Hier in Rodney Bay, St. Lucia, komen ze even samen : de lijntjes op de kaart van verschillende Nederlandse en Vlaamse zeilers. Liberty, Seamotions, ECH’o, Tante Rietje, Jakker.

Margreet en Erik (Liberty) zagen we gisteren al in de marina. De anderen arriveerden vanmorgen, liggen bij ons op anker.

Je kan het wel en wee van al deze mensen volgen op hun blog. Je ‘kent’ ze dus en toch ook niet echt. Blogvrienden : of hoe noem je dit (een beetje gezond nieuwsgierig) fenomeen.
Maar natuurlijk zijn de life verhalen veel leuker. Stel je voor dat je nog enkel blogs zou lezen. Trouwens, niet echt handig met al onze wifi problemen.

Met die mensen van vlees en bloed : 10 volwassenen en 4 kinderen, zetten we vanavond een stapje in de wereld. Een taxi, waarin we allemaal passen, zelfs zonder Caribisch gepush, neemt ons mee naar de jump-up van Gros Islet, de village van de locals. Het contrast van de huisjes met golfplaten dak met de chique landhuizen van Rodney Bay kan niet groter. Elke vrijdagavond is hier visbak en keiharde muziek. Hét evenement waar locals en toeristen mixen: zo staat het tenminste in onze pilot. Mijn indruk : de zwarten houden eerder van de erg late uurtjes. Is het omdat men waarschuwt niet té laat te blijven, ongure elementen maken de buurt wel eens onveilig.

We laten ons het ‘buffet’ smaken, overgieten alles met de nodige ‘Piton’biertjes en praten onze kelen schor terwijl we genieten van de lifemuziek en van de blonde kinderen die rietjes omtoveren tot blaaspijpen en zo verbroederen met de zwarte kinderen.

Rond cruisers-bedtijd (22u) zijn we terug aan boord. De muziek in the village blijft maar doorgaan…