzorgd, ruiken niet al te fris. Ooit zijn ze hier ook toegekomen, met grootse dromen. Wat is er gebeurd? Hoe zijn ze hier zo gestrand? Ze hebben ongetwijfeld elk hun eigen verhaal.

Zoals die kennis van ons : twee vrienden die de oceaan overzeilden. Zijn vriend is teruggevlogen : problemen thuis. Alleen wil hij niet verder. Stelt zijn boot hier te koop.
Hun droom, een jaartje weg van de sleur, was té mooi.
Cul-de-sac...

Een mens wordt er weemoedig van. Tijd om hier te vertrekken.

 

 

 

P1171606 (Medium)P1171607 (Medium)P1171608 (Medium)

 

 

 


 

 

 

 

 

Nog een aantal foto's van Martinique 

 {pgslideshow id=23|width=670|height=480|delay=4000|image=L}

 

Grande Anse des Salines, het mooiste strand van Martinique. Plaatjes zoals in de glanzende vakantie boekskes. Wit zand, zeegroen water, schuimend witte golven, wuivende gebogen palmen, typische knoestige 'boomstruiken', de takken laag boven het zand : met deze beelden op haar netvlies moet Karen straks huiswaarts.
Veel geparkeerde wagens, maar het strand is zo groot, plaats genoeg voor de zonnekloppers of pootje-baders als wij.

Namiddag slenteren we nog wat in Les Trois-Îlets rond. Mooi dorpje in de grote baai van Fort-de-France. Slenteren is echt wel het woord, meer dan een blokje om wandelen: je zet dat hier snel uit je hoofd, fucking warm als het is. Als we wegrijden, passeren we het voormalige familielandgoed van keizerin Joséphine, vrouw van Napoléon, hier opgegroeid.

Dan volgt het gekende verhaal over Karen haar vertrek en het bedenkelijke toemaatje dat ze kreeg van Corsair.

Mijn remedie tegen pijn bij het afscheid: keihard focussen op haar volgende bezoek of liever dit keer ons bezoek.

 

 

Eén woord voor Martinique : groen! 'Erover', zo groen. Alles wordt overwoekerd door gigantische bladeren. Bladeren waarin je je helemaal kan wikkelen en nog plaats hebt voor je beste maatje. Bananenbladeren, rabarber(?)bladeren, palmbladeren, 30 m hoog bamboe, enorme varens, regenwoudbomen vol baardmossen, lianen en bromelia's. Elektriciteitsdraden, als hulpdraadjes om boontjes omhoog te leiden, volledig begroeid met klimop en bloemen, bromelia's.

 

Overdadig : nog zo een woord voor Martinique. Overdadig groen. Overdadig de bloemen. Overdadig de vrouwen, voluptueus met enorme konten en overdadig hun lach. Overdadig veel auto's voor te weinig wegen.
Onze indruk van een dagje rondkarren met een Peugeot-broertje van Tony's laatste auto in een ja, toch al ver verleden.

 

Om 9 u vertrokken, richting St.-Pierre en de Mont Pelée staan we een half uurtje later al in de file! Zo een rij auto's die allemaal achter elkaar staan en wachten..waarop? We waren het bestaan van die dingen echt vergeten. Aanschuiven dan maar en op zoek naar een plan B. Na drie kwartier kunnen we afslaan, naar het westen, naar de Atlantische kust, het schiereiland Caravelle. We vinden een prachtig bebost stuk strand aan deze ruige kant van het eiland, wandelen wat rond, peuzelen onze boterhammetjes op. Een paar surfers doen onze gedachten even huiswaarts gaan, naar Bert.

 

Niet lang want daar wordt onze aandacht opgeëist door die ellendige smeerlapkes : de no-see-ums! Zandvliegjes : vóelen doe je ze zeker wel. We hebben allemaal al beten, hoe goed je je ook insmeert, ze weten je te vinden. Dagen blijven die rode bobbels jeuken, veel erger dan muggenbeten.  Het paradijs.

 

In de auto, met de airco op vol, zijn we veilig. Zo bereiken we St.-Pierre toch nog. De Mont Pelée, nee, die zien we niet. Een enorme regenbui daarentegen wél. Kletsnat dwalen we rond in de verlaten ruïnes van het theater. Gaan even schuilen in de cel van Cyparis, de gevangene en enige overlevende van de vulkaanuitbarsting van 1902. We proberen ons voor te stellen hoe het hier moet geweest zijn toen. De stenen muren zijn gewoon tot bijna tegen de grond gesmolten of afgebrand, hoe zeg je dat. Alle 30.000 inwoners dood door de pyroclastische vloed van meer dan 2000 ° C.  Deze verlaten, stenen getuigen zeggen meer dan het mooist ingerichte museum.

 

De ondergaande zon kan het avondfile-leed rond Fort-de-France slechts een klein beetje verzachten.

Ergens on-the-road verorberen we nog een pizza. Jungle geluiden rondom ons klinken oorverdovend. Hier heb je geen boodschap aan radio Nostalgie.

 

 

23.00 vrijdagnacht: luchthaven van Martinique, Le Lamentin.

We rijden de parking op. De tweede keer vandaag. Namiddag waren we hier ook al. Aan de incheckbalie kreeg Karen toen te horen dat haar toestel een “technical” had.
Ik zie haar begrijpend knikken. Ze kent wel wat van de vliegwereld. Met haar stralende glimlach slaagt ze erin wat meer info te ontfutselen. Dat het vliegtuig net is opgestegen in Parijs na de noodzakelijke herstellingen.
Meer dan acht uur wachten dus.

Voor één keertje eens niet lamlendig rondhangen op de luchthaven.
We rijden gewoon terug. Deze technical is Karen haar privé toemaatje op Jakker. Een extra sunset, een extra moonrise, twee extra tochtjes met wat stilaan “haar Jak” is geworden, een extra ti-punch (nationale drank van Martinique : borrelglaasje rum, koffielepel rietsuiker, limoentje) , glaasje cava en etentje (dat ze wél zelf bereidt).

Karen had een heerlijke tijd hier, als altijd té kort. Een verslagje over onze tocht door het binnenland krijg je één van de volgende dagen wel.

Makkelijker wordt het afscheid nemen door de extra time niet.
Het is echter maar voor 3 weken. Als alles goed is, komen we dan de nieuwe wereldburger verwelkomen.